Het wonderlijke
proces van de
bekering. De Heilige
Geest maakt een mens
van dood levend. Die lieve derde Persoon in het Goddelijk Wezen neemt
steeds
weer uit Christus. Maakt het de mens bekend. Zodat die nieuwe mens als
Christus
gaat schijnen. Liefde, blijdschap, barmhartigheid. Het zijn vruchten
van de
Heilige Geest. En uiteindelijk overwinnen die Godgewijde tonen alles.
Het lied
wordt gehoord: Kom ga met ons en doe als wij. Zingen, psalmzingen. En
wat gij
ook doet, doet het al ter ere van God. En daarin een heel klein brandend kaarsje. En al die spiegels gaan dat ene lichtje
weerkaatsen. Nee, de
bekering heeft hier geen
eind. Dagelijks wordt
een mens verder
geleid op de weg des levens. Steeds weer
loopt hij aan tegen
datgene wat uit God niet is. Door het
ontdekkende werk van Gods
Heilige Geest. Dagelijks is er
schuld. Dagelijks
hebben we vergeving nodig. Zo wordt een
christen in het ware
zaligmakende geloof geoefend. Een geoefende
christen. En hij roept
het uit: Nu leef niet
meer ik. Doch Christus
leeft in mij. Is dat
eenvoudig? Is dat een
gemakkelijk leven? Nee, daar is
die voortdurende
strijd tegen die oude mens. Daar is dat
voortdurend
terugkijken. Wie ben ik
geweest? Wat heb ik
gedaan? En dan moet er
nog wel eens wat
worden opgeruimd. Het is die
lieve derde Persoon in
het Goddelijk Wezen. Hij laat een
mens niet los. Hij stuwt. Hij leidt. Hij onderwijst. Hij maakt weer
leeg. Opdat er weer
wat nieuws kan
komen!! Ben je er dan
nooit mee klaar? Nee, inderdaad. Maar: Alle
dingen zullen
medewerken ten goede, degenen die naar Zijn voornemen zijn geroepen.
Ja, wat
Hij is begonnen, dat maakt Hij af. Het blijft een voortdurend sterven.
Sterven
aan alles waarop je bouwde. Of, misschien beter: waarop je rustte. En
dan houd
je uiteindelijk alleen maar over dat een Adamskind in Christus, door de
Heilige
Geest, Gods kind genoemd wordt. Met de
belijdenis: een ding weet
ik, dat ik blind was en nu zie. En de
roep:Lieve Vader, lieve
Zoon, lieve Heilige Geest. Ik houd van U alle Drie evenveel.
|
|