Vergeving
van zonden. Het
is herkenbaar dat mensen voor en aan een
ander de vraag stellen: Zijn jouw zonden wel vergeven. Het één en het
ander
wordt in twijfel getrokken. En altijd weer gaat het henzelf niet aan.
Hoe kan
je nu christelijk leven terwijl je zonden niet vergeven zijn, zo wordt
geopperd. Ja, zo wordt
het als een pijl op je gericht. En wanneer
er geen
helder inzicht is in geloofszaken, het kan mensen opnieuw in verwarring
en
vertwijfeling brengen. Zijn mijn zonden wel vergeven. Verwarring en
twijfel aan
de ene kant. Maar, erger, soms een bevestiging voor mensen die het
volhouden:
het gaat zomaar niet allemaal hoor. Het
is een gelukkig weten dat alleen God de zonden kan vergeven. En dat
geen mens
je de zonde zodanig kan aanpraten dat er blijkbaar geen vergeving is.
Het is
juist: vergeving van zonden is een zaak van het geloof. Maar wie heeft
het
recht het geloof van die ander onder de loep te nemen. Het is zelfs een
feit
dat mensen die alsmaar blijven hangen in de vraag of ze nu toch wel
echt
vergeving van zonden hebben ontvangen niet tot de daadwerkelijke
vruchten
komen. Laat staan tot het groeien in genade. Eenvoudig
omdat ze niet begrijpen hoe het nu
feitelijk zit. Zodra
er een begeerte in het hart komt om de Heere Jezus te volgen en er dus
een zien
op Jezus is, de zonden zijn vergeven. We kunnen dat ook zien in het
Woord. De
Heere zegt het eenvoudig: Uw zonden zijn u vergeven. Komen tot de Heere
Jezus
gaat direct gepaard met vergeving van zonden. Vervolgens breekt er een
nieuw
leven aan waarin de Heilige Geest dagelijks ontdekt aan zonde en
schuld. Dat
kan een mens aanklagen. Vooral als er zonden uit het verleden worden
gezien die
men niet eerder zag. Of wanneer men zichzelf tegenkomt in een
karaktereigenschap waar men zich voor schaamt. Dit kan echter een mens
nooit uit
de genade doen vallen. Elk mens die schuld kent en belijdt mag weten
van
vergeving en genade. Want die zijn zonden belijdt en laat zal
barmhartigheid
verkrijgen. Wanneer
iemand leeft uit genade, dan leeft hij in de wetenschap dat de Heilige
Geest
zijn intrek in het leven heeft genomen. Deze ontdekt aan zonde en
schuld.
Dagelijks komt een mens die leeft van genade erachter dat hij zonde is
en zonde
doet. Maar hij weet ook dat die zonde hem niet zal houden uit het
Koninkrijk
van God. Integendeel, hij ervaart hoe hij zelf in de ontdekking aan
zonde en
schuld minder moet worden. En zo zal de Heere Jezus Christus meer en
meer
gestalte in hem krijgen. Het is een afsterven van de oude mens en een
groeien in
Christus in de weg van de heiligmaking. Dan is een mens overgezet van
de brede
weg op de smalle. En geen mens kan hem verdoemen. Het
is heel vervelend dat mensen die het allemaal wel weten het voor een
ander zo
moeilijk weten te maken. En juist die kleintjes in de genade, zij die
een klein
geloof hebben, kunnen zo in vertwijfeling worden gebracht. |
|