Schuld.
We
zijn er van onszelf zo
goed in om alsmaar naar die ander te kijken. Te blijven kijken. Die
ander, die
in een tijd van getroffen maatregelen in verband met Corona zich daar
niet aan
houdt. Die ander, die nog dit of dat nog doet. Terwijl wij zelf denken
het zo
goed te weten. En te doen. Het is een tijd van steeds verder
aangescherpte
maatregelen. Ook daar weten we een kaartje aan te hangen. Dat komt
omdat die of
deze zich in het weekend op de stranden heeft begeven. En in wezen zijn
we boos
op al die mensen die volgens ons de oorzaak zijn van veel strengere
maatregelen. We
vergeten dat de Heere
niet hen maar ons, u, jij, mij in deze iets heeft te zeggen. Wanneer er
nog
scherpere maatregelen worden getroffen is Hij het Die dat nodig vond.
Dan is
Hij het Die mensen op hun plek wil brengen. Die heeft gezien dat de
maatregelen
die getroffen waren niet voldoende waren. De Héére wil niet dat het
langer gaat
zoals het ging. Híj zet een streep door alles. En een streep door het
leven van
ons allen persoonlijk. Daarbij heeft Hij dus maar één doel. Mensen
stilzetten. Mensen
dicht bij zichzelf brengen. Met de vraag: wie ben ik. Wie ben ik Heere
voor U. En
wanneer je stil wordt gezet komt schuld en zonde openbaar door Woord en
Geest. Dan
ben jij de oorzaak van de maatregelen die worden genomen. Van de
omstandigheden
die er zijn. Van het virus dat heerst. Dan moet je het leren: het is
goed voor
mij verdrukt te zijn geweest. Dan ben je niet langer boos. Maar
dankbaar. De
Heere wil namelijk dat wij persoonlijk het bij Hem zoeken. Met de vraag
wat Hij
te zeggen heeft. Met de vraag: Is er in mij een schadelijke weg. Leid
mij op de
eeuwige. Dat is wat de Heere beoogt. In deze moeilijke tijd. Hij
spreekt. Tot
u, tot jou en tot mij. De
grote vraag is dus wat
Hij te zeggen heeft. De grote vraag is niet waarmee wij anderen de weg
moeten
wijzen. Bekritiseren. De grote vraag is om met jezelf in conclaaf te
gaan. De
deuren te sluiten en je knieën te buigen. Spreek Heere, want Uw knecht
hoort.
In een leven van alle dag, met alle drukte die er was, zijn we mogelijk
hieraan
voorbij gegaan. We gingen door. We gingen verder. We wilden meer. We
wilden
hoger. Maar het is voorbij. De Heere spreekt. Hij heeft een halt
toegeroepen.
We moeten loslaten. En eindelijk eens bij onszelf beginnen. Nogmaals,
de Heere spreekt.
Maar Hij spreekt met een doel. Opdat wij Zijn stem leren verstaan. Hij
komt nog
met Zijn genade tot mensen. Hij roept hen om met de hopeloosheid van
dit moment
tot Hem te komen. Het is niet voor niets dat kerkdiensten niet meer op
de
gebruikelijke wijze door kunnen gaan. Het is niet voor niets dat er
geen Heilig
Avondmaal meer kan worden gevierd. Het is niet voor niets dat …….. Wanneer
we mogen weten en
geloven dat de Heere alles bestuurt en boven alles staat dan weten we
het
antwoord. Dan weten we de oorzaak. Er ligt schuld. Er ligt schuld bij
de kerk.
En omdat er schuld bij de kerk ligt gaat de Heere erin blazen. Nooit
hebben we
te denken dat de schuld bij de wereld ligt. We hebben de schuld veel
dichterbij
te zoeken. De schuld ligt bij onszelf. Bij u, bij jou en mij. Wij
hebben God op
het hoogst misdaan. Wij zijn van het heilspoor afgegaan. Wanneer we
zover komen
dat we onze schuld erkennen is er altijd een weg naar Boven. Om onze
schuld te
belijden. Dan staan we niet meer voorop met ons doen en laten, maar
komen we op
het onderste plekje terecht. Wee mij, dat ik zo gezondigd heb. |
|