Leer
mij naar Uw wil te
handelen. In
het leven van mensen moet,
maar kan ook een wonder gebeuren. Het is het wonder van vrije genade.
Waarbij
van dood levend wordt gemaakt. In een punt des tijds wordt de liefde in
het
hart gelegd. Daarbij komt een zoeken naar de dingen die Boven zijn. Van
dit
wonder zingt de psalmist: Waarom was dat op mij gemunt. Daar zovelen
gaan
verloren. Die Gij geen ontferming gunt. Het is kenmerkend dat over dit
wonder
zo weinig wordt gesproken. Het lijkt aan de ene kant alsof het zo
gewoon is. Aan
de andere kant beluisteren we de onmogelijkheid. Gods
kinderen ervaren echter
meer en meer het wonder van genade in hun leven. Daar kunnen ze niet
omheen. Zij
kunnen niet meer met alles mee. Zij worden als het ware wat
wereldvreemd. Aan
de andere kant een vreemde in de godsdienst. Ze gaan meer en meer hun
eigen
gang. In de stilte zoeken ze de gemeenschap met de Heere. Want wat ze
bij alle
onzekerheden wel weten: ze kunnen daar niet zonder. Het
Woord spreekt dat de
dagen der duisternis in hun leven vele zijn. Maar in het licht van Gods
vriendelijk Aangezicht gaan ze hun vaak eenzame weg door dit leven. In
hen is
daarom die voortdurende bede: Leer mij naar Uw wil te handelen. Ze
weten zo
goed dat ze van zichzelf niets kunnen en niets willen. Ze ervaren dat
ze keer
op keer door de Heere moeten worden onderwezen. Door Woord en Geest
ervaren ze
dat alles wat ze voortbrengen tekort is. Met zonde bevlekt. Bij
ontdekkend
licht moeten ze steeds weer bukken en buigen voor die hoge en heilige
God.
Daarom krijgt dat eerst woordje zo’n grote betekenis in hun
leven. Leer
mij…….leren….en dat een leven lang. Dan
zien ze zo het verschil
met alles wat om hen heen wordt geleerd en besproken. Mensen die het
wel weten.
Ze spreken en zingen. Ze roepen en fluiten. Het lijkt alles vrede en
veilig.
Gods kinderen ervaren echter het onmogelijke in hun leven. Dat de Heere
toch
steeds opnieuw wil betonen van hen af te weten. Dat Hij toch naar zulke
albedervers om wil zien. Dan kan het soms zo donker in hun leven zijn.
Zo vol
twijfel. Zo benauwd en beangst. Er kan zeer zeker in de adventstijd een
uitzien
zijn naar het komende Kerstfeest. Nee, de kerstbomen zoeken ze niet. De
lichtjes evenmin. Uitgebreide maaltijden zijn hen vreemd. Het is de
ontmoeting
met het Kind van Bethlehem wat hen bezighoudt. Het
leven van Gods kinderen
is geen glijbaan naar de hemel. Het is een voortdurend zuchten en
vragen om de
weg die de Heere wil dat wordt gegaan. Het is een steeds weerkerend
uitzien
naar het Licht der wereld. Om van en door Hem geleerd te worden. Zo
gaat het in
een tijd van Advent met een verlangen naar een nieuwe ontmoeting met de
Heere. Kerstfeest.
Hoe vaak gaat de
werkelijke waarde van deze dagen aan ons voorbij. Zo lang tot mensen
erbij stil
worden gezet. Kerst. Christus. De beloofde Verlosser. Die door Zijn
leven,
lijden, sterven en opstanding het mogelijk heeft gemaakt mensen steeds
opnieuw te
leren naar Gods wil te handelen. Opdat ze mogen leren in Zijn Waarheid
te
wandelen. |
|