Het
leven is kort
Het leven is
kort. De weg van de wieg naar het graf is niet
lang. Aan alles in dit leven komt een einde. Wat je vandaag kan bekoren
is
morgen weer voorbij. De Prediker zegt dat alles in dit leven ijdelheid
is. Er
is overal een tijd voor. Maar niets kan meegenomen worden in het graf.
Dan is
het afgelopen met datgene wat ons hart nog zou kunnen hebben. En toch
geeft het
Woord ons een handwijzer. Toch wijst Het ons de weg. Verzamel je
schatten die
uit de hemel zijn. Zoek datgene wat nooit een einde neemt. Is dat er
dan? Zijn
er dingen waar geen roest bij kan komen? Bestaat er dan iets wat
blijvend is?
Wat de eeuwigheid duurt? Wat eindeloos is?
God is van
eeuwigheid tot in eeuwigheid. En alles wat uit en
door Hem is zal blijven bestaan. Zijn Woord is van geslacht tot
geslacht. Het
leven naar dat Woord is niet alleen de reisgids voor dit leven. Het is
ook de
Bron voor het toekomende. Voor het leven achter de dood. Alles wat van
het
Koninkrijk van God komt is een Fundament voor de tijd en de eeuwigheid.
Het
komt uit het Werk van de Heere Jezus. Hij heeft door Zijn komst naar
deze
wereld een weg geopend om niet alleen hier, maar ook eeuwig te leven.
In en
door Hem is zonder verschrikking een verschijnen voor God. Hier in dit
leven leren Gods
kinderen te zoeken naar datgene
wat wordt bedoeld. Wat zijn de eeuwige dingen? Die over dood en graf
zich heen
strekken?
Ons lichaam is niet blijvend. Onze gezondheid is geen
zekerheid. Niemand blijft hier op deze aarde. Alles is onzeker. Maar de
dood is
voor ieder een vaststaand feit. Wat moeten wij dan op deze aarde. Wat
hebben
wij hier dan te zoeken? Zijn wij dan geboren om te sterven? Het Woord
leert ons
dat er na dit leven een eeuwig huis is voor iedereen. En wanneer wij
hier
hebben geleerd van de genade van de Heere Jezus te leven, dan mogen wij
straks
verder leven. Dan is de eeuwigheid nog te kort om te zingen van datgene
wat de
zaligheid heet. De genade verschijnt aan alle mensen. Velen slaan
hierop geen
acht. Maar die uitverkoren zijn in de eeuwigheid, eer de wereld er was,
zij
zullen leren zoeken naar dat grote goed wat is weggelegd voor Gods
kinderen.
Wat in de hemel wordt bewaard. En waar hier van de rente mag worden
geleefd.
God
heeft een volk uitverkoren wat Zijn kinderen wordt
genoemd. Zij zullen hier in dit leven leren dat ze op weg zijn naar de
eeuwige
dood. Dat ze alleen door de vergeving van hun zonden bevrijd kunnen
worden van
de rampzaligheid. Die vergeving is door het geloof in de Heere Jezus
Christus.
En vervolgens mogen ze in een nieuw godzalig leven reeds hier leven.
Hier is de
hemel niet. Maar ze zijn wel op weg naar de hemel. In een nauwgezet
leven
zoeken ze dan ook hier de dingen die Boven zijn. Ze zoeken te leven
zoals het
God kan behagen. Ze zoeken Zijn eer. Steeds weer komen ze erachter dat
ze dat
uit zichzelf niet kunnen. Dan komen ze weer moe en moedeloos met
zichzelf in de
knoei. En vragen ze zich af of ze wel ooit in het hemelse Jeruzalem aan
zullen
komen.
De
staat van al Gods kinderen ligt vast. Maar zelf kunnen ze
er zo dikwijls niets van bekijken. Ziende op zichzelf zien ze niets van
de
volkomenheid die in Christus ligt. Dan moeten ze het weer belijden dat
zalig
worden alleen in Christus ligt. En gedreven door Gods Heilige Geest
vragen ze
om meer van Hem te leren. Het is Zijn kennis, Zijn gerechtigheid, Zijn
heiligheid. In een weg van afbraak van die oude mens worden dan de
schatten
vergaderd die uit de hemel zijn. Het zijn de vruchten van de Heilige
Geest. Om
als een opnieuw geboren mensenkind, wedergeboren, te zijn. Het verenigd
zijn
met de wil van God. Het gewillig gaan van de rest van het leven. Steeds
te
vragen naar de hulp en de leiding van Gods Geest. Te onderzoeken alles
wat het
Woord zegt. Dicht te leven bij die dingen.
En dan geeft een nauwgezet leven straks eenmaal een
ruim
sterven.
|