Doe
je plicht
Wij
hebben allen de plicht ons werk te doen. Op de plaats waar wij zijn
gesteld
moeten wij getrouw onze arbeid verrichten. Vroom praten heeft geen
enkele zin.
Mensen behagen ook niet. Het
komt in ons
aller leven aan op de vruchten die wij voortbrengen. Heel eenvoudig: in
datgene
wat wij doen moet ons hart liggen. Er zijn twee mogelijkheden. In ons
is een
boos hart, of een hart wat door Gods Geest is aangeraakt. Een hart
waarin de
liefde tot God en Zijn dienst is te vinden. Een goede boom brengt goede
vruchten voort. Zo zal het altijd en overal te zien moeten zijn wie wij zijn en wie wij voor
ons hebben. Het is
een eerste taak voor ieder christen zijn eigen leven te leiden tot Gods
eer.
Wie of waar hij ook is, altijd moet dat het hoogste doel zijn. Maar vervolgens ook de
zonde en het verkeerde
bij een ander in liefde aanwijzen. Door zelfkennis is er mensenkennis. Dan zal het ook al snel blijken
wie ze voor zich
hebben. Gods kinderen zijn bang het boze te doen. Hun God te bedroeven.
Zij
zullen, door Gods Geest geleid, luisteren naar iedere bestraffing. In
verootmoediging zullen ze hun zonde belijden. Een dwaas luistert
nergens naar.
Hij zal volharden in de weg die hij is ingeslagen. Boos en vol wrok zal
hij
zich van iedereen die uiteindelijk het goede met hem voor heeft afkeren.
Gods
kinderen leven iedere dag bewust. Ze vragen zich steeds af welke de weg
is die
de Heere hen wijst. Ze smeken om de hulp en de leiding van Gods Heilige
Geest.
Zo komen ze vaak in omstandigheden die ze zich niet hadden kunnen
bedenken.
Vaak is het hen een raadsel wat ze hier of daar toch moeten doen. Doch
vol
vertrouwen beginnen ze datgene
te doen
wat hun hand vindt om te doen. Heel eenvoudig te volgen zonder te
vragen. En
langzamerhand zal blijken wat de Heere beoogde met het feit hen juist
op die
plaats te brengen.
Ieder
christen heeft een eigen plaats in het grote wereldgebeuren. Aangeraakt
door
Gods Geest doet hij zijn plicht zoals de psalmist zingt: Betracht uw
plicht.
Bewoon het aardrijk. En vervolgens is het een vertrouwend leren
wachten. Het
vertrouwen van Gods kinderen kan lang op de proef worden gesteld. Het
kan lang
duren voor ze zien, en misschien zien ze het wel nooit, waarom ze toch
de weg
gaan die ze gaan. Het leven van Gods kinderen is een leven met de dag.
Het is
heel belangrijk iedere dag Gods aangezicht in het gebed te zoeken. En
vervolgens te wachten op datgene wat Hij heeft te zeggen. In hun weg
leren ze
steeds meer achteraan te komen. Niet eerder te gaan dan wanneer het hun
helder
en duidelijk bekend wordt gemaakt. Nee, dan zal het niet een weg zijn
zonder
vrees en vragen. De Heere houdt Zijn kinderen liefst heel dicht bij
Zich. Hij
zorgt steeds weer dat ze bij Hem zijn om geholpen te worden. Hem nodig
hebben.
De
taak voor ieder christen is verschillend. Het is altijd weer een
persoonlijke
opdracht aan een mens persoonlijk. Ieder kind van God wordt persoonlijk
geoefend. Persoonlijk geleid. Met de hem geschonken gaven en talenten
dienstbaar gesteld. Ieder mens is verschillend. Iedere weg is anders. Maar bij allen wordt
gezien hoe er in het
verdere van het leven een groei is in genade. Een verdubbelen van
talenten. En
waar een mens niet aan denkt, daar zorgt de Heere Zelf voor in een
altijd
wonderlijke weg. Waarop wordt gezegd: Dat is toch wel heel opmerkelijk.
Dat is
toch wel heel wonderlijk.
Wij
gaan naar het Kerstfeest. In de stal lag eeuwen geleden de Heere Jezus.
Zijn
Namen werden in het oude testament reeds genoemd. Zijn eerste naam was
Wonderlijk. Wonderlijk was Zijn aard. Dit komt iedere keer weer naar
voren
wanneer in een weg van opmerken gezien wordt hoe Hij leidt. Wonderlijk.
In de
wonderlijke taak die Gods kinderen krijgen ontvangen ze ook Raad om
deze te
volbrengen. Ze krijgen Sterkte van Boven. Zo is het altijd geweest. En
zo zal het
ook blijven. God blijft Dezelfde. Van eeuwigheid tot in eeuwigheid.
Gods
kinderen zoeken de vrede voor zichzelf en elkaar. Ook dit is een stukje
van de
erfenis van hun God. Die de naam Vredevorst draagt. Zo zullen mensen
die met
iedereen ruzie zoeken of hebben geen beelddragers zijn van God. We
kunnen het
met het kwade niet eens zijn. We kunnen niet verder met diegenen die
niet
handelen en wandelen naar Gods geopenbaarde wil. Doch het is ons aller
plicht
om in een weg van liefde en bewogenheid met geduld en wijsheid met iedereen om te gaan.
|