Met
innerlijke ontferming
bewogen. We
lezen in het Woord dat de
Heere met innerlijke ontferming was bewogen. Al Gods kinderen zullen er
in het
leven iets van leren om innerlijk met ontferming bewogen te zijn met
anderen.
Er is in hen het gunnende vanuit de liefde om te delen, mede te delen.
Mee te
leven. Een handreiking te doen waar dat kan. Het is zo geheel anders
dan het
egoïstisch gedrag van deze tijd. Waarin het alles draait om
het zelf maar zo
goed mogelijk te hebben. De Heere beschikt ons in het leven de mensen
om ons
heen. Hij geeft ons een vader, een moeder, kinderen en verdere familie.
Om met
hen samen op weg te gaan. Niet alleen in de dagen van voorspoed. Maar
juist dan
wanneer het niet gaat zoals je dat zou willen. Het kost vaak strijd om
gewillig
die weg mee te gaan. Waar de innerlijke ontferming met zwakheden
ontbreekt zal
de ene breuk na de andere gezien worden. Men neemt afstand. Men
ontwijkt. Men
heeft geen zin deze weg te gaan. De weg die de Heere toch wijst. Men wil niet te maken hebben
met hen die in
eigen waarneming niet bij ons passen. Met hen waarvoor we denken ons te
moeten
schamen. Met hen die misschien behept zijn met een ziekte of handicap
waardoor
ze in eigen oog niet bij ons passen. Men wil leven en niet te maken
hebben met
beperkingen als gevolg van contacten. Het
is zo geheel anders
wanneer we met innerlijke ontferming bewogen zijn met diegenen die
moeite en
verdriet in het leven niet gespaard worden. Met
hen die vastgelopen zijn in het leven. Met
hen die een weg gaan die straks uit zal lopen op de dood. Hoe mooi
wanneer
mensen zich weten geroepen dezulken bij te staan. Hen in welke
omstandigheid dan
ook te dragen en te verdragen. Van nature zijn we als Kaïn. En
vragen we of wij
de hoeder van onze broeder zijn. Genade leert echter de weg van de
liefde te
gaan. Zichzelf weg te cijferen zolang het kan. Genade trekt zich niets
aan van
datgene wat de gemene man zegt of denkt. Maar gaat de weg van de
barmhartigheid. Als
door een wonder worden
blinde ogen geopend. Worden harten geneigd. Er wordt gezien dat het nu
het
moment is de weg te gaan die de Heere vraagt. Met innerlijke ontferming
bewogen
is men daar waar men had gedacht nooit te zullen zijn. Maar door genade
wordt
een wil gebroken. Omgebogen. Worden wegen gegaan tegen het vlees. De
liefde is
een wonderlijk iets. Zodra deze door Gods Geest in het hart wordt
gelegd worden
de vruchten gezien. En altijd in een weg van geven en vergeven. In een
weg van
ondersteboven gaan met een eerder gekozen weg die was ingeslagen. Waar
een goddelijk
halt wordt toegeroepen. Een weg die dwars door het inzien van schuld
maar ook
in het weten van vergeving wordt gegaan. Uitsluitend en alleen om de
vruchten
van dankbaarheid te tonen. Hij
doet wonderen, Hij
alleen. Wij kunnen mensen niet veranderen. Mensen worden door een
goddelijk
wonder in een punt des tijds van de duisternis overgezet in het licht.
En in
dat licht wandelen ze als kinderen van het licht. Zo zijn ze van nu af
en
voortaan met innerlijke ontferming bewogen. Dan gaan ze zien dat
groeien in genade
niet is een hoger op de maatschappelijke ladder komen. Het is in een
volkomen
wegcijferen van zichzelf alles voor de Heere en zo ook voor de ander
overhebben. |
|