Wat
zijn de kenmerken van bekering. Van vernieuwing. Er
is een godsdienst die uit
niets anders bestaat dan praten. Het praten over bevindingen en datgene
wat is
beleefd. Over invallende waarheden en teksten. Over dingen die zijn
meegemaakt
in nachtelijke uren. En oeverloos kan er over worden verteld. De
verhalen
worden alsmaar mooier. En men hecht er zoveel waarde aan dat men het
ermee
durft te wagen de eeuwigheid in te gaan. Het
zijn echter alle woorden waarin de mens in
het middelpunt staat. En het komt niet en nooit verder. Men zoekt dat
ook niet,
want dan zou een gemeende bekering ondersteboven gaan. Elke
vorm van een kritische
vraag wijst men af. Men is tevreden met datgene wat men voor zijn of
haar
bekering houdt. En kan het alleen vinden in de groep mensen die deze
vorm van
godsdienst voorstaan. Ademloos aan hun lippen hangt. Als
je goed luistert mis je
echter het ontdekkend licht. De
ontdekking die dagelijks terugkeert. In werkelijkheid heeft men
zichzelf nog
nooit gezien. Er is ook geen daadwerkelijke verandering in het leven
gekomen.
Men leunt en steunt op het gevoel. En drukt daarmee elke twijfel de kop
in. Men vergeet dat
het aankomt op het ware en
zaligmakende geloof. Kent dit ook niet. Het geloof dat in de werken
openbaar
komt. Zoals Gods Woord het leert. De
boom wordt immers aan de
vruchten gekend. Vruchten waar het hart in ligt. Wat de liefde is. Het
zijn
niet de gesproken woorden waaruit de zaligheid blijkt. Het is de
praktijk van
het leven van alle dag. Het zijn de zogenaamde vruchten die voortkomen
uit de
verandering die in het leven heeft plaatsgevonden. De waarachtige
bekering die
een mens van dood levend maakt geeft een geheel ander leven te zien.
Niet
langer is er het leven naar het goeddunken van het eigen hart. De Heere
is de
Eerste in het leven geworden en daaruit leeft men. Er wordt niet
gezocht naar
mooie woorden. Men zoekt niet zichzelf voor te stellen als een bekeerde
man of
vrouw. Men zoekt in het leven niet anders dan datgene te doen wat de
Heere
vraagt. De liefde tot Hem en daarnaast de liefde tot de naaste. Men
heeft dan
zoveel werk dat men geen tijd heeft voor zogenaamde gezelschappen of
bijeenkomsten om zichzelf te laten horen. Er
is elke dag werk aan de winkel omdat de
Heere vraagt geschonken gaven in Zijn dienst te besteden. Daarvoor geeft Hij een open
oor, een open oog.
Maar bovenal een liefdevol hart. Hij brengt Zijn kinderen dan ook op de
plaatsen
waar Hij ze wil hebben. Door Woord en Geest geleid gaan ze, misschien
na
aanvankelijke strijd, gewillig de weg die gevraagd wordt. Het is
namelijk niet
altijd een gemakkelijke weg. Gelukkig maar, anders zouden ze de Heere
niet
nodig hebben. Het is ook niet zo dat men er direct om staat te springen
dergelijke wegen te gaan. Maar de liefde wint altijd. En zo wordt de
weg
gegaan. In een geleidelijke
weg van overgave.
De weg op zich gaat ook lang niet altijd zonde strijd. Er kan zelfs een
twijfel
zijn of de weg die gegaan is wel goed was. Al hetgeen in deze wordt
beleefd en
ervaren verdiept en verrijkt het genadeleven. Er zijn voortdurend de
oefeningen
in het geloofsleven. Meer en meer wordt gezien van Christus. Dit alles
omdat er
in die weg de Heere Zelf is. Hij oefent en loutert en uiteindelijk
heiligt Hij
mensen.. Zonder deze heilzame weg in
het
leven is geen zaligheid. Nogmaals, het is
een heel ander leven dan pratend in de
hemel te willen komen. De heiligmaking gaat een geheel mens aan. Het is
het uit
handen geven van het leven. Het overgeven aan de Heere Zelf. Om van en
door Hem
geholpen en uitgeholpen worden. Wanneer de Heere in een weg van bekeren
een weg
wijst, dan zal Hij voor alles zorgen. Het zal een weg kunnen zijn die
dwars
ingaat tegen het gevoel. Waar het misschien lijkt of het alles op niets
uit zal
lopen. Maar in Zijn kracht zal uiteindelijk blijken dat het niet gaat
om de weg
maar om hetgeen de Heere op het oog heeft. En dat is uiteindelijk een
totaal
afsterven van de oude mens. Om in Christus als een nieuw schepsel op te
staan. |
|