Bouwen
en bewaren. De
Heere vraagt in Zijn
Woord om de aarde te bouwen en te bewaren. Dit vraagt in alles verstand
met
goddelijk licht bestraald. Vragen rijzen op. Dagelijks is er de bede of
de
Heere ons wil ontdekkend aan schadelijke wegen. Heel bewust is er het
omgaan met
datgene wat we doen en laten. Nogmaals, vragen rijzen in ons op. Wat
doe ik.
Waarom doe ik dat. Wat is het doel van datgene wat uit mijn hand
voortkomt.
Breek ik dingen af. Welke dingen breek ik af. Waarom breek ik ze af.
Bouw ik
wat op. Wat bouw ik op. Waarom doe ik dat. Welk doel heeft hetgeen ik
zo doe.
Wat beoog ik met hetgeen deze dag uit mijn hand voortkomt. Leven
met de dag is iets wat
we als christenen moeten leren. We moeten dat altijd voor ogen houden.
Wij
weten niet hoe het morgen zal zijn. Wij kunnen in de toekomst niet
kijken. We
kunnen plannen maken. Dingen vermoeden of denken. Maar het beleid van
het leven
is van de Heere. Die zo dikwijls laat zien: Mijn gedachten zijn de uwe
niet.
Mijn wegen zo geheel anders dan dat gij denkt. Daarom blijft het een
opdracht om
te leven met deze dag. Te doen wat onze hand vindt om te doen zoals we
mogen
weten dat het de Heere is Die ons leven bestuurt. Niet met het doel om
ons te
verheffen. Maar om Zijn Naam uiteindelijk eer te geven. In het volgen
van Hem. Bij
alles wat uit onze hand voortkomt behoort de liefde centraal te staan.
Het
alles zal uit liefde tot de Heere en tot de naaste gedaan dienen te
worden.
Niet omdat we dat zo inkleden maar omdat het uit ons hart voortkomt.
Een hart
wat wedergeboren dient te zijn tot een levende hoop. Een hart waarin de
liefde
uitgestort dient te zijn. De Heere wil aan die dingen die uit liefde
worden en
zijn gedaan Zijn zegen verbinden. Ook al is dat voor ons schijnbaar zo
onmogelijk. Het zal in de eeuwigheid openbaar komen wat eea heeft uit
mogen
werken. Welke zegen ons leven heeft mogen wegdragen voor onszelf en
anderen. Of
daarin Gods eer op het hoogst werd en wordt geprezen. Het
is duidelijk dat de
Heere ook kromme en verkeerde wegen wil gebruiken om Zijn Naam te
prijzen. Wat
bijvoorbeeld ten kwade is gedacht zal ook het goede uit kunnen werken
zo de
Heere dat belieft. De grote vraag is echter welk hart schuilt achter de
gedane
daden in het leven. Is het een hart wat de Heere vreest wat ondanks
fouten en
gebreken, ja ondanks zonden toch Hem liefheeft. Of is het een hart wat
zich
altijd maar blijft verzetten tegen het belijden van schuld en het
vragen om
vergeving. Is het een hart wat zich afkeert van genade. Wat het zelf
allemaal
wel weet en op eigen eer uit is. Het bouwen en het bewaren van datgene
waarin
een mens door geboorte is gesteld is een zaak van het hart. Een hart
wat eigen
wegen gaat of vraagt welke de weg is die de Heere wijst. Een hart wat
in
zichzelf geen goed kan vinden. Waar het alles zo onmogelijk is en
lijkt. Die
als Gideon geen enkele kracht ziet waarin het zou kunnen. Toch wil de
Heere
juist deze twijfelaars bekwaam maken in Zijn dienst. Mensen die het van
zichzelf niet kunnen en niet willen. Die laat Hij in afhankelijkheid
van Hem de
grootste daden verrichten. Niet om hen. Maar omdat deze mensen rijp
zijn
gemaakt alles alleen van Hem te verwachten. En zo gebeuren er nog
wonderen. |
|