Hij die u
roept is getrouw. Die het ook doen zal.
Wat is de mens. Wat
is in hem te prijzen. Ondanks deze woorden heeft de Heere God gedachten
des
vredes gehad. Krachtens een plan van eeuwigheid is daar de roeping.
Uitgewerkt
in de tijd met een bekwaming. Om als een eenvoudig evangelist in dit
leven te
staan. Al is het in het ambt aller gelovigen. Als een stad op een berg
en een
licht op een kandelaar. Een verkondiger van goede boodschap.
En ieder mens die
geroepen is zal ook vrucht dragen. Voor de ene is het tien-, voor de
ander
twintig-, doch voor een derde honderdvoud.
En dan weet ook in deze de Heere in Zijn wijsheid
wat het beste is. In
een weg van volgen zal de Heere Zelf aanwijzen waar een taak ligt in
Zijn
koninkrijk. Ook in deze spreekt de Heere door Woord en Geest. Leert Hij
een
christen Zijn stem te verstaan.
De Heere werkt
ordelijk. Door de Heilige Geest worden alle dingen op Zijn tijd en
wijze
uitgewerkt. Doch Hij Die u roept is getrouw, Die het ook doen zal. Zo
kan een
belofte reeds in de jeugdjaren worden gegeven. Terwijl deze eerst op
latere
leeftijd wordt uitgewerkt. Een mens die voor een ander wordt gebruikt
heeft
vaak eerst zelf een weg te gaan. Om te
leren…………………….anderen
te begrijpen.
Liefde is de bron om
dienstbaar te zijn. Gewillig moet een christen vaak steeds opnieuw
worden gemaakt.
Het is niet altijd onwil. Onbekwaamheid in eigen oog kan zo’n
groot opstakel
zijn. Stuur maar een
ander……………….
Daar is echter ook
een andere houding: neem mijn leven, laat het Heere, toegewijd zijn aan
Uw eer.
Dan is in het geloof geen zee te diep, geen berg te hoog. Maar met mijn
God
spring ik over een muur. En in dat geloof zal een christen in staat
zijn tot
zeer kloeke daden. In God zullen we kloeke daden doen.
Het is geen
geheim
dat juist dan jaloersheid een grote rol gaat spelen. Die ander wil de
meeste
zijn. Het gaat niet meer over de eer van God. Hier wil een mens op de
troon
zitten. Doch het staat de Heere niet in de weg te verkiezen die Hij
wil. Te
sturen die Hij daartoe heeft afgezonderd. En een christen die de stem
van Zijn
Vader kent zal, hoe het ook moge tegenlopen, toch blijven volgen.
Volharden.
De Heere
maakt af
wat Zijn hand is begonnen. Een kind van God leert leunen op de
beloftes. Hij
beroept zich op Gods trouw. Op Zijn liefde. Stil en gerust vervolgt hij
de weg
die door dit leven wordt gewezen. Nee, het is geen roekeloos een weg
gaan. Keer
op keer zoekt hij of het licht op groen staat. Of niet de Heere hem een
halt heeft
toegeroepen. Tot hiertoe en niet verder. Juist dan kan het zo moeilijk
worden.
Want hoe moet het dan
wel…………………
Zo Hij vertoeft,
verbeid Hem. Hij zal zeker weer komen en niet achterblijven. Hij Die
belooft is
getrouw, Die het ook doen zal.
Een christen
heeft
dagelijks omgang met Zijn God. Als een afhankelijk kind kan hij geen
voetstap
zetten zonder Hem. Zo wordt Gods kind Zijn oogappel genoemd. Veilig en
vertrouwend kan en mag hij de weg vervolgen. Wetend gegraveerd te zijn
in
doorboorde handen. De naam in het boek des levens is opgeschreven. En
in het Kruis zal ik eeuwig roemen. Dan kan geen mens mij meer
verdoemen.
Wereldwijd
is daar
de gemeenschap der heiligen in de Heere. Zij verstaan elkaar door die
bijzondere band der liefde in Christus. Ze mogen elkaar tot een hand en
een
voet zijn. Want wat komt er niet op
af………………..
Is het niet
waar dat
veel door onbegrip wordt verdacht gesteld?
We kunnen het
zogenaamd van elkaar allemaal niet
overnemen………………….
|