De nood van de
kerk. Tja,
daar zit dan zondag aan
zondag een gehele gemeente te wachten
op……………..en er
gebeurt helemaal niets. En
zolang dat niet gebeurt, ja, daar moet je gewoon in berusten. De kerk gaat
uit. De preek is
afgelopen. En het leven van alle dag gaat weer beginnen. Dagen rijgen
zich
aaneen tot weken, maanden en jaren. Het is niets en het zal ook nooit
iets
worden zo. De kerkgangers worden in slaap gesust. Rustig gehouden. En
geen
vuurprofeet die hen vastgrijpt. Wakker schudt. Totdat………….. Daar
is die derde Persoon in het
Goddelijk Wezen. En de Wind waait waarheen Hij wil. Raakt aan die Hij
wil. En
zomaar een mens uit de gemeente wordt onrustig. Kan het niet meer vinden onder
hetgeen aangereikt wordt. Gaat opzoek. Daar moet
toch iets zijn………..en
het proces is begonnen. Wie aangeraakt wordt met een kooltje van het
Goddelijk
vuur wordt nooit meer losgelaten. En voortaan zullen alle dingen
medewerken ten
goede. Waarom?
Ik doe het niet om
uwentwil, het zij u bekend. Het is om Mijns heiligen Naams wil. Omdat een
gemeente, ja meerdere,
op weg zijn naar een eeuwig verderf. En die ene
mens? Ach, in de ogen
van al die slapende mensen is het een onruststoker. Iemand die niet wil
luisteren. Niet naar vleiende taal. Niet naar harde woorden.
Uiteindelijk: laat
maar……. Doch wie
niemand hebben wil, die
is voor de Heere. En dan zal Ik het maken. Uit
de godsdienst geleid. Tot het
Licht gebracht. Op weg
geraakt…………….. Een gedachte
die is gebaseerd op
hetgeen ‘oude schrijvers’ nagelaten hebben. Maar
het is niet eerlijk. Alleen
wat men kan gebruiken wordt
geciteerd…………………
Er is veel
meer…… Een christen is een mens
die mag geloven te leren leven uit Christus. En iedere dag is er wel
iets
waardoor hij geoefend wordt het beeld van Christus te dragen. Ja, maar,
dat is
toch een beetje een mens opknappen? Nee, dat is de heiligmaking. Door
ontdekkend licht ziet hij meer en meer zichzelf. Daar is de strijd
tegen dat
eigen ik. Hij ziet ook bij een ander wat van nature in het eigen hart
leeft.
Het zijn de werken van de satan. Ook hiertegen bindt hij de strijd aan.
Soms
lijkt het alsof hij ten onder zal gaan in die voortdurende oorlog. Niet
staande
zal blijven. Daarentegen komt hij meer en meer gelouterd uit de golven.
Hij
groeit juist op in ramp en tegenspoed. En dat is dan eenvoudig de groei
oftewel
opwas in de genade. En iedere ware
christen heeft de
begeerte anderen te winnen. Te roven van die weg naar de hel. Heere,
wat kan ik
voor U doen? Zo kan het zijn: Betrouw dat aan getrouwe mensen, welke
bekwaam
zullen zijn om ook anderen te leren. In zichzelf onbekwaam. Hoe zal dit
zijn? Doch Ik
wil…. en
zij………….zullen. |
|