Een
christen.
Het
leven van een christen is een
volgen van de Heere Jezus in elk opzicht. Het is de weg achter Hem aan.
De weg
van de vernedering. Het dragen van een kruis. Het is een ervaren van
veel
tegenstand. Niet te worden geacht. Onbegrepen.
Doch in hen is die kracht van de
Heilige Geest. Om te volharen. De derde Persoon in het Goddelijk Wezen
zorgt
ervoor dat afgemaakt wordt wat eenmaal door de Heere Zelf is begonnen.
In een
geleid proces wordt onderwijs ontvangen. Hemels onderwijs. Zodat
uiteindelijk
het Woord gaat leven in een rechte gestalte. Dit is mogelijk door
geschonken
verlichte ogen van het verstand. Zien wat je nog nooit hebt gezien.
Horen
waarvoor je eerst doof was. Zo wordt aan de roeping van een christen de
bekwaming toegevoegd. En worden ze dienstbaar gesteld. In Gods
Koninkrijk. Om
straks toch behouden aan te komen in het hemelse Jeruzalem.
Wat is het
een wonder wanneer een
werelds mens tot God wordt bekeerd. Maar nog groter wonder is het
wanneer een
godsdienstig mens ontdekt wordt aan zichzelf. Met zijn gehele
eigengerechtigheid ondersteboven gaat. En zou het niet groot zijn
wanneer de
Heilige Geest zo
eens door de vroomheid
ging blazen? Wanneer wetjes en regels niet langer meer gezien werden
als
betaalmiddel? In een leven vol angst en bekrompenheid zou Liefde worden
geboren. Christus zou Zijn intrek kunnen nemen in het hart. Er zou
plaats komen
voor Hem in al Zijn schoonheid. Hij is immers niet gekomen om duizend
plichten
aan de mens op te leggen. Ik ben niet gekomen om gediend te worden.
Maar om te
dienen.
Christus is de Weg. Hij is de
Waarheid. Het Leven. En wie tot Hem komt wordt niet uitgeworpen. Komen
zoals je
bent. Met al het zondevuil wat van nature wordt meegedragen. En waar
door
ontdekkend licht van de Heilige Geest dagelijks meer van wordt gezien.
Moede
kom ik arm en naakt. Tot de God Die zalig maakt. Een nodigen met een
belofte.
KOM en IK ZAL!
Met Christus gaat alles
veranderen. Het gehele leven krijgt een nieuwe glans. Een nieuw
godzalig leven
verspreidt licht. Ik ben het LICHT der wereld. Zo zijn christenen
beelddragers
van Christus. In een weg van vernedering. Zo ZIJN ze de Christus.
Christus
heeft de wereld overwonnen. Zo zullen ook diegenen die Zijn beeld
dragen vrucht
zien op al hun arbeid. En al wat gij doet zal wel gelukken. Enkel
zaaien is de
opdracht die ze ontvangen van hun hemelse Zender. De wasdom houdt God
voor
Zichzelf.
Als kleine
radertjes in de hand
van God is ieder christen nodig en nuttig bij Hem. Daar is het ambt
aller
gelovigen. Heere, wat kan ik voor U doen? Voor U betekenen? Heere, maak
mij Uw
wegen door Woord en Geest bekend. En de Heere laat geen bidder staan.
Dus krijg
ik van mijn plicht. O God een klaar bericht. Door meerder ontdekkend
licht
wordt onbekwaamheid in eigen oog groter. De duivel zal alles
bewerkstelligen om
vrijmoedigheid teniet te doen. Doch Mozes KWAM toch terecht waar de
Heere hem wilde
hebben.
De Heere Jezus woonde tussen het
volk. En ze hebben Hem niet gekend. Niet erkend. Veracht. Bespot.
Geslagen.
Menend dat Hij van God was veracht. Ook hierin leren christenen de
Heere
volgen.
Doch de Heere Jezus bleef niet in
het graf. Hij is opgestaan. En van Simon gezien. God staat in voor Zijn
eigen
werk. Dit getuigt de trappen van de verhoging. Zo is Hij opgevaren. En
eenmaal
zullen met Hem al de Zijnen zijn. Genodigd aan de ronde tafel van de
bruiloft
van het Lam. Verhoogd. De eerkroon dragend.
En zij
begonnen buiten te staan.
Niet geluisterd. Zich verzet. Het beter wetend.
Gij hebt niet gewild dat IK Koning
over u zou
zijn……………….
|