Leven tot eer van God. | |
Wij
zijn geschapen om Gods lof te vertellen. In het Paradijs zijn we het
Beeld van
God kwijtgeraakt. Wij zijn uit God gevallen. Hierdoor liggen we allen
dood door
de zonden. En alleen een wonder kan ons weer terugbrengen tot God. God
had die
gevallen mensen toch lief. Hij gaf Zijn Zoon. En in de volheid van de
tijd is
Deze gekomen. Hij heeft met Zijn leven betaald voor de schuld die
mensen nooit
kunnen betalen. En alleen het geloof in Hem zal de zondaar kunnen
behouden.
Christus
is het Beeld van God. En alleen wanneer wij in Christus zijn, wij beantwoorden aan datgene
wat God van ons
eist. Zijn Beeld. God is een heilig God. Hij ziet geen van de zonden
door de
vingers. Hij eist dat wij in Zijn wegen wandelen. Dat wij in ons leven
in onze
daden laten zien waar ons hart ligt. Onze goede werken zijn geen
betaling voor
de zonde. Onze goede werken maken ons niet zalig. Doch door het geloof
in de
Heere Jezus is er in ons de liefde tot God. Om Hem uit dankbaarheid in
ons
verdere leven te loven, te prijzen. Ja om in alles wat we doen Hem te
bedoelen.
Dat is ook naar het Woord. Wat gij doet, doet het ter ere van God. De
Heilige Geest maakt een mens ziende. Eerst is hij blind voor de zonde.
Hij is
blind voor dat wat in hem leeft. De Heilige Geest legt al het vuil uit
het hart
open. Op de leerschool van de Heilige Geest wordt een leven lang
geleerd wie
een mens van zichzelf is. Hij leert echter daar ook tegen te strijden.
En in
een weg van berouw en spijt gaat de oude mens sterven. In die weg van
sterven
aan zichzelf gaat Christus in het leven opstaan. Gods kinderen zijn
levende
toonbeelden van Christus. Wanneer de Heilige Geest dit werkt, er komen
kenmerken in het leven die uit God zijn. Het zijn de zogenaamde
vruchten van
Gods Geest. De eerste vrucht van het leven met God is de liefde. En
deze liefde
is nooit meer uit te blussen. Wat in het leven ook plaatsvindt. De
liefde die in het hart is gelegd is een liefde tot God. Maar daarnaast
ook een
bijzondere liefde tot allen die hun naaste zijn. Want wanneer een kind
van God
gaat zien welk een bijzondere genade hem is ten deel gevallen, er komt
een
gunning voor allen. Gods
kinderen hebben een band met God. Ze leren Hem kennen in de drie
onderscheiden
Personen. God de Vader, God de Zoon. En God de Heilige Geest. In het
verdere
krijgen ze dagelijks onderwijs. Het is een kennen en een voortgaan met
kennen.
En genade zoekt steeds naar de gemeenschap met God. Om van de schat die
in
Christus is te vinden door de Heilige Geest te ontvangen. En met deze
weldaden
God in het leven dagelijks te dienen. Ieder
mens heeft gaven. Gods kinderen hebben deze ook. Hun gaven mogen ze
besteden in
Gods Koninkrijk. Het leven tot eer van God is een liefdedienst. Vanuit
de
liefde van het hart zoeken ze God bij dagen en bij nachten. En de
psalmist
zingt dat die liefdedienst hem nog nooit verdriet heeft gedaan. Hij
heeft er
ook nog nooit spijt van gehad. Hoe
groot is het goed wat Gij hebt weggelegd voor die U vrezen. Het is een
schat
die in de hemel wordt bewaard. En waar hier op het aarde van de rente
mag
worden geleefd. De God van Jacob zal altijd Dezelfde blijven. De weg
die God
met Zijn kinderen gaat zal ook altijd dezelfde blijven. Het is een weg
van
omkeren, omkeren en omkeren van het eigen-ik. Het eigen-ik gaat in de
dood. Het
wordt begraven. Waarop in een nieuw leven godzalig wordt geleerd te
gaan.
Onderwezen uit de Bijbel. En geleid door Gods Geest. |
|