In Hem is geen duisternis.
Tussen de wieg en het graf wordt de
weg gegaan van
ieder mens. Het is de voorbereidingstijd voor de eeuwigheid. We kunnen
God
dienen of de Mammon. De Heilige Geest werkt de zaligheid uit in de
harten van
mensen die door God zijn verordineerd tot het eeuwige leven. In een
punt des
tijd worden ze overgezet van de duisternis in het licht. En dat door de
Heere
Jezus Christus. Hij is het Licht der wereld. En in Hem is gans geen
duisternis.
Voor alles wat buiten Hem wordt gevonden is God een verterend vuur. Het
ongenoegen
van God rust erop. Een duisternis valt over de ziel die zich uit Zijn
gemeenschap zondigt. Gods kinderen gaan de reis door de woestijn van
het leven.
Veel wederwaardigheden en rampen zijn het lot van de vromen. Niets
overkomt een
christen. Alles wordt bestuurd in het leven van hen. Het zijn de
omstandigheden
die medewerken ten goede. Het geloof moet worden geoefend om tot groter
genade
te komen. Maar
ook moet een mens geheiligd worden op de
leerschool van de Heilige Geest. Onder de toelating van de Heere kan
een heel
zware weg Gods kinderen ten deel vallen. De schouders zijn gemeten. De
Heere
zal hun val niet gedogen. Maar hun voeten kunnen bijna uitglijden in
het leed.
Hier is sprake van een geheel andere duisternis. Wanneer het geloof
niet in beoefening
is. Wanneer niet bekeken kan worden hoe het toch nog ooit weer goed in
het
leven moet worden. Deze duisternis brengt steeds weer bij de Heere.
Deze
duisternis doet opwassen in de genade en kennis van de Heere Jezus
Christus. Na
iedere hoogte komt een diepte. En het is nooit zo donker of het wordt
weer
licht. Ook laat de Heere Zijn kinderen nooit langer dan drie dagen in
het
donker zitten. Mijn
straffing is er alle morgen. Ook hier is sprake
van duisternis. Waar de dag roept tot de nacht. En de nacht schreeuwt
naar de
morgen. Het is in het strijden van de goede strijd een gegeven. Iedere
dag de
angst en de vreze wel op de goede weg te zijn. De
staat van Gods kinderen ligt eeuwig vast. De
stand van Gods kinderen kan verschillend zijn. Ook dit kan afhankelijk
zijn van
aard en karakter van een mens. Gevoelstypen en verstandsmensen tonen
een geheel
ander geloofsleven. De Heere heeft in de regel meer werk met de eersten
hen te
oefenen in het allerheiligst geloof. Ze wankelen veel sneller. Ieder
mens staat in het leven voor beslissingen.
Voor cruciale momenten. Op genomen besluiten kan een tijd van vrees en
bestrijding komen. Ook dit kan leiden tot duisternis. Niet te weten
waar men
uit zal komen. Die onzekerheid kan ook het geloof doen wankelen. Doch
in een
rechte weg zal de uitkomst niet falen. En zal blijken dat de Heere
nooit
beschaamd zal maken die op Hem vertrouwen. Het
is altijd goed wanneer een christen leeft met de
dag. Niemand kan in de toekomst kijken. Op de dingen vooruit lopen
heeft geen
zin. De Heere Jezus Zelf zegt: Ga achter Mij satanas. Laat Hem besturen
en
waken. Het is wijsheid wat Hij doet. Zo zal Hij alles maken. Dat gij u
verwonderen moet. De
Heere leert Zijn kinderen uiteindelijk meer en
meer te volgen. Achter Hem aan te komen. Hij wijst Zelf de weg door dit
leven.
Ook in deze onderscheiden Gods kinderen zich van elkaar. De ene is ook
meer
geoefend in zelfverloochening. Kan alles meer overgeven in de handen
van de
Heere. Is niet zo snel bang of bezorgd. Weet dat de Heere nooit alleen
laat.
Leeft meer met een belofte. Hoe donker ooit de weg mag wezen. Hij ziet
in gunst
op die Hem vrezen. Duisternis komt niet uit God. De Heere geeft de omstandigheden om ons te oefenen in het dragen van Zijn beeld. Ons geheel en al op Hem te vertrouwen. Hoe het ook moge tegenlopen. Toch op Zijn goedheid blijven hopen. |