Bekeren
is omkeren. De
bekering van een mens is
niet iets abstracts. De bekering is een omkeer in het leven. Er wordt
een keuze
gemaakt om vanaf nu de Heere te volgen. Het is niet iets wat, zoals we
in
bepaalde kringen horen, pas na het meemaken van dit of dat misschien
mogelijk
iets van betekenis is. Wij zijn van nature zonder God. Wij leven zonder
God.
Wij zijn doof en blind. En we zijn op weg naar een eeuwig verderf. Als
er het grote Godswonder
in ons leven gebeurt wordt alles anders. We leren zien wie we zijn en
waar we
heengaan. We worden zoekend gemaakt en vroeg of laat vinders. We gaan
zien waar
we vandaan zijn gekomen. En voor het verdere van ons leven zoeken we de
dingen
die Boven zijn. We gaan merken dat we zo snel de weg kwijt zijn, maar
dat we
ook steeds weer door de Heere worden stilgezet en opgeraapt. Het
is een voortdurend
vastgehouden worden door de Heere Zelf. In de tijd die komt zullen we
de dingen
leren die te maken hebben met God en Zijn dienst. We leren Zijn wet te
begrijpen zoals is bedoeld. Het liefhebben van God en ook onze naaste.
We leren
het kwade te vlieden en in een nieuw en godzalig leven te wandelen.
Kortom, wat
we vroeger deden gaan we haten. En waar we geen zin in hadden gaan we
doen. Ons
leven is niet op onszelf
gericht maar op God. Elke dag keren we tot onszelf in. Zien we dat het
weer
alles zo tekort was. Maar ook elke keer leren we meer op de Heere te
vertrouwen
en op Zijn Woord. Wat mensen van ons zeggen of denken maakt niet langer
uit, we
leren alles zogenaamd schade en drek te achten. Alleen wat de Heere van
ons
vraagt is onze drijfveer in het leven. Dan vallen ook alle
eigengemaakte wetjes
weg. En zien we dat de dienst met de Heere een liefdedienst is. Wat
we verkeerd deden
proberen we in orde te maken. En zo niet, dan hebben we er verdriet
over. Toch
leren we ook om niet vast te blijven houden aan dat verleden. Want wat
de Heere
achter Zich werpt in een zee van vergetelheid hebben wij niet te
koesteren. Het
verleden is voorbij. Het is alles nieuw geworden. En zo willen en mogen
we
verder. Elke dag weer opnieuw. De
bekering van een mens gaat
ons gehele ik aan. Ons gehele
leven. Ons
denken. Ons doen en laten. Er is een nieuw mens geboren. En dat is te
zien. Dat
is te merken. Wanneer ze vragen wie we liefhebben dan weten we het te
antwoorden. Wanneer ze vragen welke de weg is die we gaan dan is dat de
weg van
het geloof. De weg die de Heere ons heeft gewezen. Natuurlijk zullen
mensen dat
al of niet aannemen. Maar daar komt dan al heel duidelijk openbaar of
men ook
dat leven kent. Mensen die weten van het spreken van de Heere in het
leven. Van
de wegen die de Heere wijst. Die zullen van het gaan en staan van
andere mensen
afblijven. Ze weten ook dat een ieder zijn of haar eigen weg gaat. Al
of niet
met de Heere. En daar eenmaal zelf verantwoording van af heeft te
leggen. Het
wil niet zeggen dat we geen vragen mogen stellen aan anderen. En dat
over een
weg die wordt gegaan. Maar oordelen en veroordelen is niet aan ons.
Daar is een
Rechter Die beslist. En Gods molens malen langzaam maar zeker. Het is niet om in vertwijfeling te
raken wanneer we
de weg die we gaan soms zo uitzichtloos vinden. Het is de weg van het
groeien
in het geloof en het vertrouwen op de Heere. Om zo ook
in de meest moeilijke wegen onze hoop en
onze verwachting te stellen op God
Die
van nu en voortaan ook onze God en hemelse Vader is. |
|