Elk
mens ervaart het anders. Het
geloof is iets wat voor
elk mens in het leven geldt. Wat geloof je. Geloof je wat je van
oudsher is
meegegeven. Of geloof je heel wat anders. Geloof je wat er in de Bijbel
staat
of geloof je dat helemaal niet. Geloof je onvoorwaardelijk, of is je
geloof
altijd in beweging. De ene keer zo sterk dat niets en niemand je in
twijfel kan
brengen. Maar een volgende keer hoeft er maar iets te gebeuren, of je
gelooft
helemaal niets meer. Je kan het zogenaamd niet meer bekijken. Nogmaals,
het
geloof is niet iets wat je standaard en per definitie voor mensen
algemeen kan
verwoorden. Elk mens heeft in dit leven een geloof. Voelt zich thuis
bij diegenen
die het ongeveer zo ook ervaren. Maar altijd op een wijze die bij de
mens
persoonlijk past. Ik kan het niet doen met het geloof van mijn buurman.
Maar
hij heeft ook niets aan mijn beleving in deze. Het geloof is en blijft
altijd een
persoonlijke zaak. Het heeft geen zin het geloof van een ander te
oordelen of
te veroordelen. Boven elk geloof staat God de Almachtige. Die Zelf door
Zijn
Woord en Geest Zijn kinderen leidt op de weg die goed voor hem of haar
is. Met
het geloof of het ongeloof wat altijd in de beoefening is wordt de weg
door het
leven gegaan. Met een blik die al of niet breed is. Een hart wat
openstaat voor
de beleving van een ander wat betreft het geloof of niet. En
uiteindelijk komt
het geloofsleven in vruchten openbaar. Vruchten door de liefde
gedreven. Geen eigenliefde,
maar de liefde tot de Heere en de naaste. De behoeftige naaste. Het is
goed in
een stille tijd het persoonlijk geloof te overdenken. Na te gaan waar
het op
gefundeerd is. Maar het is niet goed al kreunend en steunend een
levenlang
hiermee te tobben zonder ook maar een enkele stap te zetten. Vruchten
voort te
brengen. Het ware geloof is werkzaam. Arbeidzaam. Het ziet datgene wat
de Heere
op de weg brengt. Het hoort Zijn stem wanneer Hij dingen vraagt. Het is
niet zo
dat wij zelf bepalen wat we wel of niet doen. Wie we wel of niet een
open deur
bieden. Een beker koud water. Het is de Heere Die helder en duidelijk
spreekt
in het leven van hen die in hun geloofsleven Hem de hoogste een eerste
plaats
geven op de wijze zoals de Heere dat bedoelt. Die in Zijn leven,
lijden,
sterven en opstanding hun eigen leven verankerd willen zien. Hoe
moeilijk die
weg ook kan zijn. God
is de Almachtige. Hij is
de Alwetende. Hij is Degene Die overal tegenwoordig is. We hoeven Hem
niets te
vertellen. Want Hij weet het beter dan wij. Hij ziet het hart aan van
mensen. Het
gelovige hart. Het ongelovige hart. Het twijfelende hart. Hij weet wat
nodig
is. Hij weet wat gemist wordt. Hij weet, kortom, alles. Wanneer we dat
weten en
mogen geloven, ja wanneer we daaruit leven, dan zal Hij altijd spreken
in het
leven. Het geeft een rust en een vrede die alle verstand te boven gaat.
Zelfs
in de twijfel die in het leven kan zijn. Een stil vertrouwen dat de
Heere op
Zijn tijd en wijze ook daarin zal voorzien. Verdriet en vragen, moeite
en
zorgen zijn Hem bekend. Wie het niet meer weet en dreigt weg te zinken
wordt
door Hem vastgehouden en weer opgericht. En in zo’n
afhankelijk leven is het waar
zaligmakend geloofsleven getekend. Het geloof dat het alles niet van
ons komt
maar van de Heere Zelf. Dat Hij Degene is Die zorgt en onderhoudt. De
Heere
weet alles. Hij zoekt door het onthouden van dingen die we zo graag
zouden
willen hebben ons hart. Ons gebed. Hij vraagt van ons dat we ons geheel
en al
aan Hem zullen toevertrouwen. Hoe moeilijk dat ook kan lijken. Dat we
het als
het ware eens worden met de weg die Hij met ons gaat. Nee, het wil niet
zeggen
dat we geen verdriet meer mogen hebben. We blijven mensen met onze
verlangens.
Maar de Heere wil dat wij gaan zien dat Hij ons gebed wel verhoort.
Maar op een
andere, betere wijze dat wij ons hadden toegedacht. |
|