Een
zegen voor de kinderen. Het
genadewerk van de Heere
is heel persoonlijk. Hij schenkt aan wie Hij wil Zijn genade. Genade is
niet
erfelijk. Maar door de lijn van de geslachten wordt het verheerlijkt.
In deze
is ook weer veel onderwijs nodig. Er is namelijk aan de ene kant van
ouders een
gunning, maar anderzijds kan er bij anderen
veel ongeloof voorkomen. Dan kan men
zogenaamd die jonge kinderen niet overnemen in zijn of haar
geloofsbeleving. Wanneer
ouders zo met hun jonge kinderen omgaan kan dit veel onnodige strijd
voor het
komende veroorzaken. Kinderen zien immers hun ouders als de grote
voorbeelden.
Wat vader of moeder zegt is waar. Zo is het ook met het leven met de
Heere wat
ze in hun ouders krijgen voorgehouden. Ouders die van heel grote en
bijzondere
dingen spreken. Het kan zover gaan dat ouders hun kinderen in de weg
staan wat
betreft een gezond geestelijk leven. Angst en twijfel gaan de boventoon
spelen.
Ouders die datgene wat de kinderen spreken toetsen aan hun eigen
spreken zaaien
door hun houding en uitspraken geestelijk ellende in het leven van hun
kinderen. Die ze toch eigenlijk heel eenvoudig en lieflijk zouden
moeten
onderwijzen. Nu
is de Heere sterker dan
dat geweld. En vroeg of laat weet Hij al Zijn uitverkorenen te bereiken met de Waarheid
van het evangelie
van vrije genade. Dit kan echter heel verstrekkende gevolgen hebben.
Het is
niet onmogelijke dat degenen die zo geleid worden een eenzaam leven te
wachten
staat. Het kan zijn dat er geen geestelijke band komt met hen die
vanwege
bloedbanden toch aan elkaar verbonden zouden moeten zijn. Ouders die
met
vreemden hele gesprekken kunnen voeren, maar bij hun kinderen de naam
van de
Heere Jezus niet over de lippen kunnen krijgen. Ouders die door
vreemden geëerd
worden. Geacht om datgene wat ze spreken vanuit hun eigen leven.
Terwijl eigen
kinderen hiervan niets weten. |
|