De vinger op de zere plek
Hoe moet je
nu die ander
onderwijzen uit Christus. Is het dan de weg om hem op te bouwen? Naar
de mond
te praten? Een ander tot een wegwijzer te zijn is vanuit de liefde
gedreven de
vinger zo nodig op de zere plek leggen. In deze weg van dienen komt
schijn en
zijn openbaar. Gods kinderen zijn altijd bang zich te bedriegen. Ze
vragen ook
altijd of de Heere elke mogelijke schadelijke weg in hen wil ontdekken.
Zij
gooien niet naast zich neer wat tot hen komt. Zeker gaat het niet
zonder
weerstand. Niemand wil graag de verkeerde dingen van zichzelf zien. Maar uiteindelijk mogen ze
door Gods Geest
geleid toch de weg verder gaan. Het is altijd weer een weg door
de diepte. Een weg van ontdekking. Een weg van schuld. Een donker
moment. Met
de vraag in het hart: hoe moet het toch verder.
In die weg
is altijd de Man
op het rode Paard. Het is de Heere. En Hij zal op Zijn tijd en wijze
het donker
op doen klaren. In Zijn Licht zien Gods kinderen dan weer het licht.
Zodat het
weer mogelijk is de weg te vervolgen. Met nieuwe krachten en nieuwe
inzichten
kiezen ze de welgebaande wegen. Waarop ze leren verstaan dat het goed
is
geweest om verdrukt te zijn. Het wonder van zalig worden wordt steeds
groter.
Maar ook het gezicht op het Wonder aller wonderen. Want door Zijn
bloedstorting
op de kruisheuvel van Golgotha is de bijzondere Kracht Die leidt. Al
Gods
kinderen komen erachter dat zonder onderwijs in het heilsplan van hun
God zij
onnodig in het donker kunnen blijven lopen. Onnodig blijven twijfelen.
Met de
blijvende vraag: wat is toch de weg.
De Heere
Zelf gaf Rebekka de
uitleg van datgene wat in haar plaatsvond. En zo zijn er mensen op deze
aarde
die leren opmerken hoe de Heere hen Zelf onderwijst. Ze gaan zien dat
dit
altijd weer gaat in een weg van Woord en Geest. Ze krijgen het Woord
van God,
de Bijbel, lief. Ze
mogen leren dat
Christus het levende Woord is. Dat de gehele weg van de zaligheid is
opgetekend
in dit Woord. De Bijbel. Ze leren verstaan hoe diep ze in Adam zijn
gevallen. Maar
ze gaan ook leren welke de zaligheid is die weggelegd is voor diegenen
die de
Heere vrezen. En in een tijd van Advent krijgen ze zo bijzonder voor
het eerst
of opnieuw een zicht op de Man van smarten. Hoe Hij op Gods tijd naar
de aarde
is gekomen. In een weg van aanvankelijke vernedering is de dood
overwonnen.
Door de dood van Hem is in Zijn opstanding het nieuwe leven mogelijk
gemaakt.
De kracht van Zijn bloed is oorzaak van de mogelijke zaligheid.
Zeker zijn
er veel theorieën
en veel dogma’s. Uiteindelijk komt het aan op de zichtbare
vernieuwing van het
leven. De blindgeborene riep het uit: één ding
weet ik, dat ik blind was en nu
zie. Zo is de ervaring van een mens die door genade wordt wedergeboren
tot een
levende hoop. Hij zou het wel van de daken willen schreeuwen: Deze is
de
Christus. Maar direct komt hij er achter dat er zoveel ongeloof is.
Zoveel
vijandschap. Hij leert het begrijpen dat de mensen vroeger zeiden:
welkom in de
strijd. En wanneer er geen bijzondere genade wordt verkregen, hij zou
die
strijd zo snel opgeven. Doch de Heere maakt af wat Hij begonnen is. Zo
zal er
altijd weer op het alleronverwachts een weg in een schijnbare wildernis
komen.
In een weg van verder onderwijs leren al Gods kinderen zich vast te
grijpen aan
de beloftes die de Heere in Zijn Woord geeft. Een belofte op zich is
nog geen
vervulling van de belofte. Maar het geeft wel de werkzaamheden. De
vraag of de
Heere het toch waar wil maken in het leven. En Hij Die belooft is
getrouw, Die
het ook doen zal. Zeker gaat het altijd in een onmogelijke weg. In een
weg die
mensen zelf nooit uit hadden kunnen denken. Maar daarom ook is Zijn
Naam
Wonderlijk.
Christus te
zien in Zijn
nederige geboorte in een kribbe. Een geloofsoog te mogen slaan op Hem.
Het in
alle eenvoud van Hem te verwachten. Daar ligt Hij in doeken gewonden.
Als de
Gegevene van de Vader. Hij zal redden. Doch in welke weg? In de weg van
het
recht. En in die wetenschap leggen Gods kinderen de vinger op de zere
plek van
hen die naast hen gaan. En ze durven het te zeggen: Zo kan jij voor God
niet
bestaan. Bekeert u, haast en spoed u. Daar is hulp bij
een Held. Gaat dan vrijmoedig tot de
genadetroon van God. Opdat ook u geholpen mag worden op Zijn tijd.
|