Het
leren vertrouwen op de Heere Jezus. Er
komt in het leven van
diegenen die door God zijn aangeraakt het moment waarop het geloof in
de Heere Jezus
wordt gelegd. Het is een bijzonder moment. Waarop zij denken zo te
kunnen en te
willen sterven. Er is een groot vertrouwen op de Heere. Ze weten dat
dit het
antwoord is op de vraag die ze hadden. Een openbaring van de tweede
Persoon van
het goddelijk wezen. Het verlangen naar persoonlijke zekerheid om bij
Hem te
behoren. Ze weten het op genoemd moment zo zeker. Het is goed. Er hoeft
niets
meer bij. Maar
het blijft niet zo. Het
gevoel waarop ze, zonder dat ze het zich bewust waren, bouwden gaat
weg. Er
blijft voor hun beleving niets, ja niets meer over. Allerlei
omstandigheden
kunnen daar de oorzaak van zijn. Ze komen in het donker. Allerlei
vragen rijzen
op. Wat is het toch dat er toen was. Ze weten het niet meer.. Ze komen
in
vertwijfeling. Het kan zelfs zo zijn dat ze de Heere verlaten. Ze
zoeken niet
meer. Ze zeggen als het ware zonder woorden: Heere, nu moet U het maar
doen
hoor. Ik weet het niet meer. Zou
de Heere deze ellendige
vergeten? Zou Hij
niet genadig zijn hen
die toch de liefde in hun hart kenden voorheen? Zij die nu zo eenzaam
in hun
gemis over de aarde gaan? Het kan en zal zo niet zijn. Niet door
kracht, niet
door geweld, maar door Zijn Geest zal het geschieden in het leven van
Gods
kinderen. In een geheel vastlopende weg, in een weg waarin ze niets
kunnen
bekijken en eenvoudig gezegd geen enkele verwachting meer hebben zal
het licht
opnieuw gaan schijnen. Misschien als een klein lichtje in het donker.
Wat ze
eigenlijk niet durven toelaten. Misschien bang opnieuw het donker te
moeten
gaan ervaren. Bevreesd voor het opnieuw te moeten beleven van de tijd
die ze nu
doormaken. Het kan echter ook zo zijn dat een groot licht hen
omschijnt.
Plotseling. Onverwachts. Ze weten het: dit was het. Dit is het. Op dat
moment
weten ze ook dat ze zich niet vergist hadden. Ze moeten gaan leren dat
ze niet
op een gevoeligheidje zalig zullen worden. Het geloof in de
Heere Jezus
moet
geoefend worden. In welke omstandigheden
ze ook terecht zullen komen, Hij zal er altijd bij zijn. Hoe donker het
ook
lijkt of zal lijken, Hij zal Zich in groter heerlijkheid doen zien. Op
Zijn
tijd en op Zijn wijze. Dit
proces in hun leven zal
blijven. Steeds opnieuw zullen ze te maken krijgen met een gaande en
komende
Jezus. Er zullen momenten blijven komen dat ze Hem niet zien. Momenten
waarop
ze twijfelen aan alles. Ze
moeten gaan
leren dat de Heere hen wel ziet. Hij wil hen leren en onderwijzen in
het
zaligmakend geloof. Door Woord en Geest zullen ze op de weg van het
geloof
verder worden geleid. Nogmaals, er zullen tijden zijn waarop ze denken
dat het
nooit, nee nooit meer anders in hun leven zal worden. Dat het goed is
en goed
zal blijven. Voor hun beleving zullen geen bergen te hoog worden en
geen zeeën
te diep. De geschiedenis van Elia laat echter zien hoe dicht de hoogtes
en
dieptes in het geloofsleven bij elkaar liggen. Ook hij vertrouwde niet
op de Heere
op het moment dat hem werd aangezegd dat een vrouw hem zocht te doden. |
|