Hij
leidde hen alleen......verder...... De
Heere gaat Zijn weg met elk van Zijn kinderen. Ze zijn als klei in de
hand van
de pottenbakker. En de hemelse Pottenbakker is uit op vaten tot Zijn
eer. Er zijn
tijden in ieders leven wanneer veel pijn wordt gevoeld. Verdriet en
tegenslagen
zijn het deel van hen die hun hoop en hun vertrouwen op de Heere hebben
gesteld. Zij die door de Geest worden geleid moeten het ervaren dat het
hier
beneden niet is. Het is hier slechts een voorbereidingstijd. Om straks
zonder
vlek of rimpel voor God te verschijnen. Er
kan worden getwijfeld. Getwijfeld aan de
staat van jezelf als mens in verhouding tot God. En anderen maken de
smart en
het verdriet nog erger. Zij kijken met argwaan naar mensen die dit
alles zo
voor eigen leven moeten ervaren. Er wordt geopperd dat God hen zeker nu
niet
meer zal helpen. Ze zullen nu zeker omkomen. Waar is God, dat is de
grote vraag,
de God waarop je vertrouwde. Een vraag van buiten. Maar niet zelden ook
van
binnen. Waar dus twijfel is gerezen. Twijfel aan je staat ten opzichte
van God.
Toch
geeft het Woord antwoord. Zoals op alle vragen ook op deze. Waar is God
op Wie
jij je vertrouwen had gesteld. De
Heere leidt de Zijnen alleen. Dat is het eerste wat je moet leren.
Persoonlijk
wordt je geleid. En op prinsen moet je je vertrouwen niet stellen. Hij
brengt Zijn
kinderen waar Hij ze hebben wil. In een niet zelden onmogelijke weg. En
bij het
lezen in de Bijbel komen de voorbeelden die de eenzame weg van Gods
kinderen
aantonen. Maar ook het doel wat de Heere met die eenzame en ook
moeilijke weg
bleek te hebben. Dat komt dus pas achteraf aan het licht. Mozes moest
het
ervaren toen hij als een eenling opgroeide aan het hof van Farao. Zijn
eenzame
vlucht. De tijd van vreemdelingschap bij zijn schoonvader. Tot hij
uiteindelijk, geoefend, bij de brandende braambos stond. Toen de Heere
hem
alleen aansprak. Een taak voor hem had. En uiteindelijk het volk van
Israël uit
Egypte in de woestijn leidde. Gedacht in Egypte een taak te hebben.
Onderwijs
van jaren. En uiteindelijk in eigen ogen ongeschikt om datgene te doen
waar de
Heere toe riep. Job
was ook een man die een weg ging die niemand begreep. Ook hij moest in
het
verdriet, ja in de oven van zijn leven meer leren. Zijn vertrouwen op
de Heere
bleef. En toch gelouterd werd ook hij gelouterd door het lijden in
eenzaamheid.
Vrienden kwamen. Ze dachten het te weten. Maar Job moest het alleen
leren. Gods
kinderen gaan als elk mens een weg door
het leven. Een weg van de wieg tot het graf. In de tijd worden ze door
de Heere
geoefend in het geloof. In het vertrouwen. Maar ook zullen ze geheiligd
worden.
Gelouterd. Ze zullen uiteindelijk het beeld van God weer gaan vertonen.
Wat ze
kwijt zijn geraakt in het Paradijs. Alle hoogmoed moet sterven. Voor de
één is
de weg zwaarder dan voor de ander. Doch geen van hen zal kunnen zeggen
dat deze
weg hen vreemd is. Een dagelijkse bekering. Elke les van de Heere houdt
in dat
er een tijd komt waarin men datgene wat is geleerd weer in de praktijk
moet
brengen. Na elke les een opdracht. Zegt de kinderen Israëls dat ze
voorttrekken. Waarna het weer klinkt: rust een weinig. Het
geestelijk leven is een leven van op en neer. Zo genoten en dan weer
toegesloten. Zo schijnen ze het te weten. En dan snappen ze er weer
helemaal
niets van. Doch altijd weer met het doel te geloven en te vertrouwen op
de
Heere. Het hoofd omhoog en het hart naar Boven. Met de vraag wat de
Heere te
zeggen heeft. In de omstandigheden waarin je vandaag verkeert. Achteraankomen
is een les die je niet alleen in voorspoed maar ook in tegenspoed moet
leren.
Wachten op de Heere tot Hij de weg wijst. Achter Hem aan. Door bezaaide
en
onbezaaide wegen. In de wetenschap dat morgen is verborgen. Maar bij de
Heere
bekend. |
|