Zijn
weg Gods
kinderen willen zeker
niet een eigen weg bewandelen. Anderzijds kennen ze hun dwaalziek hart.
Daarom
is hun voortdurend gebed: Heere wat wilt Gij dat ik doen zal. Ze kennen
strijd
om een weg te moeten gaan. Doch wanneer deze is opgegeven gaan ze
altijd weer
op weg. Een tijdlang kunnen ze zo hun weg met de Heere gaan. Dienstbaar
en
vruchtbaar op de plaats die de Heere hen had gewezen. Want dat weten
ze: dit is
de weg van en met de Heere. En toch kan de weg die ze gaan door Hem
afgesloten
worden. En wanneer ze hun leven in de handen van de Heere wisten en
weten kan
dit hen in verwarring brengen. Vragen rijzen op. Waarom snijdt de Heere
deze
weg nu af. Het is zo gemakkelijk om in een tijd van Corona de schuld in
die
omstandigheden te leggen en te accepteren dat het daarom ook hen geldt.
Zodat
ze niet langer omwille hiervan hun weg kunnen gaan. Doch
nooit doet de Heere in
het leven van Zijn kinderen zomaar iets. Gods kinderen weten dit als
geen
ander. Ze weten veel dingen niet. Het enige wat ze wel zeker weten is
dat de
Heere hen iets te zeggen heeft. Elke dag en zeker ook nu. Hij wil hen
persoonlijk in deze afgesneden weg iets leren. Om daarna met hen een
mogelijk
geheel andere weg te gaan. Het houdt in dat er allereerst een stille
tijd voor
hen is aangebroken. Een tijd van inkeer, gebed en luisteren naar het
antwoord
van de Heere. Het
is immers zo voor de
hand liggend om in een tijd dat een weg die we gingen en vervolgens
werd
afgesneden een eigen invulling te geven aan het verdere. Met de
gedachte dat
het zo ook wel kan. Doch het is allereerst altijd weer wachten op het
moment
dat de Heere Zelf die andere weg wijst. Daarom is het goed in de
binnenkamer te
gaan, de deur te sluiten en met de Heere te spreken over Zijn wil en
weg. En in
die weg naar niemand te luisteren dan alleen naar Hem. Het
wonderlijke is dat de
Heere in die weg van wachten mensen wil gebruiken. Door Zijn Woord en
Geest
onderwijst Hij middels Zijn knechten. En in het geloof is er dan geen
twijfel
mogelijk: dit is de weg die nu en verder moet worden gegaan. Nu en
voortaan. In
deze omstandigheden. En ook daarna. Een andere weg. Na onderwijs door
de Heere
Zelf. Nooit komen we als dezelfde mensen uit een crisis. Nooit komen we
als
dezelfde mensen uit een tijd van onderwijs door de Heere Zelf gegeven.
Nooit
komen we als dezelfde mensen uit een tijd van inkeer en vertrouwend
wachten. Het
enige wat in die verdere
weg is overgebleven is het vertrouwen. De weg die de Heere wijst
behoeven we
niet alleen te gaan. Hij gaat voorop. Zeker zal ook in die weg weer
tegenstand
worden ervaren. Maar bang voor mensen behoeven Gods kinderen niet te
zijn
wanneer ze Zijn weg gaan. En Hij zal voor Zijn rekening nemen alles wat
tegen
hen te berde wordt gebracht. Ze gaan immers in Zijn weg en dan zal Hij
ook voor
alles zorgen. Gods
kinderen zijn leden van
die ene, heilige, algemene en christelijke Kerk. Er is maar één Kerk
met een
hoofdletter. Gods kinderen hebben maar 1 Leermeester. Ze hebben maar
Eén naar
Wie ze hebben te luisteren en in wiens weg ze hebben te gaan. Voor
mensen
behoeven ze niet te vrezen. Wat zal een nietig mens hen doen. Het
bijzondere is
de gemeenschap der heiligen. Het samen op weg gaan als leden van die
ene Kerk. Die
bestaat uit leden van alle kerkgenootschappen. In moeilijke tijden
zullen ze
elkaar zeker zoeken en nodig hebben. Mogelijk op elkaars weg worden
gebracht.
Om dan te mogen ervaren dat de liefde hen dringt. |
|