Algemene
en bijzondere
genade. Het
volk gaat verloren omdat
het zonder kennis is. Het is niet iets wat ik heb verzonnen. Het is
naar het
Woord. Het volk gaat verloren omdat het zonder kennis is. Wat is dat
voor
kennis. En waar ontvangen ze die kennis. Het is van levensbelang je
onder het
Woord te begeven. Om op zondag de
diensten te bezoeken. Maar is het dan ook
belangrijk onder welk onderwijs je je bevindt? Jazeker. Want het is zo
heel
gevaarlijk om met een ingebeelde hemel te leven om dan voor eeuwig
verloren te
gaan. Een ingebeelde hemel door het onderwijs wat is ontvangen. Door de
kussentjes die, zoals het Woord het zegt, onder de oksels zijn genaaid.
Door te
luisteren naar: Vrede, vrede en geen gevaar. En op een rustbed neer te
liggen. Ik
weet dat het
confronterende taal is. Dat het mogelijk weerstand oproept. Maar het is
niet
anders dan de waarheid. Ik ga het proberen uit te leggen. Denk aan
hetgeen ons
is bijgebracht op de catechisatie. Er is nu eenmaal algemene en
bijzondere
genade. En wat is nu het onderscheid. Want dat er verschil is, dat is
duidelijk. Algemene en bijzondere genade. Het
is heel bijzonder als we
zijn gedoopt. Als we gebracht zijn op het erf van de genade. Als onze
ouders
beloven ons op te voeden in de leer van de godzaligheid. En toch is het
algemene genade. Want als we een heel leven onder het Woord zitten. Als
we
kerkbanken verslijten. En er gebeurt verder niets. Dan is het te kort.
We
denken misschien dat het genoeg is. Misschien krijgen we ook zulk
onderwijs. Dat we zo naar de hemel gaan.
Want we geloven
toch in de Heere Jezus. En Hij is toch naar de aarde gekomen. En Hij
heeft toch
voor de zonden geleden. Hij is gestorven. Hij is opgestaan. Het
is een historisch
geloof. Maar te kort om zalig te sterven. Wie
zal dan zalig worden.
Ook dat is naar het Woord. Het is gemakkelijker dat een kameel gaat
door het
oog van de naald. Dan dat een rechtvaardige zalig wordt. Het klinkt
alles
afsnijdend. Het klinkt alles zonder hoop. En toch is dat niet waar. De
Heere
Jezus is naar de aarde gekomen. Hij wil zondaren zalig maken. En wie in
Hem
gelooft zal ook zalig worden. Doch dat wonder is iets wat in en aan een
mens
wel moet gebeuren in dit leven. Dat wonder houdt bijzondere genade in.
Het
maakt het verschil met de algemene genade. Het
wonder van de bijzondere
genade is iets wat een geheel leven in beslag neemt. Het is de genade
dat alles
in het leven meewerkt ten goede hen die naar Zijn voornemen zijn
geroepen. Het
gaat het louteringsproces van mensen aan. Het werk van de heiligmaking.
Van het
afsterven van de oude mens. Om op te staan in de Heere Jezus Christus.
Om het
beeld van God weer te vertonen. Wat we in het Paradijs zijn
kwijtgeraakt. Alles
in een weg van zelfkennis, Godskennis, Christuskennis. Van de
wetenschap dat we
dood waren. Dat we nu in en door Hem mogen leven. Dat we blind waren en
nu
mogen zien. Dat we verlichte ogen van het verstand hebben ontvangen. Bijzondere
genade maakt dat
doden zullen horen de stem van de levende God. En die Zijn stem horen
zullen
leven. Het Woord gaat kracht doen. Het Woord wordt anders gelezen. Dan
kan het
niet anders of er worden vruchten gezien. En
de eerste vrucht die in het hart wordt
gelegd is de liefde. Geen eigenliefde. Maar liefde tot God en de
naaste. De
bijzondere genade maakt
dat mensen als een lichtend licht en een zoutend zout over de aarde
gaan. Wat
in hen wordt gelegd zal openbaar komen. Vroeg of laat. Niet als
heersend of met
dwang, maar als nederig en dienend komen ze openbaar. Hier komt alles
tegenop.
Want van nature zijn mensen zo niet.
Verdragen
mensen dit niet. Men zoekt niet de ander maar zichzelf. Wij
allen leven onder de
algemene genade. We krijgen alles wat nodig is. Eten en drinken. Een
huis om in
te wonen. Een bed om op te slapen. Ja zelfs de mogelijkheid om te gaan
naar
Gods huis. Om te zitten onder Zijn Woord. Doch de bijzondere genade is
de
genade waar door de Heilige Geest het Woord ook in een mens wordt
toegepast.
Een heel mens verandert onder de bijzondere genade. Een karakter wordt
gelouterd. Alles in de mens wordt nieuw. Deze liefde van God krijgt
weerklank
in het gehele leven. Niet langer geldt mijn wil. Doch de vraag is:
Heere wat wilt
Gij dat ik doen zal. Wat wilt Gij wie ik
ben. |
|