Corona De
Heere spreekt in het
leven van elk van Zijn kinderen. Zij hebben geleerd Zijn stem te
verstaan. De
Heere komt met Zijn zegen. Ze merken het op. Dankbaarheid vervult dan
het hart. Doch
het kan ook zijn dat de
Heere met Zijn straffende hand komt. Dat zijn ook dingen om op te
merken. Stil
bij te staan. Want wie heeft de Heere op het oog. Jona heeft het
ervaren toen
hij op het schip naar Tarsis was gegaan. Het lot werd geworpen en het
viel op
Jona. Toen hij overboord was geworpen stilde de zee. Wat
een les voor ook deze
tijd. Nu het corona-virus is gekomen. Het is gekomen tot de gehele
wereld.
Zoals ook de Heere tot de hele wereld kwam. Maar wie herkent nu de stem
van
Hem. In een tijd van corona. Het is gemakkelijk om te wijzen naar hen
die toch
nog de cafés bezoeken terwijl het is verboden. Op te merken hoe deze en
gene
toch nog blijft hamsteren. Het is ook op te merken hoe velen het maar
aanvaarden als zijnde een ziekte die is gekomen. Een tijd waar we
moeten
doorheen zien te komen. Doch
de Heere spreekt. En
dat is een ding wat zo vaak wordt vergeten. Er wordt aan voorbij
gegaan. De
wereld kent het niet. Maar de kerk? In deze tijd. Wat gaat er vanuit?
Natuurlijk
wordt gebeden om bewaring. En dat is goed. Natuurlijk wordt gebeden om
de
ziekte te ontlopen. Om de ziekte een halt toe te roepen. Doch waar is
nu het
volk wat in schuldbesef neerzit. Wat zich afvraagt: ben ik het Heere?
Het volk
wat het weet: wij hebben God op het hoogst misdaan en zijn van het
heilspoor
afgegaan. Ja, wij en onze vaderen tevens. Niet de wereld. Maar de kerk.
U en
ik. Is
het toevallig dat kerken
op zondag zijn gesloten? Is het niet anders? Nemen we het als
kennisgeving aan?
Avondmaalsvieringen die niet worden gehouden. Is het alles niet reden
om wakker
te worden? Om te vragen wat de Heere ons heeft te zeggen? Wat de Heere
u te
zeggen heeft. Jou. Mij. We
leven in een tijd waar we
waken voor eenzaamheid. Doch de Heere spreekt anders. En zorgt voor
eenzaamheid. Ouderen die niet kunnen worden bezocht. Mensen die niet
anders
kunnen dan thuis door te brengen in eenzaamheid. Doch de Heere stelt er
ook
iets tegenover. De Heere wil Zichzelf wegschenken. De Heere biedt Zijn
vriendschap
aan. Hij nodigt. Hij nodigt mensen die weten van schuldbesef. Hij
nodigt mensen
om met de nood van hun leven tot Hem te gaan. En wie mag weten van Zijn
bescherming weet zich veilig in de meest duistere nacht. Zij worden
niet
beheerst door angst. Maar door de wetenschap dat ze zich veilig mogen
weten bij
de Heere Jezus. Die met Zijn bloed ook hun zonden op Zich nam. Dan
wordt het wonder zo groot:
waarom was dat op mij gemunt. Waar zo velen gaan verloren. Die geen
ontferming
kennen. Dan wordt niet gewezen naar hen die roekeloos door het leven
gaan. Met
of zonder corona. Maar dan wordt men bewogen met allen die zonder de
Heere
Jezus in het donker lopen. In de angst van hun leven niet weten waar ze
het
moeten zoeken. Dan roepen ze het uit: zie op Hem! Die redt uit de
grootste nood
en brengt tot het hoogste goed. |
|