Geen geloof
zonder gevoel
Ons geloof zal
ons behouden. En toch gaat het geloof nooit
zonder het gevoel. Soms kan een kind van God heel klein worden. Wanneer
hij
ziet op datgene wat in zijn leven wordt uitgewerkt. Hoe hij door de
Heere als
op arendsvleugelen gedragen wordt. Het leven kan zo moeilijk zijn. Er
kan
zoveel op hem afkomen. Strijd van binnen en van buiten. Zelfs de
godsdienst die
als uiterst rechtzinnig te boek staat kan het niet laten het ware werk
van de
Heere verdacht te stellen. Gods kinderen kunnen soms zo eenzaam en
alleen door
het leven gaan. En toch zien ze op de meest onverwachtse momenten hoe
de Heere
het wonderlijk wel maakt. Anders dan ze hadden gedacht. Maar altijd
weer beter.
Het
leert met ootmoed te stamelen
nooit beschaamd uit te zijn gekomen met het wijze beleid van de Heere.
Hoe vaak
denken ze niet dat het verkeerd gaat in hun leven. Zeker kunnen de
omstandigheden zwaar lijken. Er kan een moment komen waarop men niet
meer
vooruit of achteruit denkt te kunnen. Maar dan zegt het Woord: Al gaat
uw pad
ook door de zee. U zullen als bij Mozes geen golven overstromen. In de
golven
denken al Gods kinderen wel eens om te zullen komen. Maar hier scheen
ons het
water te overstromen. Daar werden wij gedreigd door het vuur. Gij deed
ons het geweld
ontkomen. Ge verkwikte ons op Uw tijd. Zo laat de Heere geen van Zijn
kinderen
omkomen in moeilijke tijden. En op de momenten waarop het heel moeilijk
is
geeft Hij toch een bemoediging. Wanneer ze het zo hard nodig hebben,
maar er
niet op rekenden.
En
dan kan het niet anders of het
gevoel speelt toch mee in het geloof. Een verbroken hart en een
verslagen geest
is de Heere aangenaam. Hij wil geen offers. Hij vraagt ons hart. De
Heere maakt
daarom ook geen grote mensen. Hij houdt Zijn kinderen klein en aan de
grond.
Zodat ze steeds weer het alleen van Hem verwachten. Al Gods kinderen
leren op
Gods tijd tranen te schreien. Tranen van berouw. Tranen van verdriet.
Maar ook
tranen van blijdschap. Van verwondering. De tranen worden alle bewaard
in Gods
fles. Zelfs wanneer wij ze gedroogd hebben, er niet meer aan denken, de
Heere
vergeet ze niet. Jaren kunnen voorbij gaan. Doch op een gegeven moment
worden
Gods kinderen teruggebracht in het verleden. Alles wat ze hadden
vergeten komt
hen weer helder en duidelijk voor ogen. En op zulke momenten kunnen
tranen van
verlossing geschreid worden. De Heere heeft gered. Uitgeholpen.
Doorgeholpen.
Wat zal ik, met Gods gunsten overladen, de Heere voor Zijn genade nu
vergelden?
Op zulke momenten zijn al Gods kinderen klein. De tranen rollen over de
wangen.
Ja, zo zou het altijd moeten blijven. De liefde die dan in het hart
ligt. Om nu
zo verbonden te blijven met de Heere.
Zeker,
de één is een meer
gevoelsmens dan de ander. De één huilt
gemakkelijker dan de ander. Maar er is
toch geen geloof zonder gevoel. Zonder tranen van een verbroken hart.
Dat de
Heere nu toch om wil zien naar zo’n mens als ik ben. Dat Hij
Zijn genade toch
schenkt aan mensen die toch uit zichzelf nooit naar God vragen.
Maar
de weg gaat verder. Zeker verlangen
al Gods kinderen te blijven in die tere gemeenschap met de Heere. Maar
ze weten
ook dat het hier nog niet het land der ruste is. Na iedere oase komt
weer een
tijd van voorttrekken. De Heere zegt in Zijn Woord: Zegt de kinderen
Israëls
dat ze voorttrekken. Verkwikt vervolgen ze hun reis. Hun tranen drogen
ze weer
. En in het komende wachten ze af wat komt. Nooit laat de Heere voor
niets een
blik in het verleden slaan. Het is als wil Hij hen zeggen: Houd in uw
weg het
oog maar op Mij gericht. De uitkomst zal zeker niet verkeerd zijn. En
dan wordt
het toch weer leven uit het geloof.
|