Bloed
en water. Om
rechtvaardig voor God te
kunnen zijn hebben mensen het bloed nodig wat is gestort door de Heere
Jezus. Het
bloed wat vloeide op Golgotha. Zodat wij de Goede Vrijdag wel de
afbetalingsdag
noemen. Het bloed, waardoor de zonden worden verzoend. Zodat mensen
weer voor
God kunnen bestaan. Wanneer er nieuw leven wordt geboren, wanneer
mensen op de
Heere Jezus mogen zien, de zonden zijn
vergeven. Doch
er is meer nodig. Op
Golgotha vloeide ook water. Het water wijst
op de reiniging. Zoals door het bloed wat is gestort
vergeving van
zonden is, zo is het water wat vloeide
uit de zijde van Jezus nodig om ons geheel en al te reinigen. Om ons te
heiligen. In
een dagelijkse bekering
is door Woord en Geest ontdekking aan alles wat niet is naar Gods
heilige wil
en wet. Aan alles wat wij doen of denken en wat voor God niet kan
bestaan. Ons
hele zijn wordt voor de spiegel gezet. Dagelijks worden we ontdekt aan
schuld
en tekort. Wees heilig, want Ik ben heilig. Het is maar een kleine
opdracht.
Doch deze gaat het gehele leven aan. Nooit zijn Gods kinderen
uitgeleerd. Zodra
ze denken dat het nu wel goed is, wordt middels onderwijs het tegendeel
duidelijk. Er
komt licht in de
duisternis van ons bestaan. In alles wat we doen en laten en wat buiten
Christus is. In een dagelijkse bekering moeten alle zondige begeerten
en lusten
blootgelegd worden. En de bede klinkt op: was mij geheel, zo zal ik
witter dan
sneeuw wezen. Die oude mens wordt steeds
kleiner. Voor de beleving alsmaar groter. Want wat nog nooit was
gezien, het is
nu een open boek. En het wonder van de genade die is ontvangen wordt
ook
alsmaar groter. Dat dit nu toch op mij was gemunt. Er gaan zoveel
verloren. O
zeker, de genadepoort
staat open. Doch om zaligmakende genade te
ontvangen is een wonder nodig. Van nature
zoekt niemand naar God. Natuurlijk wil men wel in de hemel komen. En om
daarom in
de Heere Jezus te geloven is ook zo moeilijk niet. Maar het is zo nodig
te
weten dat er naast een historisch geloof ook een zaligmakend geloof is.
Een
geloof waarin wordt gezien wie je nu eigenlijk bent. Zalig worden gaat
niet
buiten jezelf om. Er gebeurt iets in je. O zeker, men zoekt in het
werkhuis God
te behagen. Men zoekt naar dat waar je de Heere mee kan dienen. Het is
echter
zo geheel anders. Wij hoeven God niet te behagen. En Hij moet en wil
ons
dienen. Maar daarom moeten we ons wel willen laten bedienen. Met
zaligmakende
genade. Met het bloed tot verzoening en met het water tot onze
reiniging. We
zijn Gods beeld
kwijtgeraakt in het Paradijs. Alleen een wonder van genade kan ons weer
dat
geven waarmee we voor God opnieuw kunnen bestaan. Het is een zuiver
zicht op
wie we zelf zijn. De zogenaamde zelfkennis. Een zuiver zicht op de
Heere Jezus.
En daardoor ook een kennis van God in beginsel. Wanneer
we door genade mogen
gaan lijken op de Heere Jezus, dan zullen we Gods beeld gaan vertonen.
Het
beeld wat we in het Paradijs kwijt zijn geraakt. In de Heere Jezus
Christus
zijn we voor God rechtvaardig. Dan ziet Hij geen schuld meer in ons.
Delen in
Zijn mededeelbare eigenschappen doet ons als kinderen van God een licht
in de
wereld zijn. Dit zijn geen dingen waarop we ons beroemen. Het is enkel
genade
en een groot wonder. Doch we weten wel
dat we blind waren en nu mogen zien. De
genade van de Heere Jezus
werkt het zaligmakend werk uit in ons leven. Mensen die dood waren
mogen nu echt
leven. Hier in het beginsel en straks volmaakt. Het
ware leven, lieven,
loven, is daar waar men Jezus ziet. |
|