Hoe
wil je gemeente
zijn. Overal
komen mensen samen
als gemeente van de Heere Jezus Christus. Gezinnen en alleenstaanden.
In
bepaalde streken in grote getale. Elders kan het een groep van enkele
tientallen zijn. Er is de wil bij elkaar te horen. Samen gemeente te
zijn. Er wordt een
kerkenraad gekozen en benoemd.
Een predikant beroepen indien mogelijk. En zo komt men zondag aan
zondag samen
in een dienst waar de liturgie is bepaald. Er zijn
gemeentes die vasthouden aan een orde van
dienst die jaren en jaren geldt. In andere gemeentes heerst een geest
van
veranderen. Men heeft vaak te laat in de gaten dat de ene verandering
de andere
uitlokt. Ook is men zich te laat bewust van de onrust die dit teweeg
kan
brengen. En dat alles niet omdat men gemeente van de Heere Jezus
Christus is. Maar
om de manier waarop men dit wil zijn. De omlijsting zo je het wilt
noemen. Het
alles getuigt van een
niet meer voldoening vinden in de gang van zaken zo die er altijd is
geweest. Het
is naar een bepaalde mening vaak ouderwets of achterhaald. Men wil iets
toevoegen. En niet zelden om de reden dat het elders ook zo is. Men
denkt dat
het dan weer goed zal zijn. Het is echter van korte duur. Want al snel
blijkt
dat er weer iets anders moet worden veranderd. Ik denk niet dat ik in
vreemde
talen spreek, maar ik wil het wel wat verduidelijken. Als ik denk aan
vrouwenkiesrecht dan staat het staande zingen van het laatste vers als
volgende
punt van veranderen. Ritmisch zingen zo we dat nog niet doen. Er is
geen enkele
regel meer voor kledingvoorschriften, zodat steeds meer vrouwen zonder
gedekt
hoofd ter kerke gaan. Wanneer dat is toegelaten is er weer een nieuw
verschenen
Bijbelvertaling die de aandacht vraagt. Gaan we wel of niet de herziene
Statenvertaling gebruiken. Of het nog niet genoeg is komt het zingen
van de
geloofsbelijdenis aan de orde. Waarna het ook geen probleem meer is dat
vrouwen
ongedekt ten Avondmaal gaan of zo hun kindje laten dopen. Terwijl
mannen niet
langer een kostuum maar een spijkerbroek dragen wanneer ze ter kerke
gaan,
denken ook de dames erover zo gekleed onder het Woord te kunnen zitten.
De
manier van gemeente zijn
is iets wat de leden van de gemeente bepalen. Betreft het een groep
mensen die
het alles niet nodig vindt wat veranderingen betreft, dan blijft het zo
het
was. Wanneer een gemeente de andere kant op wil, het
één verandert na het
ander. Doch het grote probleem is er wanneer in een gemeente strijd of
onrust
komt over het al of niet toelaten van de veranderingen. En de praktijk
leert
dat deze strijd niet zelden ontaardt in een kerkscheuring. Elkaar niet
te
kunnen vinden in een weg die men als gemeente al of niet in wil slaan.
Niet
zelden begint het met één mens die de dingen
oppert en uiteindelijk door wil
zetten. Met een kleine of grote aanhang. Een
kerkscheuring is niet
iets nieuws. Een afscheiding van de kerk is iets wat al eeuwen een feit
is. Zo
kan onder een bepaalde predikant een grote groep mensen de gemeente
verlaten
omdat ze elders voor hun gevoel meer gevoed worden. Omgekeerd kunnen
ook
gezinnen zich bij genoemde prediker voegen. Ook de veranderingen in het
gemeente
zijn kunnen deze verschuivingen teweeg brengen. Nu is het voor ieder
persoonlijk de vraag hoe men gemeente wil zijn. Voor de jeugd is dit
vaak niet
zo moeilijk als voor ouderen. Je ziet ze niet zelden een zoektocht
houden. Al
of niet tot verdriet van ouders. Om er uiteindelijk zelf uit te komen
waar men zich
thuis voelt. En waar men zich dan aansluit. Ouderen die de wijze waarop
de
eredienst werd gehouden op een gegeven moment zien verdwijnen voelen
zich op
een gegeven moment niet meer thuis in de gemeente waar ze sinds hun
jeugd zich
hebben begeven. Kortom, alle verandering is niet altijd een verbetering
in de
des betreffende gemeente……….. |
|