Ik
zal niet wankelen. In
het geloof is het zo herkenbaar. Ik zal niet wankelen. Wat is een mens.
De
hoogmoed zit er zo in. Groot en hoog van zichzelf denkend. Al is het de
nederige hoogmoed. Geen mens is zonder die oerzonde. Het
klinkt hard. Het wekt mogelijk weerzin. Tegenstand. Maar in het eerlijk
naar
jezelf kijken is er niet onderuit te komen. Ik zal niet wankelen. Ik
zal.......
De Heere weet echter middelen en wegen om wie dan ook te ontdekken aan
deze
kwaal. De hoogmoed van huis uit. Zo bouwt Hij geen van Zijn kinderen.
Maar
houdt ze aan de grond en dicht bij Zich in een weg van ontdekking. Alleen
op deze leerschool komt een mens door God geleerd niet in de hoogte
maar in de
diepte terecht. Met lege handen en gebogen knieën voor de Heere.
Afhankelijk in
alles van Hem. Met de zekere wetenschap dat het zonder de Heere altijd
omkomen
is. Kortom, eigen krachten verachten, dat wordt op geleerd. Dat is en
blijft een leerschool. Een oefenschool.
Eigen
krachten verachten. Ziende op jezelf weten dat het verkeerd af gaat
lopen
zonder de Heere. Dat is de conclusie in een leven, geleerd en
onderwezen door
de Heere. Ik
zal niet wankelen. Ik zal. Ik wil. Als God zijn. Doch de Heere geeft
door de
Heilige Geest onderwijs. Mijn hulp is van de Heere alleen. Mijn kracht
wordt in
zwakheid volbracht. In Uw handen beveel ik mijn geest. In navolging aan
hetgeen
de Heere uitriep aan het kruis. Het geheel en al afhankelijk zijn en
blijven
van de Heere. Geen grote woorden. Niet roemend in een groot geloof.
Maar in
totale afhankelijkheid van het spreken en het werken van de Heere. Een
leven
van volgen. Hij voorop en ik achter Hem aan. Hoe moeilijk ook. Hoe
zwaar
misschien. Hoe onmogelijk. Maar in Zijn kracht onze zwakheid tot zegen.
De
Heere onderwijst Zijn kinderen. Van dag tot dag is het leven met de
Heere een
leerschool. Geleerd en afgeleerd. Het Zijn beeld gelijkvormig te
worden. In
volkomen nederigheid beantwoorden aan dat wat de Heere van ons vraagt.
Mogelijk
te denken het niet te kunnen. Maar wetend dat het van onze kracht niet
afhangt.
Ik vertrouw op U. Ik zal niet wankelen. Dan wordt het een geheel andere
kreet.
Heere, in eigen kracht ben ik niets. Ik kan niets en verpruts het
altijd weer.
Maar in Uw kracht zal het wel gaan. Ik heb het niet verdiend. Ik ben
het niet
waard. Leer mij de weg door U bepaald. Dan zal ik die zeker ten einde
toe
houden. Niets in eigen kracht. Maar in afhankelijkheid van U. Zonder U
kan ik
niet. Zonder U wil ik niet. Ik
zal niet wankelen. Het komt voort uit het hart. Maar uit welk hart. Een
hart
wat zo hoog met zichzelf staat. En wat denkt het wel te kunnen. Of is
het een
hart wat geleerd heeft in eigen kracht niets te kunnen. Wat in het
vertrouwen
op de Heere in nederigheid en afhankelijkheid het van de Heere
verwacht. Als de
Heere me helpt, dan zal ik niet wankelen. Wie ik ook ben. Wat ik er ook
van
terecht heb gebracht. In Zijn kracht zal het gaan. Dan wordt kracht in
zwakheid
volbracht. Grote daden worden verricht. En er zullen nog grotere gezien
worden.
Want Ik de Heere help U. Ik ondersteun U. met de rechterhand van Mijn
gerechtheid. Vrees niet, geloof alleen. Het
zijn de woorden die de Heere spreekt tot allen die het van Hem
verwachten .
Allen die het zonder Hem niet kunnen. Dat hebben ze geleerd. Voor
dezulken is
Hij een liefdevol Vader. En hen zal Hij niet begeven en niet verlaten. |
|