Je
ziel uitdragen als een buit. Het leven is niet gemakkelijk. De weg die mensen gaan is soms heel zwaar. Dit geldt niet alleen een werelds mens. Het is precies zo voor een godsdienstige. En Gods kinderen ervaren hetzelfde. Niemand weet wat de weg die wordt gegaan uiteindelijk uit zal werken. Gods kinderen
worden in dit leven gelouterd door het lijden.
Als het zilver worden ze beproefd. Dat is de enige wetenschap die met
hen gaat.
Op de omstandigheden behoeven ze niet te zien. Op mensen behoeven ze
niet te
vertrouwen. En met zichzelf vallen ze honderd keer om.
Vaak
gaan ze eenzaam en alleen door het leven. Want wie zal
ten diepste begrijpen wat in hen leeft. Wie zal de vragen kunnen
beantwoorden
die ze hebben. Dan weer wordt een weg ingeslagen op hoop van zegen. Dan
weer
schijnt het een vastlopend pad te zijn. En toch moeten de kinderen van
Israël
voorttrekken. Niets te begrijpen van de Raad van God. Want waar zal
toch in het
leven Zijn eer worden gezien. In
eigen oog grote klungelaars in het Koninkrijk van God.
Een mens die er helemaal niets van terechtbrengt. De hoogtes van geloof
wisselen zich zo af met tijden van donkerheid. Zullen dan straks de
spotters
uiteindelijk zingen en juichen? In
de diepte is altijd weer de uitkomst nabij. Het wordt
moet juist daar een zaak van geloof en vertrouwen worden. Niet in het
veranderen van omstandigheden zal de lof van God uit het stof klinken.
Maar het
Woord van God spreekt klare taal. En gepaard met Gods Geest zal kracht
uitgaan
van datgene wat gehoord en gelezen wordt. Datgene wat geloof uitwerkt.
En staat
er dan niet: Uw geloof heeft u behouden? De
weg met de Heere is een eenzaam pad. Er waren tien
maagden. Doch vijf waren dwaas. De rechtvaardige zal nauwelijks zalig
worden.
Zo zal het uiteindelijk pas blijken in de dag der dagen wanneer de
schapen van
de bokken worden gescheiden. Gezien worden wie Hij lief gehad heeft.
Het is
niet nodig ons bezig te houden met het kindschap van God van een ander.
Strijd
Gij om in te gaan. De
dagen van het kerkelijk jaar zijn voorbij. Advent en
Kerst. Lijdensweken en Goede Vrijdag. Pasen, Hemelvaart en Pinksteren.
Dan
volgt nu de tijd om in de praktijk te zien wat het heeft gebracht. Een
leerschool achter Christus. Hem te volgen in de stappen van
vernedering? Hem te
kennen in Zijn lijden en sterven? Om nu in een nieuw en godzalig leven
Hem
achteraan te kleven. Om zo te groeien in de genade. In kennis,
gerechtigheid en
heiligheid. Ja, Zijn beeld te vertonen in een wereld die helt naar de
dood. Een
wereld die dat niet ziet. Integendeel, roept: Vrede. Vrede en geen
gevaar. Maar
waar in eigen leven altijd de vraag leeft: Ben ik het Heere? Enerlei
wedervaart de rechtvaardige en de goddeloze. De
Heere maakt geen onderscheid in alles wat mensen wordt beschikt. Maar
waar
brengt het hen? Waar worden de blijde en droevige dingen van het leven
gebracht. Wat leert het mensen voor het eigen hart? Is er een
opmerkzaam hart.
Is er een opmerkzaam oor. Is er enige kennis aan de Toevlucht in leven
en in
sterven? Opdat
gij uw ziel zou uitdragen als een buit. |
|