Emoties Het
kan er zo ingewreven
worden. We mogen niet huilen. We mogen niet boos zijn. We mogen niet
met onze
voeten stampen. We moeten zachtaardig zijn. We moeten alles verdragen.
Alsof we
eigenlijk maar als mensen zonder een weerwoord door het leven moeten
gaan. Het
is heel bijzonder dat de mensen die het ons inpeperen er dan geheel
anders over
denken als het henzelf aangaat. Ze vertonen een dominant en dwingend
karakter
en zo weten ze hen die aan hun zorgen zijn toevertrouwd in een positie
te
brengen en te houden die geen enkele tegengas of kritiek durft te laten
horen. Niet
zelden en juist vaak lopen in het
latere leven deze mensen vast. Natuurlijk zijn er die van aard
zachtaardig
zijn. Maar er zijn velen die zich ontwikkelen in een keurslijf. Zoals
ze zich
presenteren, zo zijn ze van huis uit niet. Vroeg of laat gaat het
kleine
vlammetje wat ze aanvankelijk in zich hadden branden. In die brand zal
veel
veranderen. En uiteindelijk ontwikkelt zich de persoon die hij of zij
werkelijk
is. Jaren kan iemand zich inhouden. Misschien onbewust. Maar met een
grote
angst. Mogelijk om niet een oordeel over zich heen te halen. Of er niet
meer
bij te horen. Doch op de één of ander manier
breekt het eenmaal en in een vaak
heel lange weg groeit de bewuste mens die hij of zij zelf mag zijn. Over
alle dingen wordt
voortaan niet meer gedacht zoals opvoeders of mensen die debet waren
aan de
misvorming van personen. Er is een geheel eigen mening. Een geheel
eigen
persoonlijkheid wordt gevormd. Die mens gaat in een geheel eigen leven
ervaren
wat mag en wat niet mag. Wat moet en wat niet. Dan komen de emoties die
altijd
zijn verdrongen naar boven. Zeker staan de pastorale zorgverleners in
de rij.
Want boosheid mag niet. Het is zonde. Kwaad worden mag ook niet. Doch
in een
gezond omgaan met de Bijbel laat de Heere zien hoe Hij met Zijn emoties
omging.
Dan zie je Hem in het voorhof van de tempel. Waar Hij de tafels van de
wisselaars omgooit. Hij kan het niet aanzien hoe er in het huis van
Zijn Vader
een leven wordt geleid wat niet is naar Zijn wil en wet. Mensen
in het heden, met een
blik in het verleden, kunnen overmand worden door de emotie van
boosheid. Ze
kunnen enorm kwaad worden. Dingen die ze hebben ervaren. Waarvan ze nu
zien dat
het nooit de wil van de Heere is geweest zo om te gaan met weerloze
kinderen en
jongeren. Maar ook is er het zien van deze druk die alsnog wordt
uitgeoefend in
de zogenaamde reformatorische kringen her en der. Mensen
die door de Heere als
door een wonder worden wedergeboren zullen niet op een dwingende en
dominante
wijze hen die ze hebben te onderwijzen aanspreken. Wanneer de liefde
niet
klinkt in het onderwijs, de gunning in het leven wat wordt aangeprezen,
de
grootste vraagtekens rijzen op. Het is niet de bedoeling in de
voetsporen van
leermeesters te gaan en nu hun geestelijk leven in de weegschaal te
leggen.
Maar er mag en in deze moet er wel lering uit getrokken worden. Deze
lering mag
dan in het eigen leven eerst worden toegepast. De boosheid krijgt een
plaats
wanneer het gaat over dingen die niet waren en niet zijn naar Gods
Woord. Die
niet beantwoorden aan de eis van Zijn heilige Wet. Waar in een leven
van
dankbaarheid gehoor wordt gegeven aan de twee geboden. Het liefhebben
van God
in de eerste plaats. En dan de naasten als jezelf. |
|