De strijd tussen het licht en de duisternis. | |
Jaloezie is een onhebbelijke eigenschap.
Onbewust jaloers zijn op mensen met
een groter
geloofsvertrouwen. Op mensen die meerder genade krijgen. Het niet te
kunnen
accepteren. Niet te willen geloven dat dit bestaat. Vasthouden aan
eigen
inzichten en gedachten. En zo vanuit een harde houding de ander
uiteindelijk
negeren en links laten liggen. En dat is dan een vrucht van genade? Is
dat dan
uit God? Liefde is een wonderlijk iets. Liefde is gunnend. Het overwint
uiteindelijk alles. Niets of
niemand weerhoudt hetgeen in deze voortkomt uit het hart. Liefde doet geven. Liefde
blijft geven. Liefde draagt en
verdraagt. Liefde heeft te maken met gevoel. Liefde geeft blijdschap en vreugde. Liefde straalt iets bijzonders uit. Liefde geeft licht. Zekerheid. En het
weet altijd weer wegen te
vinden het kwade tegen te staan. Liefde
is vindingrijk. Liefde is sterk. Gods
kinderen zijn
kinderen van het licht. Hun leven
wordt herkend aan de liefde. Deze komt voort uit God. God is een licht. En in Hem is gans geen duisternis.
Het licht schijnt in de duisternis.
En zal uiteindelijk de duisternis overwinnen. Overal
is de strijd
tussen licht en duisternis. Ook in ons dorp. Ook in de kerk. Het licht
straalt
liefde uit. De duisternis boosheid. Eenvoudig zelfonderzoek leert ons
wie we
zijn. Liefde is gunnend. Zoekt anderen op te
wekken het hart te
geven aan de Heere Jezus. Voor niets of niemand gaat deze liefde aan de kant. Liefde
zoekt zichzelf niet. Liefde zoekt
de
ander. Als arbeiders in Gods wijngaard en als kinderen van het licht
doen Gods
kinderen het werk van een evangelist op de plaats waar ze zijn gesteld. Gods
kinderen hebben een
band met God door de Heere Jezus Christus. In de weg die ze gaan leren
ze de
Heere volgen in Zijn voetstappen in de vernedering. In de smeltkroes
worden ze
gelouterd tot het dragen van Zijn beeld. In de oven is het heet. Doch
de Heere
zal nooit hun val gedogen. Integendeel hen naar Zijn Woord verhogen. En
dat is
dan een belofte. De
‘bekering’ van een
christen gaat dagelijks ondersteboven. De wijsheid van God maakt geen
gearriveerde mensen van hen. Bij ontdekkend licht komt er gedurig een
andere
gang in het leven. In een weg die meer en meer in de diepte gaat. Waar
wortels
vaster in de grond komen te liggen. En tenzij een mens zo niet
wedergeboren
wordt, hij zal het Koninkrijk van God niet zien. De weg van Egypte naar
het
land van de belofte was geen rechte en eenvoudige weg. Veertig jaar
werd
gezworven in de woestijn. In die weg alleen komen Gods kinderen thuis.
In hun
leven gebeurt niets bij geval. Alle dingen werken mee ten goede. De
groei in
kennis, gerechtigheid en heiligheid. Er
zijn lessen in de
besturing van God. In de zaligheid in Christus. In de kracht van de
Heilige
Geest. Maar ook wordt de kracht ervaren van de duivel, de wereld, die
oude
mens. En altijd is daar een volk van Farizeeërs en
schriftgeleerden. Die niet
anders doen dan schreeuwen: Mensen
die niet inzien
wie ze zelf zijn. Wat ze doen. Ze spreken over Jezus. Maar gaan straks
zonder
Christus, dat is zonder liefde en zonder gunning,
met een ingebeelde hemel naar de hel. Want buiten
Hem is God een
verterend vuur. Een eeuwige gloed. Bij wie niemand wonen kan. Ze
geloven het
niet. Denken dat er straks in de hemel voor hen een hokje apart zal
zijn. Maar
Christus is niet gedeeld.
Er is straks een grote zaal voor ene, de heilige en de algemene christelijke kerk. |