Advent. Er
is al zoveel over gezegd. Er is in de eeuwen zoveel over geschreven. En
elk
jaar komt het weer. Advent. De tijd van uitzien en verwachten. Van heen
leven
naar. Zeker is het dat vanaf vier weken voor de dagen van Kerst dit
standaard
is. In de winkels worden de kerstspullen verkocht. Een kerstboom en
ballen.
Kaarsen. En niet onbelangrijk: er worden feestelijke gerechten
aanbevolen. Er
wordt in de kerken op de hun eigen wijze aandacht aan de tijd van
Advent gegeven.
Er wordt over gepreekt. En alles wijst heen naar de data van 25 en 26
december.
Kerstfeest wat ieder op eigen wijze viert. Voor het eerst of opnieuw. Ik
zei het al. Ook in de kerken is het Advent. De
aankondiging van de komst van de Heere
Jezus. En met de Kerstdagen wordt dan uiteindelijk de geboorte van de
Heere
Jezus gepredikt. De Heere Jezus is geboren. Eenmaal in de kribbe van
Bethlehem
werd Hij gelegd. De belofte van de komst van de Messias was vervuld.
Alleen,
men wist over het algemeen niet wat men er mee moest. Zou Hij de
Verlosser van
de Romeinen zijn? De
belofte die toen werd vervuld moet in het leven van mensen persoonlijk
worden
beleefd. Er moet licht komen over het heilsfeit daar en toen. Dat in
het donker
van de nacht die werd beleefd onder de druk van de Romeinen de Heere
het Licht
zou zijn wat het duister op zou doen klaren.
Er kwam hoop. Er kwam troost. Er leek
redding. Maar het was zo toegesloten. Maar
in het geloof werd door een enkeling gezien dat er voor de toekomst
verwachting
was. De Heere was gekomen. Hij zou de beloofde Verlosser zijn. En dat
wonder
moet werkelijkheid gaan worden in het persoonlijk leven. Het geloof in
de God
Die hemel en aarde schiep. Zijn Zoon gaf tot een verzoening van de
schuld. Niet
eenmaal, maar steeds weer. Wanneer het donker is. Wanneer het
uitzichtloos
lijkt. Wanneer je het niet meer weet hoe het moet gaan. De
Heere Jezus is gekomen. Eenmaal in de volheid van de tijd. De betekenis
van
Zijn komst is persoonlijk. Want waar wachten we op. En waarom. De
Heere Jezus werd in de kribbe neergelegd. Gewonden in doeken. Alleen
het geloof
kon het zeggen: Deze is Het Die ons zal verlossen. Deze is Het Die mij
zal
verlossen. Of, verder, Deze is Het Die mij verloste. De
dagen voor Kerst worden met recht de donkere dagen genoemd. Het kan
soms bijna
niet licht worden op de dag. Lampen zijn nodig om ook maar iets te
kunnen
onderscheiden. Maar de Heere Jezus is gekomen. In het donker van de
nacht. Een
nacht die in het persoonlijk leven zo kan worden gevoeld. Door de
omstandigheden waarin men zich bevindt. Waar men zich afvraagt of het
dan nooit
meer licht zal worden. Daarom
wordt Advent gepreekt. Om te leren in stilheid en vertrouwen te
wachten. Want
zoals de Heere eenmaal kwam in het vlees. Zo komt Hij als de Getrouwe
ook in
het leven en in het hart van ieder die Hem leert verwachten. Door de
Heilige
Geest gedreven. Uitgedreven tot Hem. In heilige verwondering wetend dat
op Zijn
tijd en op Zijn wijze zal vervuld worden waar het hart zo naar
verlangt. Vrede
met God en met de mensen. Door het geloof in de komst van de Redder van
de
wereld. Om Hem met het geloofsoog te zien. Het
is alles met nadruk in de tijd van Advent en Kerst in het kerkelijk
leven. Doch
een ieder van Gods kinderen weet dat Advent en Kerst ook in de zomer
werkelijkheid kan worden. Een geestelijke donkerheid die over je kan
vallen.
Geen houvast van Advent en Kerst. En toch de wetenschap dat bij de
Heere niets
onmogelijk is. |
|