Gods
Geest verandert mensen. Wanneer
Gods Geest een mens
van zijn zonden overtuigt, er komt een gehele verandering tot stand.
Een leeuw
wordt een lam. Er vindt een proces van heiliging van het gehele leven
plaats. De
wil wordt veranderd. De hartstochten geregeld. Bij alles staat de eer
van God
bovenaan. Elke dag weer worden er zonden voor ogen gesteld. Want de
Heilige
Geest zal het werk wat is begonnen afmaken. Steeds meer komt er schuld
en
berouw over hetgeen gedaan is en wordt en wat niet is naar Gods wil en
wet. De
alles overheersende liefde die in het hart is gelegd zorgt ervoor dat
de strijd
tegen de zonde wordt begonnen en vastgehouden. Steeds weer zal het
nodig zijn
in een tijd van mediteren te kijken naar jezelf. Wie ben ik en wat doe
ik. Waar
sta ik en naar wie luister ik. Nooit houdt dit op dan wanneer de ogen
worden
gesloten en het leven overgaat in het eeuwige leven. Daar is geen zonde
meer.
Geen pijn en geen strijd. De Heilige Geest is de Eerste Die mensen
aanraakt in
het proces van de bekering. Wanneer mensen van dood levend worden
gemaakt. De
Heilige Geest werkt vervolgens het hele proces van de bekering uit. In
datgene
wat in dit leven mensen overkomt ligt als een wonder de heiliging van
de mensen
besloten. Ze zullen gelouterd uit de moeiten en het verdriet komen
wanneer Gods
Geest gepaard is aan een mens. Hoe zwaarder de stormen, hoe mooier het
beeld
van God tevoorschijn komt uit de strijd van het leven. Er wordt immers
gesproken van de smeltkroes die het zilver tevoorschijn laat komen.
Maar de
oven zorgt voor het goud. Al Gods kinderen leven hier met de Heere.
Alles wat
hen in dit leven wordt toebedeeld zien ze als Gods leiding en besturing
in het
leven. Ze zien de gevolgen van de zonden. Hoe ze daardoor te strijden
hebben. Maar
ze zien ook dat de Heere uit alle benauwdheden hen keer op keer redt.
Hen als
herboren uit de golven van de levenszee doet tevoorschijn komen. De
bekering van mensen is
daarom een wezenlijk iets. Het is niet iets wat in twijfel hoeft
getrokken te
worden. Het geloof in de zorg van de Heere voor Zijn kinderen is
bijzonder.
Maar ook dat is een gegeven goed. Wanneer het geloof een ogenblik niet
in
beoefening is, de Heere vraagt een tijd van overdenking. Van rust en
zelfonderzoek. Is er misschien een schadelijke weg in het leven? Of wil
de
Heere nog iets anders doen zien en leren. Gods kinderen kennen de stem
van de
Heere. Maar ze weten ook wanneer hij niet klinkt. Wanneer het donker is
en het
licht als het ware is gedoofd. De duivel zal dan met influisteringen
proberen
te doen geloven dat er in het leven van God nooit iets is geweest. Het
kennen
van de Heere weet echter anders. Het is de tijd dat de Heere Zich
opnieuw en
weer anders zal laten zien. In een gelovig volgen van de weg die ook
dan weer
gewezen wordt zal het licht opnieuw volop schijnen. Nooit komen Gods
kinderen
uit de strijd zo zij erin zijn gegaan. Altijd rijker en met meer zicht
op het
werk van de Heere. Ze zullen dan ook juichen en zeer verblijd zijn op
het
moment dat de Heere Zich weer doet zien. Na het zure gaf Hij immers het
zoet.
Er komt weer een tijd waarin ze van kracht tot kracht voort mogen gaan
in het
leven, met datgene wat ze het laatst ontvangen hebben. |
|