Niet
bukken en niet buigen. Veel
ellende in families en
relaties duren voort door het niet willen bukken en buigen voor en
onder
elkaar. Men zoekt zijn gelijk en blijft de vinger uitsteken naar de
ander. Daarbij
verwacht men van die ander een schuld belijden en erkennen. Denkend dat
slechts
die ander kan zorgen voor een eind aan de gerezen situatie. En een
hernieuwd
contact. Kortom, men stelt de voorwaarden voor de ander. Zo wil ik het.
En
anders niet. Of,
erger, men heeft
helemaal geen behoefte meer aan een nieuw begin. Zoals het nu is, zo is
het
goed. Wat ook wordt geprobeerd door die bewuste tegenpartij, men is
niet
genegen er gehoor aan te geven. Men laat de ander, hoe goed ze het ook
bedoelen, in de kou staan. Hard en verhard. Men is niet gewillig naar
zichzelf
te kijken, maar zoekt staande te blijven in een geschil. Men sluit zich
af voor
die ander. Zo voelt men zich veilig. In het standpunt wat is ingenomen.
Kortom,
men heeft rust zo houdt men zichzelf voor. En zo het is moet het
blijven om die
rust te behouden. Jaren en jaren kan dit duren. Ja niet zelden worden
de dingen
nooit opgelost. Toch
is er altijd Eén Die
boven situaties staat. En wanneer Hij niet wil dat de dingen blijven
zoals ze
zijn, middelen en wegen zullen gebruikt worden om als in een oogwenk
een eind
te maken aan eigen gedachten, standpunten en een eigen wil. Gods genade
verbreekt het hardste hart en maakt het als was in Zijn handen. Dan zal
het
niet moeilijk zijn om als het ware de minste te zijn en een hand uit te
steken
naar die ander. Of deze aan te nemen van die ander. Iets wat in eigen
gedachten
niet was voorgekomen gebeurt onder het werk van de Heilige Geest. Want
waar de
liefde in het hart is gelegd zal men niet kunnen leven met ruzie. Men
zal geen
voorwaarden meer stellen aan die ander. Wetend hoe de Heere
onvoorwaardelijk
werkt. En steeds weer een nieuw begin maakt met elk afgedwaald
mensenkind. Om
dit te leren is zelfkennis nodig. Zien wie je zelf bent doet het oog
niet
langer op die ander slaan. Maar voortdurend gevestigd houden op jezelf.
Wanneer
de Heere zoiets
werkt zal het altijd van twee kanten komen. Echter, ook de Heere heeft
te maken
met de twee partijen. En elke zal een andere weg gaan en andere lessen
leren om
daar te komen waar de Heere hem hebben wil. Voor de
één is de weg langer en voor
de ander korter. Doch uiteindelijk zal de Heere ze beide brengen waar
ze moeten
zijn. En wel bij elkaar. Wanneer dit moment is aangebroken zal niet
meer worden
teruggekomen op aangedaan leed. Maar zal men alleen zich verwonderen
over het
werk van de Heere. De
Heere is geen God Die
houdt van ruzie en onenigheid. Hij zal ook nooit licht geven aan hen
die leven
in onmin met anderen. Nooit zullen ze de vrede ervaren die alle
verstand te
boven gaat. Wie onrust zaait of met onvrede kan leven kent niets van de
liefde
van God. Die ook de liefde tot de naaste inhoudt. Het omgaan met
mensen, ook
het omgaan met moeilijke en slechte mensen, zal geleerd worden op Gods
leerschool. Het oefenen van geduld. Wetend en te ervaren hoeveel geduld
de
Heere Zelf heeft met hen. Op
Gods leerschool zijn
dagelijks de lessen die door de Heilige Geest worden geleerd. Alles wat
tot je
komt is door de leiding van die Heilige Geest in je leven. De hulp die
van je
gevraagd wordt. De contacten die worden gezocht. De vragen die je
worden gesteld.
Het is niet moeilijk met een afwijzing te reageren. Soms uit schaamte voor een
ander. Die je mogelijk
niet kan volgen in jouw gedrag. Doch waar de Heere de liefde in het
hart legt
heb je niet langer te maken met wat anderen zeggen of denken. Daar
wordt
begrepen wat de Heere van je vraagt. En in het volgen van Hem zal ook
gehandeld
worden. Niet in een weg van eisen en het stellen van voorwaarden. Doch
onvoorwaardelijk zullen wegen en mogelijkheden gezocht worden om
verstoorde
relaties weer goed te krijgen. In jouw leven maar ook waar nodig in dat
van een
ander. |
|