Verstand
met Goddelijk licht
bestraald. Van
nature is ons verstand
verduisterd. We zien de dingen zoals ze niet zijn. Het ergste is dat we
dat
zelfs niet zien. We praten naar wat wij denken te zien. Vaak veel te
veel.
Luisteren niet en gaan door. Hierdoor maken we veel kapot. We doen
mensen pijn.
Omdat we denken dat wij hen kennen. Dat mogen oordelen wat zij doen.
Moeten
doen of laten. Ja, kort gezegd, hen zelfs op onze tijd in deze de les
te moeten
of mogen lezen. We doen hen in deze weg smart aan.
Verdriet. Maar bovenal God tekort. En stralen
ook niets uit van het genadewerk dat de Heere verheerlijkt in en aan de
Zijnen. Alleen
een wonder van genade
kan blinde ogen openen. Dit is niet iets wat eenmalig is. Dagelijks
zullen al
Gods kinderen ontdekt
worden aan datgene
wat ze ten onrechte dachten of spraken. Deden of juist niet. Gepaard
met schuld
en berouw zal men meer en meer zien wie ze zijn. Maar na ontvangen
genade
blijven. Onnutte dienstknechten. Die niet anders nodig hebben dan
dagelijks
onderwijs en dagelijks genade. Het
is heel bijzonder hoe
dit ontdekkend werk zijn vruchten afwerpt. Niet in de hoogte maar
steeds meer
in de diepte worden ze gevonden. Niet langer als mensen die het wel
weten. Maar
juist niet. Je vindt hen in gebed. Alvorens iets te ondernemen. Om hulp
en
bijstand af te smeken in het spreken en luisteren beide. Meer en meer
komen ze
erachter zonder de hulp en leiding van Gods Geest niets te kunnen. Hoe
onvolkomen het alles wat ze doen of laten zal blijven. Zelfs voor de
meest
gevorderde in de genade. Ja, juist zij zien dagelijks meer van de mens
die ze
zijn gebleven. Of nog steeds zijn. Nogmaals, ook na het ontvangen van
genade. Ja,
juist zij staan ernaar dit te zien. Zijn nooit tevreden met de mens die
ze na
het genieten van genade mogen zijn. Het zal altijd tekort zijn en
blijven weten
ze. Het
ontvangen van genade
gaat gepaard met de hulp en leiding van Gods Heilige Geest in het
leven. Door
die Heilige Geest worden mensen ontdekt aan schuld. Niet eenmalig maar
keer op
keer. Ze komen erachter hoe ze op de weg steeds meer zien van die oude
mens.
Die ze nooit geheel af zullen sterven. Maar die steeds weer de kop op
zal
steken. Dat vlees zal tegen de Geest de strijd in dit leven nooit
opgeven. Hij
zal, gedreven door de satan, tot het laatste toe proberen te
overwinnen. Het
Woord leert dat dit niet zal geschieden. De kop van de mensenmoordenaar
vanaf
het begin is vermorzeld. Doch dagelijks zal getracht worden mensen te
verleiden. Soms gaat het met geweld. Maar het meest gevaarlijk is dat
wat zo
heel langzaam erin sluipt. Meest door een gevoel dat we het nu wel
weten en
niets meer te vrezen hebben. Het zal een dagelijks alert blijven op
datgene wat
van binnen en van buiten op mensen afkomt. En uit God niet is. |
|