Doorgrond
en ken mij. Het is van het grootst belang de woorden van de dichter van psalm 139 te overdenken. Doorgrond en ken mij. Er is een zogenaamde bekering die gaat voor een heel bijzondere ervaring in het leven. Een bekering die moet voldoen aan bepaalde punten. Je hoort het soms preken. Eerst moet dit gebeuren. En dan komt dat. En als het dan zover is, dan is het nog niks. Want dan ontbreekt er nog zoveel aan. Gods Woord leert
het anders. Van eeuwigheid is een volk
uitverkoren die zeker zalig zal worden. Die van dag tot dag worden
geleid door
Woord en Geest. Die zich leren afvragen of ze niet van de weg af zijn.
Die zich
onderzoeken en het uitroepen: Is er in mij een schadelijke weg? Leid
mij op de
eeuwige. Bang de Heere te kort te doen in het leven. Eigen wegen te
hebben
gekozen.
Ze
weten van een arglistig hart. En vragen zich zo vaak af
of God in het leven wel aan Zijn eer komt. Het zijn de zogenaamde
tobbers.
Waarvan het Woord zegt: De Heere houdt Zich een arm en een ellendig
volk over.
Maar, staat er dan ook: Ze zullen op Zijn Naam vertrouwen. We
leven in een wereld waarin zoveel op ons afkomt. Aan de
ene kant zijn er zoveel mogelijkheden onze gaven te ontwikkelen. Maar
anderzijds is het niet ontdenkbaar dat het zo snel de verkeerde kant
opgaat. De
verleidingen zijn legio. En wie zijn hart leert kennen mag wel vrezen. Gods
kinderen kennen in hun leven de leiding van Gods Geest.
Deze ontdekt en leert zichzelf altijd weer zeer nauw te onderzoeken.
Een moment
van mediteren terwijl iedereen nog slaapt. Een tijd van overdenken
wanneer het
zo stil is in huis. Een zucht naar Boven om een blijkje van Gods gunst.
Heere:
Doorgrond mij. Ken mij. Zie of er een schadelijke weg in mij is. Voor
de Heere is niets te wonderlijk. En op Zijn tijd en
wijze zal Hij degenen die worstelen met hun doen en laten zeker
onderwijzen in
de weg die ze te gaan hebben. Niet eenmaal, maar steeds opnieuw zal er
een
handwijzer komen. Wanneer heel duidelijk zal zijn: Dit is de weg,
bewandel die.
Nogmaals, er moet geleerd worden te wachten. Het is niet goed een
zelfgekozen
weg in te slaan wanneer alles zo donker en toegesloten is. Wacht dan,
zegt de
dichter. Verlaat u op den Heere. Doorgrond
mij! Woorden die Gods kinderen zeer kunnen
benauwen. Maar een roep die heel noodzakelijk is.
Is er in mij een schadelijke weg? Leid mij op de
eeuwige. |
||