Ik zal u niet begeven, noch verlaten. De Heere is een getrouw God. Hij geeft Zijn beloftes in Zijn Woord. Wie Hem aanroept in de nood, die vindt Zijn gunst oneindig groot. Het komt er echter op aan wat dit in het leven uit gaat werken. Mensen die de hulp van de Heere keer op keer inroepen hebben eigenlijk een grote verantwoording. De Heere geeft van Zijn kant steeds uitkomst. Dit wil echter niet zeggen dat er sprake is van een zaligmakende bekering in het leven. Velen denken naar de hemel te gaan met een bijzondere uitredding. Natuurlijk is het groot wanneer de Heere op het gebed antwoord geeft. Wanneer Hij hulp verschaft in nood. Als het hier echter bij blijft, het is te kort voor de eeuwigheid. Er zal in dit leven een veel grotere uitredding moeten komen. Mensen zullen van dood levend gemaakt moeten worden. Dit strekt veel en veel verder dan een gebedsverhoring. De
Heere wil de God van iedereen zijn. Op het noodgeschrei
doet Hij grote wonderen. Hij zal niemand begeven of verlaten die hulp
van Hem
verwacht. Hij helpt wanneer men Hem vraagt om Zijn hulp en bijstand.
Hij helpt
wanneer men Hem vraagt om steun en kracht. Doch wat werkt dit verder in
het
leven uit. Ziet men de bijzondere zorg van de Heere op dat moment en
leeft men
verder het leven zoals men dat gewoon was? Dan zullen al die bijzondere
ervaringen eenmaal tegen hen getuigen. Immers, tenzij een mens wederom
wordt
geboren, hij zal het Koninkrijk van God niet zien.
Wedergeboorte
is iets geheel anders dan een wonder of uitredding van tijdelijke aard.
Een
uitkomst omdat op de Heere was vertrouwd. Wedergeboorte is een wonder
wat de
staat van de mens aangaat. Het is een wonder waarbij een geestelijk
dode de
stem van de levende God gaat verstaan. En die het gehoord hebben zullen
leven.
Het heeft volkomen te maken met het houden van Gods heilige Wet in het
doen uit
dankbaarheid. Het
volk Israël moest in het leven ervaren dat ze geen hulp kregen
toen er iemand
in het leger was die gestolen had. Zo zal het ook nu nog zijn. Wanneer
er wordt
gezondigd, de Heere zal Zijn belofte niet doen meegaan in het verdere
van de
weg. Er zal ervaren worden dat het donker wordt. De lieflijke
tegenwoordigheid
van de Heere zal gemist worden. Natuurlijk weten mensen zich nog een
tijdlang
op de been te houden. Zichzelf te rechtvaardigen. Doch uiteindelijk
zullen ze
gaan merken dat de Heere niet meer helpt. Hij heeft hen wel begeven en
wel
verlaten. Alleen
een weg van bekering zal de belofte van de Heere opnieuw bestendigen.
Alleen
een weg van inkeer, afkeer en terugkeer zal doen ervaren dat de Heere
in alle
nood wil helpen. Dan klinkt het opnieuw: Ik zal u niet begeven en
verlaten. De
vreze des Heeren maakt rijk. Hij maakt in die weg al Zijn beloftes zo
waar.
Gods kinderen mogen daar in delen. Nooit zal Hij de val van Zijn
kinderen
gedogen. Steeds weer zullen ze zien hoe Hij keer op keer redt uit de
handen van
diegenen die sterker waren dan zij. De
Heere zoekt niet het sterke op. Hij geeft altijd Zijn hulp en Zijn
bijstand aan
het zwakke. Aan allen die in waarheid op Hem vertrouwen. Die geen
voetstap
kunnen zetten zonder Hem. Daar klinkt het: Ik zal u niet begeven, noch
verlaten. |
|