Bidden
Door de zonde
is de hele wereld verdoemelijk voor God. We
zijn volkomen uit God gevallen. Gewoon doodgevallen. Dood in de zonden
en de
misdaden. Er er was geen weg terug. In Zijn liefde heeft God Zijn Zoon
gezonden. Zo is er in en door de Heere Jezus Christus een blijvende
bemoeienis
van God met de wereld. En door het Woord en door de Heilige Geest zijn
er
dagelijks lessen omtrent deze vernieuwing in en van een mens.
Hij zendt wie
Hij wil. Mensen, die in het Koninkrijk van God
datgene doen wat God wil. Er zijn de bidders, de onderwijzers, de
pastorale
werkers. En uiteindelijk heeft ieder van Gods kinderen in het ambt van
alle
gelovigen een taak. Al deze mensen zijn zeer gewenst in de ogen van hun
God. Ze
zijn de parels in Zijn hand.
Al de
bemoeienis met mensen komt
uit God. Het is een eenzijdig Godswerk. Het is door God. En
uiteindelijk is de
lof en de dank voor dit genadewerk tot God. In het bidden staat het
wonder van
de geopende toegang tot God centraal. De mogelijkheid om door bidden en
danken
gemeenschap te hebben met God. Een weg die eigenlijk was afgesloten. In
een
moed- en vrijwillige zonde door mensen verbroken.
God is niet als
mensen. Hij zoekt
in genade de mensen steeds opnieuw op. In de volheid van de tijd heeft
Hij een
weg geopend door het zenden van Zijn Zoon. Maar in het verdere zendt
Hij mensen
om op te roepen tot bekering en geloof. Immers is door Woord en Geest
het
bekerende werk van God. Door de eeuwen heen zijn er steeds kleinen en
groten
van naam geweest, die de opdracht hadden op te roepen tot wederkeer tot
God. Dit
zal altijd zo blijven. Gods Geest roept en verkiest hen om als
arbeiders in
Zijn Wijngaard werk te verrichten.
Bidden is een
persoonlijke zaak.
En ook dit hangt nauw samen met aard, karakter, maar ook met gave. Dan
zal de
ene mens in het openbaar moeten voorgaan. Terwijl de ander niet meer
heeft dan
een eenvoudige binnenkamer. Een Abraham zal als voorbeeld gesteld
kunnen
worden. Maar in de Bijbel lezen we ook de eenvoudige woorden: Heere,
wees mij
de zondaar genadig. Dat tegenover het lange gebed want eigenlijk een
danken
was. Heere, ik dank U dat ik niet ben als…….
Vervolgens is
daar ook nog voor
mensen in de grootste vertwijfeling en aanvechting de belofte: Ik heb
voor u
gebeden dat uw geloof niet ophoude. Het is opmerkelijk hoeveel, in
eigen oog, vromen
weten te vertellen hoe het alles zou MOETEN zijn. Hoe zij met enkele
woorden de
kleintjes in de genade weten te overtreffen. Ja weten te kleineren.
Want het is
immers nooit goed zoals zij het doen of proberen in het verborgene. Het
op het
gevoel spelen van dergelijke predikers heeft gevolgen die ze zelf niet
kunnen
overzien. Eenvoudige en stamelende woorden waar ze niet over zouden
durven
spreken stoppen. En altijd weer stellen genoemde predikers zichzelf tot
een voorbeeld.
Bijvoorbeeld grijpen ze terug op hun eigen gebed wat ook zojuist weer
is
uitgesproken. Of ze wagen het op de kansel te vertellen hoe goed ze het
er in
hun gezin vanaf brengen. Ze hebben immers gisteravond zo gebeden. En
ook
vanmorgen aan de tafel was het weer zo geweldig. Zo, ja zo behoort het
te zijn.
Gelukkig dat de
Heere de Kenner is
van de harten. Dat Hij, eer er een Woord is gesproken, al weet wat er
gaat
komen. Dat het eenvoudige kindergebed: Heere, zegen deze spijze, in
Zijn ogen
al genoeg is. Is het niet zo dat een zucht de Heere kan behagen? En dat
Hij
over die bijzondere gebeden zegt: Doe dat getier weg van mij!! Getuigen
immers
de eenvoudigste gebeden niet van de meeste eerbied voor God en de
kleinste
gedachte van de mens?
|