Er
is een liedje wat zingt: God wijst mij een weg. Het is zeker dat God de
weg wijst. Maar het belangrijkste wat we moeten leren is om achteraan
te komen. Niet voorop te gaan. En dan is het wel eens wachten tot de
weg verder gaat. |
|
![]() |
|
God
lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf. Het is vaak een
gegeven dat als we van iemand beter worden we er nog wel voor gaan.
Wanneer we energie in een contact moeten steken is het ons echter snel
te veel. Zonder overleg bepalen we dan wel voor onszelf wat het beste
is. Het moet immers van een leien dakje gaan. Vooruit. En zeker niet
een stapje terug. |
|
![]() |
|
Een
nieuw jaar. Met alle goede voornemens. Doch het belangrijkst is de
samenvatting van de wet des Heeren. Om God lief te hebben boven alles
en onze naaste als onszelf. |
|
![]() |
|
Vrede op aarde. Vrede met alle mensen. Vrede .........
Hoe anders is het echter meest. Als Christenen het Kerstfeest vieren.
Met een hart vol boosheid en wrok. Zingend het Ere zijn God uit volle
borst. Maar er is geen plaats voor de Vredevorst.
|
|
![]() |
|
Maak
de heuvels glad. Dat is een bevel aan Christenen. We kunnen blijven
wachten. Maar om nu eens de eerste stap te zetten. Vaak weerhoudt het
ons. Want we weten immers niet of het zal bereiken wat onze wens en
verlangen is. Doch niet geschoten is altijd mis. Volg je hart. En ga op
pad! |
|
![]() |
|
We
maken ons druk om datgene wat mensen is en wordt aangedaan. Doch waar
we zelf mensen treffen met onze woorden weten we niet. We hebben er een
behagen in het kwaad van de ander te vertellen. Niet eens wetend of dat
wat we vertellen wel de waarheid is. Heb je wel gehoord dat.......zo
gaat het van mond tot mond. En wie uiteindelijk het verzonnen heeft
weet niemand. |
|
![]() |
|
Aanhalen
en afstoten. Iets wat je nooit moet doen. Mensen naar je toetrekken,
maar als het erop aankomt heb je ze niet nodig. En krijgen ze de kous
op de kop: nu even niet. Natuurlijk zijn er die van nature zich het
niet aantrekken. Zich omdraaien en verder gaan. Maar er zijn ook
anderen. Die met pijn in hun hart en tranen in hun ogen hun weg
vervolgen. En het vertrouwen in de mensen langzaam maar zeker
verliezen. |
|
![]() |
|
Opmerken
is iets wat we van nature niet doen. We zijn er blind voor en leven ons
leven van elke dag zonder na te denken over een mogelijke leiding van
de Heere daarin. We zijn niet stil voor Hem en vragen niet wat HIj ons
te zeggen heeft. Ook na ontvangen genade gaat vaak nog zoveel dikwijls
op deze wijze aan ons voorbij. Het is zaak om elke avond jezelf af te
vragen wat Zijn stem was in de dag die achter ligt. |
|
![]() |
|
De
Heere Zelf gaf in Zijn leven aan hoe HIj omging met mensen. Hetgeen
niets was en door niemand werd geacht, mensen waar geen enkele hoop
voor was, die zocht Hij op. Niet om na verloop van tijd weer los te
laten. Nee Hij maakt altijd af wat Zijn hand is begonnen. Paulus was
niet gewenst bij mensen nadat de Heere Hem had stilgezet. Maar de Heere
legde de liefde voor Paulus in het hart van die mensen die Hij nodig
had om Paulus tot een uitverkoren vat te maken. Zo worden ook deze
woorden waar: Ik doe het niet om uwentwil, dat zij u bekend. Maar
alleen om Mijns heiligen Naams wil. |
|
![]() |
|
Hoogmoed
komt voor de val. Het is een uitdrukking die we ter harte moeten nemen.
Denkend iets te zijn. Denkend onmisbaar te zijn. Denkend dat alles om
jou draait. Dat alleen jij gelijk hebt.Dat iedereen blij met je is. Op
je zit te wachten. Niet zonder je kan. En in het geestelijk leven
is het nog erger. Menend dat de Heere met jou een bijzondere weg gaat.
Een weg waar niemand ook maar iets van begrijpt Iedereen kan zich
vergissen. Behalve jij. Want jij weet alles zeker. |
|
![]() |
|
Vaak
zijn we druk met dat wat mensen ons hebben aangedaan. Zien we om het
minste of geringste af van contact met deze of gene. Maar wie zijn we
zelf. Het zijn maar enkele woorden. Maar, nogmaals, wie zijn we zelf.
Genoeg woorden om in de tijd die voor ligt over na te denken. |
|
![]() |
|
Kijk
eens om je heen. Zie die ander. Niet die ander die je denkt dat hij of
zij is. Wat is een mens van nature. Een mens die zelf wel bepaalt met
wie contact wordt onderhouden. Met de liefste? De gemakkelijkste? Maar
ach, een mens ziet aan wat voor ogen is. En vergeet die hunkert naar
een klein beetje liefde of aandacht. Een schouderklopje op zijn tijd. |
|
![]() |
|
De
liefde overwint. Maar niet in een weg van opdringen. Het blijft
afwachten. Om uiteindelijk liefde te geven als er plaats voor is. Het
is niet mensen het naar de zin maken. Het is mensen helpen. Maar niet
met hen meegaan in wegen die niet zijn naar het Woord van de Heere. Om
maar goede maatjes met de ander te zijn. Integendeel. Rustig en
standvastig zijn. Met een hart vol liefde. Tot het moment gekomen is
die ander al je eerlijke liefde te geven. Liefde die voortkomt als
eerste vrucht van de Heilige Geest. |
|
![]() |
|
Wees
vriendelijk tegen alle mensen. Tja, en kijk dan eens om je heen.
Natuurlijk zijn ze er die vriendelijk zijn. Maar er zijn er ook
anderen. Dan denk je soms: wat is dat toch? Karakter? Het kan. Maar
naar het Woord is het niet. Wees vriendelijk tegen allen. Zo is het. |
|
![]() |
|
Het
is duidelijk wanneer de Heere een weg wijst. Er is geen vooreerst geen
twijfel mogelijk. Neemt niet weg dat de stormen vele kunnen zijn. Maar
de hoop beschaamt nooit. De Heere zal het altijd afmaken wanneer Hij
iets begint. En dat niet anders dan in een rechte weg. Twijfel,
moedeloosheid, zorg. Het zijn menselijke reacties op omstandigheden die
zich voordoen. Maar in een weg van schuld en berouw is er altijd weer
vergeving. En mag met het oog omhoog geslagen de weg worden vervolgd.
Waarvan de uitkomst niet en nooit tegenvalt. |
|
![]() |
|
Teleurstelling
en verdriet liggen zo dicht bij elkaar. Stel op prinsen niet je
hoop of verwachting, het is niet van vandaag of gisteren. De ene mens
is misschien gemakkelijker van vertrouwen dan de ander. Maar het gevoel
van teleurstelling en verdriet treft een ieder op zijn tijd. Het is
natuurlijk heel eenvoudig de ander hiervan te betichten. Zij stellen
ons teleur en doen ons zo verdriet in onze ogen. Maar hoe dikwijls
stellen wij zelf mensen teleur........en doen wij hen verdriet.... |
|
![]() |
|
En
onderstaande woorden blijken zo waar. Het is waar bij de eerste dag van
het nieuwe jaar. En het blijft waar wanneer de dagen en weken zich aan
één rijgen. Een afhankelijk leven van de Heere is een aanhankelijk
leven. Niet te kunnen leven zonder Hem openbaart zich in het zoeken
naar Zijn gemeenschap. En hoe anders zal dit kunnen dan in het gebed.
In het gaan naar Gods Huis. In het lezen in de Bijbel. |
|
![]() |
|
Een gelukkig jaar is een jaar wanneer we dagelijks mogen ervaren dat de Heere van ons afweet. Dat Hij spreekt in de kleinste dingen. Vaak hebben we er niet eens erg in. Maar wanneer ons leven wordt geleid door de Gods Geest, we zullen Zijn weg gewezen worden. Het vergt echter wel enige inspanning die stem te verstaan.En genade om dan ook die weg te gaan. |
|
![]() |
|
Als
de Heere Zijn kerk bouwt, bouwt de duivel een huis ernaast. Hoe
dikwijls is dit gebleken. Bij de eerste roerselen van het spreken van
een geweten komt de duivel in actie. En dan zal direct blijken dat
bekering nog niet een weg is die gemakkelijk is. Houdt wel in dat als
de Heere is begonnen Hij niet zal laten varen het werk Zijner handen. |
|
![]() |
|
Wanneer
twee partijen het niet eens zijn gebeurt meest hetgeen nooit voor
mogelijk was gehouden. Er wordt met modder gesmeten. Hoe
verlagen we onszelf door ons op die weg te begeven. Ook dan is
het nodig het Woord te laten spreken. Wreek uzelf niet. Leg het alles
in de hand van de Heere. Hoe oneerlijk het ook is. Of lijkt. De Heere
draaide Zich om en ging Zijn eigen weg. |
|
![]() |
|
Wachten
op antwoord van de Heere kan lang duren. Voor de beleving is de Heere
zo ver weg. Doch wanneer men mag opmerken is Hij zo dichtbij. Het zijn
zomaar de hele kleine dingen die daar van getuigen. Want Hij zorgt voor
u. Wij wachten vaak op iets groots. En vergeten dan dat dit helemaal
niet nodig is. De Heere is er altijd. Zingen we daar niet van? Op
bergen en in dalen: ja overal is God. Als we dit weer mogen zien gaat
een licht op in een nacht die we in ons ongeloof zelf over ons heen
hebben gehaald. |
|
![]() |
|
Soms
te denken dat de Heere de weg je heeft gewezen. En dan in vertwijfeling
je afvragen of het wel de Heere was Die voor ging. Als er weer zoveel
op je weg komt wat er totaal niet op lijkt. Toch is het in de regel
juist dan wél van Hem. Want in het donker komt Hij tegemoet. Vraagt Hij
van ons dat we blijven volgen in de storm die is opgestoken.
Geloofsoefeningen worden niet in voorspoed gegeven. Maar juist in het
schijnbare tegen. Vertrouw op Hem. De uitkomst zal niet falen. |
|
![]() |
|
Een
tevreden mens is een gelukkig mens. Zo wordt het toch altijd gezegd?
Gelukkig als je mag zien dat de Heere het je alles geeft. Dat HIj voor
je zorgt. Wrok en wrevel kan het alles zo moeilijk maken. Niet alleen
voor jezelf maar ook voor een ander. Het op je strepen staan. De
situatie naar je hand willen zetten. Leven uit de hand van de Heere.
Niet met een vroom praatje je weg gaan. Maar eenvoudig en alleen de weg
van de liefde bewandelen. Een ieder in zijn waarde laten. En elk gunnen
wat hij of zij in het leven heeft ontvangen. |
|
![]() |
|
Tevreden
zijn met die gaven die jij hebt gekregen. Niet altijd maar weer
proberen die ander te evenaren. Met daarin te denken dat die ander meer
heeft of is dan jij. Wat heb je dan een moeilijk leven. En het is de
vraag of je op een gegeven moment nog wel jezelf bent. Gelukkig zijn in
de situatie waarin jij je bevindt. Tevreden zijn met datgeve wat jij
hebt ontvangen. Niet proberen te grijpen wat je niet toekomt. Alleen
maar vragen wat de weg is die de Heere jou persoonlijk wijst. En alles
wat je daarin nodig hebt zal je worden toegeworpen. |
|
![]() |
|
Gaven
die we gebruiken zijn niet volmaakt. Alles wat in ons is, alles wat van
ons is, het is door de zonde gebrekkig. Wee die mensen die denken dat
zij het wel kunnen.........niet zelden worden ze als onmogelijk
ervaren. Ook gaven zijn om daarin te groeien. En luisteren is dan een
eerste vereiste. Luisteren naar wat een ander zegt. En het niet ervaren
als getrapt te worden op je lange tenen. |
|
![]() |
|
Het
kinderliedje zingt het zo duidelijk: Jij in jouw klein hoekje en ik in
het mijn. De Heere maakt geen grote mensen. Hij geeft ze gaven om te
dienen. Niet om er zelf iets mee te worden. Maar om in het Gods
Koninkrijk dienstbaar te zijn. |
|
![]() |
|
Genade
maakt klein. Doch in de praktijk zien we vaak zo anders. Alsof er gist
in de schoenen zit worden mensen iets met dat wat ze onverdiend hebben
ontvangen. Hetzij in het praten, hetzij in hun doen en laten.Binnen de
kortst mogelijke tijd menen ze meer te zijn dan een ander. Beter te
functioneren. En, om kort te zijn, onmisbaar. |
|
![]() |
|
De
Heere vraagt van ons niet meer dan in ons vermogen ligt. Hij geeft
daartoe de moed en de krachten. In een leven van samen de weg
gaan is er niet een streven het maar alleen te moeten en te willen
doen. Er is een dankbaar hart wat doet beseffen dat de Heere ieder mens
persoonlijk Zijn genade schenkt. Met daarbij persoonlijke gaven. Maar
ook het inzicht dat we als één gemeente van Christus elkaar mogen
dienen. Tot een hand en een voet mogen zijn. Dan is het wel eens een
leerschool dat te willen zien en te accepteren. |
|
![]() |
|
Zalig
zijn de barmhartigen, zij zullen barmhartigheid verkrijgen. Het Woord
als richtsnoer in ons leven. Hoe gemakkelijk gaan we eraan voorbij.
Voorbij aan hen die het zo nodig hebben. Zij die aan de kant van de weg
liggen. Het leven van deze tijd is vaak zo ik-gericht. Aandacht voor de
ander in de nood van het leven wordt niet of nauwelijks dan gevonden.
En toch geeft de Heere daar waar het nodig is altijd mensen op onze
weg. En die oprecht is van gemoed, die merkt het op en keurt het goed. |
|
![]() |
|
Wat
moeten we toch dagelijks zelf voor de spiegel staan. Hoe gemakkelijk
doen we mensen onbewust pijn en verdriet. Niet in de laatste plaats
door hen te mijden, voorbij te gaan, buiten te sluiten, onderscheid te
maken waar het niet is............ |
|
![]() |
|
Zo
ook bij ons die Asielzoekers........het was een komen. En nu een gaan.
Een arm om hen heengeslagen. En dan zijn ze weer weg. Wat het heeft
uitgewerkt? Waartoe het diende? Dat weet de Heere alleen. Een hoofdstuk
is weer afgesloten. En waar de Heere een deur heeft gesloten, daar
opent Hij op Zijn tijd en wijze weer een raam. |
|
![]() |
|
Wie
ben ik voor de Heere. Zo eindigde ik de laatste keer. Ik. Dus het is en
blijft een persoonlijke zaak. En al wat je de ander de maat neemt
getuigt van geen mensenkennis. Zoals in psalm 73 staat: ik was een
groot beest bij U. Dan gaat er wat veranderen. Dan wordt het niet
langer oordelen, veroordelen. Maar een arm om die ander heen. Kom
maar..... |
|
![]() |
|
Wie
zijt gij o mens die een ander oordeelt. Moeten we ons het niet ter
harte nemen? Het Pinksterfeest getuigt van het evangelie voor alle
mensen. En niemand is daarvan uitgesloten. Is het niet juist de meest
rechts gereformeerde gezindte die het niet kan laten mensen op de
korrel te nemen? Maar, nogmaals, wie zijt gij o mens die een ander
oordeelt? Hebben we niet allen genoeg aan onszelf. Genoeg om onszelf te
onderzoeken. Met daarin de zo belangrijke vraag: wie ben ik.....voor de
Heere. |
|
![]() |
|
Het
leven met de Heere is en blijft persoonlijk. We kunnen het niet voor
een ander invullen. Job kreeg een hele zware weg. Maar zijn geloof
raakte hij niet kwijt. Het was voor hem een beproeving. De
geloofsoefeningen waren niet gemakkelijk. Maar na het zure kreeg hij
het zoet. En ontving hij opnieuw zonen en dochteren. |
|
![]() |
|
Het
is een gegeven dat mensen eraan kunnen twijfelen of hun schouders zijn
gemeten. De omstandigheden van het leven lijken zo vaak te zwaar. Doch
ontbreekt het niet vaak aan eigen verantwoordelijkheid. Men laat de
boel de boel en geeft uiteindelijk de schuld aan God.Twijfelt aan Zijn
trouwe zorg. Een weg kan dood lijken te lopen. Misschien is dit dan ook
juist Zijn bedoeling en wil Hij je een andere weg wijzen. Door een weg,
hoe zwart hoe dicht, leidt Hij naar het eeuwig Licht. |
|
![]() |
|
Soms
kunnen de dingen je in twijfel brengen. Hoe moet je hier of daar toch
op antwoorden. Maar we hebben het Woord van God. Eenvoudig en wijs tot
zaligheid. De antwoorden op al je vragen vind je in de Bijbel. En
hierover is geen discussie mogelijk. Wat zou de wetenschap het
gemakkelijk hebben wanneer ze dit zouden mogen geloven. |
|
![]() |
|
Die
vragen komen voort uit de liefde tot God. De liefde die als eerste
vrucht van de werking van Gods Heilige Geest in het hart wordt gelegd.
Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal. Zo leerde Saulus het op de weg
naar Damaskus. En zo begeren al Gods kinderen te zijn tot een lichtje
brandend in de nacht. Een ieder op de plaats waar hij of zij door de
Heere is gesteld. |
|
![]() |
|
Elke
dag als eerste dag van de rest van mijn leven. Elke dag stilstaan bij
hoe ik in het leven sta. Wat doe ik. Hoe vul ik mijn dagen. Geen
verantwoording bij een ander leggen. Maar zelf bewust leven. Het hoofd
omhoog. Het hart naar Boven. Met altijd weer de vraag in het hart:
Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal. Hoe leef ik tot Uw eer. |
|
![]() |
|
Juist
in de dagen van Advent is het een tijd waarin we ons af mogen vragen
wie onze naaste is. Zonder dat we er bij stil staan gaan er zovelen
juist in die dagen eenzaam en alleen door het leven. Een eenzaamheid
bij mensen waar wij iets aan zouden kunnen doen. En als ieder van ons
zich nu om één mens zou bekommeren, hoe anders zou het voor velen zijn.
|
|
![]() |
|
De dagen gaan open en dicht. Zo is het vrijdag en zo is het weer vrijdag. Zo is het zondag en zo is het weer zondag. Agenda's die vol staan met van alles. En is het niet heerlijk te mogen merken dat je er nog bij hoort? Waarbij vraag je je dan af. Wanneer we de samenvatting horen van de wet van de Heere: God lief te willen hebben boven alles. En onze naaste als onszelf. Zo hebben we ons aan het einde van elke dag af te vragen: waar lag mijn hart. Lag het bij mezelf? Of was ik bezig met de dingen van Gods Koninkrijk? | |
![]() |
|
Het
is dus niet goed om in onze zonden te blijven hangen. We mogen pleiten
op de vergeving en de genade die er is door de Heere Jezus. We hebben
zo een vrijmoedige toegang tot God. Die we in de Heere Jezus onze Vader
mogen noemen. En Hij zorgt voor ons. Het is bijzonder als we mogen
leren zeggen: Hij zorgt voor mij. In dat vertrouwen mag dan de weg
worden vervolgd. Hij zorgt voor mij. Ja op bergen en in dalen. Overal
is God. Mijn God. |
|
![]() |
|
Het
neemt niet weg dat we zondaars blijven. Ook na het ontvangen van
genade. We zeggen wel: hoe meer genade, hoe groter zondaar. In eigen
oog. Want in de weg van de heiligmaking komen we ze levensgroot tegen.
Elke dag zonden. Elke dag moeten en mogen we onze zonden belijden. Elke
dag zullen we in die weg vergeving ontvangen. En bovenal mogen we
weten: mijn staat ligt vast. |
|
![]() |
|
En
dat is nu juist wat velen zo moeilijk vinden. Ze blijven haken in dat
wat is gebeurd. Wat ze mogelijk zelf verkeerd hebben gedaan. Er
is maar één mogelijkheid. Schuld belijden. Vergeving vragen. Vergeving
ontvangen. En er niet meer op terugkomen. De Heere zegt: Ik werp het in
een zee van eeuwige vergetelheid. En gedenk het niet meer. Zouden wij
het dan beter moeten weten? Het is een les: ik vergeef het mezelf....... |
|
![]() |
|
Denk
eens aan het ganzenbord. Ganzen die vooruit kijken. Ganzen die dat niet
kunnen. Die doodlopen omdat ze zich omdraaien. Wat zou beter zijn. Vandaag is de eerste dag van de rest van je leven. Vergeten wat achter ligt. Er je lering uit trekken. Maar daarmee elke dag de kans opnieuw te beginnen. |
|
![]() |