Koopt de dagen uit (2)
Wij
moeten onze dagen uitkopen. Het wil zeggen dat wij ons gehele leven in
dienst
van God dienen te besteden. Het heeft alles te maken met een keuze die
in het
hart wordt gelegd. Die wij dus van onszelf niet hebben. Wanneer de
Heilige
Geest Zijn werk begint is de eerste vrucht de liefde tot God. De liefde
om
voortaan te leven tot eer van God. Die we zo hartelijk lief hebben
gekregen. Er
wordt verstaan dat het leven een geschenk is van God. En dat wij
eenmaal
verantwoording af moeten leggen van datgene wat we hebben gedaan in dit
leven.
Wanneer we onszelf bewust zijn dat we altijd tekort schieten, de
Heilige
Geest leert ons
onszelf iedere dag
opnieuw nauw te onderzoeken. Altijd weer eindigt het met een schuld die
we hebben
voor de Heere. Dat is de weg van de heiligmaking. Om in die weg te
sterven aan
alles wat buiten Christus is en dus voor God niet kan bestaan.
Ieder
christen leert in het leven bevindelijk een drie-enig God kennen. De
Vader, de
Zoon en de Heilige Geest. Het is niet goed genoegen te nemen met een
geloof in
een Jezus van vijf letters Die centraal staat in de gedachtegang. Het
werk van
de waarachtige bekering is een werk van de drie-enige God. De Vader
heeft Zijn
plan gemaakt om in de tijd een volk tot Hem te bekeren. Van dood levend
te maken.
Dat is dan alleen mogelijk wanneer er in het hart het geloof wordt
geoefend in
de tweede Persoon in het goddelijk Wezen. De Heere Jezus. Maar het
toepassende
werk van de bekering is voor de Heilige Geest. Hij is Heere. En Hij
maakt
uiteindelijk levend. Het werk van de bekering is aan de ene kant een
mysterie.
Maar aan de andere kant gaat het niet langs mensen heen. In een groei
in het
geestelijk leven wordt in een weg van bewustwording de oude mens in
Adam
dagelijks gekastijd. Hij moet sterven in de smeltkroes. In de oven. Het
zijn de
omstandigheden van het leven waarin de Heilige Geest een mens met
zichzelf
bekendmaakt. En in dat werk van ontdekking en leegmaken komt plaats
voor de
Heere Jezus in Zijn opstandingkracht. En zo wordt geleerd om in een
nieuw leven
godzalig te wandelen. Nee dan is de bekering niet langer een weg van
och mocht
het nog eens gebeuren. Dan is de bekering niet langer een zaak die niet
besproken kan worden. Eens waren we blind. Maar nu mogen we zien. En in
die weg
raken we nooit uitgeleerd in dat grote goed wat is weggelegd voor allen
die de
Heere vrezen. Daar mogen we de Heere leren kennen. Kennis van Hem.
Gerechtigheid en Heiligheid. En zeker heeft het te maken met inzichten
en
wijsheid. Waar de psalmist bidt om verstand met goddelijk licht
bestraald.
Gods
kinderen zijn vreemdelingen op deze aarde. De godsdienst kent ze niet.
De
wereld verstaat hen niet. Maar die in de schuilplaats van de
Allerhoogste is
gezeten zal vernachten in de schaduw van de Almachtige. Zij mogen delen
in de beloftes
die zijn voor de kinderen. Zij zullen, hoe het ook mag tegenlopen, op
Zijn
goedheid blijven hopen. De Heere zal hun val niet gedogen. Hij geeft
hun het
gewenste land. De Kananese vrouw bad om een kruimeltje genade. Maar
uiteindelijk kreeg ze het hele brood. Christus te mogen omhelzen in al
Zijn
beminnelijkheid. En dan te weten dat het zonder de Heilige Geest nooit
zou
kunnen. Maar het grootste is om dan bevindelijk te weten dat door dit
genadewerk er een geopende toegang is tot de Vader. Want al wat uit
Christus
komt, het komt uit God de Vader. Dus wie door de Heilige Geest uit
Christus
wordt bediend mag de Vadernaam met alle vrijmoedigheid gebruiken. Hij
weet zich
met een drie-enig God verzoend. Dit werk is door Gods alvermogen, door
’s
Heeren hand alleen geschied. Het is een wonder in onze ogen. We zien
het . Maar
doorgronden het niet.
Dit hoeft ook niet. Het
is
een zaak van het geloof.
|