De tale Kanaäns.
God kinderen spreken de tale
Kanaäns. Dit heeft
niets te maken met de zogenaamde spreektaal. De tale Kanaäns
is datgene wat de
schat verwoordt die in Christus is te vinden. Er staat in het woord
heel
duidelijk dat je, wanneer je jong bent, spreekt als een kind. Wanneer
je ouder
wordt zal de kennis van de leer die is naar de Godzaligheid
vermeerderen. Er
zal in een omgaan met mensen die op een andere wijze verwoorden wat zij
uit de
volheid van een drie-enig God ontvangen toch iets zijn wat elkaar zoekt
te
verstaan. De liefde van Christus bindt samen en maakt uiteindelijk een
weg door
iedere schijnbare onmogelijkheid. Kinderen
worden in het gezin en op school de eerste
beginselen van de leer die is naar de Godzaligheid bijgebracht. Bij het
zitten
onder het gehoor zal blijken dat de spreektaal over het algemeen voor
hen snel
te moeilijk is. Gelukkig wanneer kinderen ouders hebben die na de
dienst met
hen spreken over die dingen die eigenlijk te moeilijk waren. Zo worden
kinderen
verder geleid. Ook is een preekbespreking een idee om de jeugd extra
aandacht
te geven. De
duivel kan een te moeilijke preek gebruiken een
afkeer te krijgen van de godsdienst. Het is als bij een baby die
kokhalst bij
het eerste vaste voedsel wat hij ontvangt. Altijd weer is tact en
wijsheid
nodig anderen te onderwijzen. Terugvragen is iets wat iedere leraar
moet leren.
Kritiek op de prediking is alleen maar om van te leren. In
het leven zal echter blijken dat ook een te
moeilijke trant van preken het niet in de weg zal staan een mens tot de
zaligheid te brengen. Wanneer de Heilige Geest Zijn werk begint, Hij
zal door
alle muren heendringen. Dit zal ook in meerder verwondering eindigen.
Het is
door U alleen, om het eeuwig welbehagen. Herinneringen
uit het verleden, hoe het in eigen oog
dus niet moet, kunnen weer tot nut zijn voor diegenen die wij hebben te
onderwijzen. Doch volmaakt zal het ook uit onze hand nooit voortkomen.
Hier
beneden is alles door de zonde verbroken. Het zal altijd ten dele
blijven. Het
gehele leven blijft een leerschool. En zo mogen we voortdurend leren
van
anderen die ons hun gedachten en mogelijk bevinding zeggen. Er
is een tijd geweest dat de ouderen het laatste
woord altijd hadden. Zij wisten het beter en die aan hun zorgen waren
toevertrouwd hadden te zwijgen. Dit heeft niet sporadisch geleid tot
frustraties. Het is nuttig en noodzakelijk open te staan voor de mening
van
elkaar. Het zal altijd een elkaar aansporen zijn op de weg. En zeker in
de leer
die is naar de Godzaligheid. Voor
iedere groei in het eigen leven is een
persoonlijke geloofsbeleving onlosmakelijk hieraan verbonden. Het
spreken over
de drie Personen van het Goddelijk Wezen kan een puur theoretische zaak
zijn.
Een kwestie van dogma’s. Doch in een persoonlijke
geloofsbeleving speelt de
bevinding een rol. De ervaring. Wat zegt mij mijn geloof in God. Hoe
ervaar ik
dat er een God is Die leeft. Wat heeft Hij mij te zeggen in mijn leven
in Zijn
Zoon. Daarbij
komt dan de ontdekking door de Heilige
Geest. Wie ben ik van mezelf. De bewustwording zo voor God niet te
kunnen
bestaan. Het inleven van schuld voor een heilig en rechtvaardig God. En
uiteindelijk de vergeving van zonden. Doch het gaat verder. Het leren
leven in
een nieuw en Godzalig leven. De weg bewandelen die de Heere wijst door
Zijn
Woord en Geest. Om vruchten te dragen die tot geloof en bekering van
anderen
leiden. In een weg van meerder ontdekkend licht er achter te komen dat
al
hetgeen dat uit een mens is voor God niet kan bestaan. Dat de vrucht
gevonden
wordt in Christus. En dat de eerste vrucht de liefde is, die in het
hart is
uitgestort. Daarin is voor wrok of wrevel geen plaats. Wanneer de Heere
het
behaagt te roepen en te bekwamen voor
Zijn dienst, er schiet enkel verwondering en ootmoed over. In een weg
van
bewogenheid met anderen wordt de liefde geboren om in een nieuw leven
in Gods
Koninkrijk dienstbaar te zijn. En dan wordt het wonder nog groter
wanneer wordt
ervaren dat de Heere Zelf hierin een plaats heeft voor ieder die Zijn
Naam
vreest. Waar
het hart vol van is, daar stroomt de mond van
over. Mensen die niet weten wat ze ervaren wanneer in hun midden
plotseling
iemand staat die de dingen verwoordt. Het ongewone in een slapende
gemeenschap
leidt tot wrevel. Men wil niet nadenken. Men vindt het zo wel goed.
Doch de
Heere is onverbiddelijk in hetgeen Hij Zich heeft voorgenomen. En zo
zal Hij
wegen vinden om Zijn plan wat Hij van eeuwigheid had bedacht ten
uitvoer te
brengen. Mensen worden geroepen en geleid tot het werk wat zo hard
nodig is. En
wanneer niemand het meer gelooft, dan gaat het aan op een nieuw wonder.
Een
nieuw licht gaat schijnen. Er komt een lichtstraal in de donkere nacht.
En het
wonder van Gods Heilige Geest is, dat een klein vonkje door die Wind
uiteindelijk tot een groot vuur wordt. |
|