Een
afsnijdende weg. Mensen hebben het liefst dat het hen goed gaat. Voor de wind. Er worden plannen gemaakt. In hen zingt het: vrede, vrede en geen gevaar. Ook Gods kinderen menen zo de hemel in te gaan. Denkend dat het allemaal wel mee zal vallen. De Heere is geen ledig Toeschouwer. Hij ziet vanuit de hemel al het doen en laten van de mensen gade. In het bijzonder is Zijn oog geslagen op Zijn kinderen. Nauwkeurig gaat Hij hun wegen na. Heel lieflijk leidt Hij hen tijden op de wegen die worden gegaan. Door Zijn Geest onderwijst Hij hen in de weg die is naar de godzaligheid. Tot er voor hun
waarneming plots een streep komt door de
rekening. De Heere wijst een geheel andere weg. Versuft en verbaasd
staan ze
stil. Ze begrijpen Gods bedoeling niet. Hoe is het mogelijk dat de
Heere nu
deze kant opwil.
De
nieuwe weg is tegen het vlees. Opnieuw tegen het vlees.
Tranen worden geschreid. Waarom, waarom nu zo. Dan is daar direct het
verschil
tussen Gods kinderen en zij die voor eigen rekening op de aarde zijn.
Waar de
laatsten in opstand hun weg gaan, waar ze hun vuist naar de hemel
heffen, Gods
kinderen komen opnieuw in de binnenkamer. Stil gaan ze hun weg. Hun
vragen
leggen ze de Heere voor. En nooit eerder zijn ze gerust dan wanneer de
Heere
hen het licht geeft over Zijn bedoeling. Nooit doet de Heere iets
zomaar. Nooit
wil de Heere iemand plagen om een ander iets te leren. De Heere wil met
alles
wat Hij bestuurt op deze aarde iedereen Zijn lessen geven. Het is
alleen genade
wanneer dit mag worden verstaan. Van zichzelf verstaan mensen de stem
van de
Heere niet. Zijn spreken is voor hen verborgen. Gods Heilige Geest
zorgt echter
dat op Gods tijd en op Zijn wijze de bedoeling van tegenslagen, van
afsnijdende
wegen helder en duidelijk wordt voor Zijn kinderen. De
één leert het wat
sneller dan de ander. Maar allen zullen ze het begrijpen en verstaan.
Het
kunnen wegen lijken die tegen zijn. Het kunnen wegen lijken waarin
verlies
wordt geleden. Toch zullen ze altijd na deze weer zien en verstaan dat
wat
tegen lijkt voor wordt. Uit de verdrukking komen ze rijker dan ze ooit
hadden
kunnen denken. Dagelijkse
genade geeft onderwijs van dag tot dag. Elke dag
geeft de Heere Zijn wijze lessen. Geen dag in het leven van Gods
kinderen gaat
voorbij zonder een bedoeling. Kleine dingen gebeuren in het dagelijks
leven. Grotere
dingen komen ook voor.
Alle hebben ze gevolgen. Dan weer klein en dan weer groter. Van elke
afsnijdende weg wil de Heere gebruik maken om velen
wat te leren. Maar
het blijft genade wie het mag zien en opmerken. Wie door de genade die
valt mag
groeien door die genade. Gods
afsnijdende wegen doen pijn. Gods bedoeling is niet
altijd direct duidelijk. Maar die Hem nederig valt te voet, zal van Hem
Zijn
wegen leren. Genade is vrij. Genade valt vrij. Dagelijkse genade valt
in
overvloed door Gods Woord en door Zijn Geest. Aan de genade ligt altijd
de
liefde ten grondslag. De liefde die is uitgestort in het hart kan niet
anders
dan vruchten dragen. Ook in een afsnijdende weg.
De liefde blijft immers zo gunnend. Zo ruim naar
anderen toe. In
die liefde ligt zoveel begrip voor anderen. Zoveel geduld. Zoveel
barmhartigheden. Er gaat een geur uit van de liefde die God Zijn
kinderen
geeft. Al Gods kinderen herkennen elkaar in deze. Het is dat wat hen
samenbindt. Zo vervolgen ze hun weg. |
|