Wanneer is een mens een christen.
Dat kan je zien.
Dat kan je horen. Een christen hoort bij Christus. Een Christen lijkt
in alles
op de Heere Jezus. De Heere Jezus is de Zoon van God. En door Christus
ben je
ook een kind van God. Een kind van God is wel op deze aarde. Maar hij
voelt
zich bij de zonde niet thuis. Als hij bemerkt dat ergens gezondigd
wordt, hij
neemt er afstand van. Hij is liever alleen en met de Heere, dan met
mensen die
het kwade doen.
Christenen
kunnen hierdoor erg eenzaam worden.
Kinderen die de Heere zoeken hebben soms weinig vriendjes. Vooral
wanneer Gods
kinderen moeten leven tussen mensen die de Heere niet kennen, het kan
heel erg
moeilijk worden. Het is een mogelijkheid om iedereen vaarwel te zegen.
Een
nieuw leven te beginnen. De Heere kan een christen echter ook roepen om
het
evangelie van genade te verkondigen. Om temidden van mensen die de
Heere niet
kennen te spreken over Hem. Christenen denken van zichzelf dat ze daar
niet
geschikt voor zijn. Maar de Heere maakt dat het kan. Hij roept niet
alleen. Hij
maakt mensen ook bekwaam. Er kan een hele lange weg nodig zijn om
mensen daar
te brengen waar de Heere ze wil hebben. We kunnen denken aan Jona.
Door de Heilige Geest komt er
vrucht op arbeid in
Gods Koninkrijk. Doden gaan de stem van de levende God gaan verstaan.
De
grootste spotters kunnen tot God worden bekeerd.
Niets is
mooier voor een christen wanneer hij dit op
mag merken. Vrucht op zijn arbeid. Het kan ook zo zijn dat het anders
lijkt.
Het is alsof niemand wil luisteren. Eigenlijk een beetje spotten met
hetgeen ze
horen. Zo was het ook in de tijd van Noach. Ze dachten eigenlijk dat
hij niet
goed bij zijn verstand was.
Christenen
kunnen wel eens mismoedig zijn. Elia
vroeg zelfs of hij mocht sterven. Hij dacht dat het toch allemaal geen
zin meer
had. De Heere geeft echter steeds nieuwe moed en nieuwe krachten. Er
blijft
altijd werk voor Gods kinderen zolang
ze
op de aarde zijn. Steeds opnieuw wijst De Heere wegen om te werken in
Gods wijngaard.
Er staat in de Psalmen: Dus krijg ik van mijn plicht, o God een klaar
bericht.
De duivel
probeert christenen van alles wijs te
maken. Hij doet ze bijvoorbeeld geloven dat ze niet mogen spreken. Hij
zegt:
doe het maar niet, ze lachen je toch uit. En wanneer Gods kinderen iets
zeggen,
hij zorgt er snel voor dat hun mond weer gesloten wordt. Wanneer de
Heere
echter een plan heeft gemaakt, niets zal Hem tegenhouden. De Heilige
Geest
zorgt ervoor dat alles wat de Heere wil gebeurt. Altijd weer weet de
Heere een
weg te vinden om mensen tot Zich te trekken. Zelfs Saulus werd tot God
bekeerd.
De Heere wil
eigenlijk dat niemand
verloren gaat.
Het is heel
erg wanneer in kerken wordt verteld dat
het eigenlijk bijna onmogelijk is om ‘bekeerd’ te
worden. Dat de Heilige Geest
er waarschijnlijk niet meer is. Zolang de wereld bestaat zullen er
steeds
mensen levend worden gemaakt. Ze worden uit de duisternis geroepen tot
Gods
licht. Gods kinderen weten te vertellen hoe dit in hun leven is
gebeurd. Ze
zeggen: ik was blind. En nu zie ik. Ik kende de Heere niet. Maar het
behaagde
God Zijn Zoon in mij te openbaren.
Er kunnen
tijden in het leven komen dat alles toch
weer heel donker wordt. Dan onderzoeken ze zichzelf of ze zich toch
niet
vergissen. Het kunnen de omstandigheden zijn die hen doen twijfelen.
Zou de
Allerhoogste van mijn klagen en bittere rampen wel kennis dragen? Deze
bange
vragen brengen hen weer heel dicht bij de Heere. En ze kunnen het niet
eerder
weer geloven, dan wanneer de Heere Zich opnieuw aan hen laat zien.
Er zijn
mensen met weinig genade. Zij twijfelen heel
snel. Er zijn ook mensen die meer genade kennen. Hun geloof is wat meer
geoefend. En dan zijn er ook nog christenen die als het ware op een
heel goed
fundament staan. Er kunnen hele zware stormen komen, en nog twijfelen
zij niet.
Het zijn de geoefende christenen. Het zijn de mensen die heel veel voor
anderen
kunnen en mogen betekenen. Ze zijn van God geleerd. Ze hebben de hemel
in het
hart. We noemen hen ook vaders en moeders in Israël. Deze
mensen hebben vaak
een heel moeilijk leven gehad. Dit bracht hen heel dicht bij de Heere.
|