Heere,
waar dan heen….tot U
alleen. Het nieuwe jaar is
aangevangen. Een nieuw jaar.
Het oude jaar is weer voorbij. Het is afgesloten. Mooie en verdrietige
dingen
waren ons deel. En boven alles stond de Heere God. Dat hebben we
gemerkt. Gezien.
Ervaren. Of niet? Boven
alles stond de Heere
God. Stond. Maar we mogen hier meer schrijven:
ook in het jaar wat is begonnen staat Hij boven alles. Als de Almachtige
God van hemel en
aarde. Hij kijkt op een ieder en alles neer.
Hij kijkt of er iemand is die God zoekt. Het
wonderlijke werk wat door
Gods Geest wordt gewerkt. Waar van nature doden de stem van de levende
God
leren verstaan of hebben geleerd wat het wil zeggen dat Hij zorgt. Het
wonder te
mogen ervaren dat er een persoonlijke band is tussen Hem en een mens
persoonlijk. Vanuit
de hoge hemel
bestuurt en regeert Hij alle dingen en alle mensen. Ook in het nieuwe
jaar. Wie
niet naar Hem wil horen maakt Hij door Zijn Woord en door Zijn Geest
verlangend
om te weten hoe groot het goed is wat is weggelegd voor hen die Hem
vrezen. En
wie jaren heeft verkeerd onder dat Woord gaat zo plots ervaren nog doof
en
blind te zijn voor datgene wat zondag aan zondag tot hen is gekomen.
Datgene
wat niet anders was dan dogma en wet gaat nu leven. Er
komt een hemelse vreugde
die zich openbaart in de liefde. De liefde tot God. De liefde tot de
naaste. En
dat niet tot een enkeling. Maar tot allen. Als
eerste vrucht en kenmerk van de genade die
wordt ontvangen. Dagelijks zoekt men meer te weten en te leren van die
God Die
hemel en aarde heeft gemaakt. Die God Die trouwe houdt en eeuwig leeft
en niet
laat varen wat Hij is begonnen. Die
in
Zijn grote genade Zijn Zoon naar de aarde zond om zondaren zalig te
maken. Hun
zonden op Zich te nemen. En een nieuw begin te schenken. Mensen die
leren nooit
volmaakt voor God te kunnen leven. Maar met schuld en berouw dagelijks
tot Hem
inkeren. Om genade voor genade te ontvangen. Te leven naar Zijn wil en
Zijn
wet. Er
is een nieuw jaar
aangebroken. Dezelfde mensen als het afgelsoten jaar gaan hun weg door
de dagen
en de maanden zo God ze hen geeft. Dezelfde God gaat door met Zijn
trouw en met
Zijn geduld hen tot Hem te bekeren. Hen te maken tot Zijn Beeld. De
verantwoordelijkheid ligt bij de mens. Wanneer zij zo grote zaligheid
van zich
werpen en er geen acht op slaan. Natuurlijk kunnen veel oorzaken hen
doen
afkeren van het ter kerke gaan. Hen open te stellen voor het Woord van
God dat
tot hen komt. Doch de God Die hemel en aarde schiep staat in voor het
meest
afgedwaalde en verloren mens in zichzelf. Hij maakt Zijn plan wat Hij
met
mensen heeft af. En ook in het jaar wat voor ons ligt zullen er tot Hem
als
door een wonder uit de duisternis van hun bestaan getrokken worden. Uit
de
duisternis van de wereld. Uit de duisternis van hun eigengemaakte
godsdienst.
Uit de duisternis van het met zichzelf zo ingenomen zijn. Uit de
duisternis van
de gedachte dat alleen zij en niemand anders weet van Gods genade. Ook
in dit
jaar zal zo God het geeft Zijn Woord klinken. Doch alleen Gods genade
en Gods
Geest zal het wonder kunnen doen wat noodzakelijk is om zalig te leven
en te
sterven. God
is getrouw. Zijn plannen
falen niet. Hoe moeilijk het ook lijkt. Hoe donker het kan zijn.
Moeiten en
verdriet. Maar ook vreugde en blijdschap. Alles wat ook dit jaar op
onze weg
zal komen. Het alles neer te leggen en te brengen bij Hem wordt geleerd
op de
leerschool van de Heilige Geest. Het nooit bedrogen uit te komen is
iets wat
vaak pas na deze wordt gezien. En zo mag in het verdere Gods kind leren
door
het geloof te leven. Want
in een weg hoe
zwart en hoe dicht leidt God al de Zijnen naar
het eeuwig licht. |
|