Het
is een wonder en het
blijft een wonder. Het
kijken naar jezelf is
iets wat onlosmakelijk is verbonden aan de bekering tot God. Het is een
dagelijks zelfonderzoek. Een gesprek met de Heere Zelf. Met de vraag of
er soms
een schadelijke weg wordt gevonden in het eigen leven. En Gods Geest
leidt vroeg
of laat in een weg van vastlopen met jezelf. Met het inleveren van
jezelf tot
gevolg. Gods wet gaat leven. Gods wet gaat meer en meer leven. En in
het zien
van alle zonden en tekort bij jezelf is er een verdriet om die
dagelijkse
zonden. Het leidt in een weg van ootmoed. In een weg van rechteloos
zijn voor
God. Het verhoogt zichzelf niet. Het vernedert. Rechthebbende
mensen zijn
geen mensen die getuigen van het leven van genade. Mensen die het in
eigen oog
zo goed met zichzelf hebben getroffen ook niet. Mensen die met zichzelf
te koop
lopen evenmin. Mensen die het altijd maar over zichzelf hebben zijn
uiteindelijk onmogelijk. Er is niet mee om te gaan. Uiteindelijk vaak
alleen
wanneer je hen naar de mond spreekt.
Het
erge is dat ze zichzelf vaak zetten
op
een troon om anderen te oordelen en te veroordelen. Zij immers hebben
iets wat
hen het onderscheid heeft gegeven. En nog erger is wanneer ze zelfs
eigen man
of vrouw, eigen kinderen of kleinkinderen het leven met de Heere niet
gunnen.
Wanneer ze zelf, om kort te gaan, uitzoeken wie zij het toebedelen en
wie ze
het aanmeten. Maar
nu komt het wonder van
de genade. Wie niemand wil hebben, die is voor de Heere. En omdat deze
voor de
Heere is, wordt een weg die in de ogen van zulke mensen die het met
zichzelf
hebben getroffen, geleid tot Hem. Eigengerechtigde mensen die niet
geloven en
niet aannemen waar anderen van mogen getuigen. Misschien niet in veel
woorden,
doch slechts in hun daden. Immers is niet iedereen de gave van spreken
gegeven.
Wie zal oordelen wat een ander heeft doorleefd? De eeuwigheid zal
uiteindelijk
pas openbaren wie wel en wie niet Gods kind genaamd is. Mensen
die zichzelf leren
zien in het licht van Gods heilige wet zullen dagelijks hun zonden en
tekort
zien. Hun eigen zonden en tekort. Niet die van de ander. Ze zullen amen
zeggen
op het bekende woord: graaf maar dieper mensenkind, ge zult nog meer
gruwelen
vinden. Het wonder van genade zal steeds groter voor henzelf worden.
Wat niet
wil zeggen dat ze twijfelen aan hun staat. Neen, wat de Heere hen heeft
gegeven,
dat zullen ze zich door niets of niemand af laten nemen. Maar een
wonder is
het, daar komen ze meer en meer achter. Want wat is het dat de Heere
naar hen
om wilde zien. Dat is dan zoals ze het zien het wonder van de
uitverkiezing.
Een dode hond als ik ben. Zo zien ze zichzelf. Maar de Heere spreekt
een andere
taal: Dierbaar in Mijn oog. Geen schuld in Jacob de bedrieger. En geen
schuld
in de nieuwe mens Israël. Het
wonder van de bekering
is het wonder wat niemand kan bespreken. Het is een wonder en het
blijft een
wonder. Het nieuwe leven draagt de sporen van het oude. Er zijn de
scherven en
de breuken. Soms zijn er de momenten dat er als het ware nog terug
wordt
verlangd naar de tijden van vroeger. Maar een nieuw leven met daarbij
de tijden
van vroeger bestaat niet. Want ziet, het is alles nieuw. |
|