Het
leven van op en neer. Het
leven van genade is een
leven van op en neer. Het is nooit gelijk, maar altijd in beweging. De
ene keer
krijg je wat van de Heere, een andere keer geniet je van wat hebt
gekregen. Een
volgende keer kan je het niet meer doen met wat je hebt ontvangen. Dan
drijft
het je weer uit naar de Heere. Wanneer het lang duurt voor je de Heere
ontmoet,
je kan weer in het donker terechtkomen. En zo gaat het een leven lang.
De
hoogtepunten in het geloof zijn geweldig. Daar is het alleen maar
licht. De
dieptepunten zijn verschrikkelijk. Daar is het nacht en er is veel
strijd. Toch
is het maar goed dat je ze allebei kent. Want wie de hoogtes niet kent
kan ze ook
niet missen. En wie van geen dieptes weet, kent ook de hoogtes niet.
Het
verschil in de stand van het geestelijk leven is voor elk kind van God
herkenbaar. Hij kijkt niet naar de donkere tijden uit. Maar geniet des
te meer
wanneer de Heere Zich weer laat zien in het licht. Wanneer Zijn stem
weer wordt
gehoord. Het leven van op en neer hoort bij een kind van God! Natuurlijk
zijn er die
meewarig kijken naar mensen die de in hun ogen tobberds zijn. Mensen
die de ene
keer leven alsof ze over alle hoogtes heen kunnen springen. Maar die
een
volgende keer bedrukt over de aarde gaan. Zij die dit leven kennen
hebben goed
en helder onderwijs nodig. Om uiteindelijk ook deze blikken te kunnen
weerstaan. Zich niet minder te voelen. Maar wel anders. Onderwijs
waarin gewezen
wordt op het verleden. Het verleden waarin de Heere keer op keer
uitredde. En
Hij Die niet is veranderd zal ook een volgende keer Zijn genade in het
leven
verheerlijken. Maar de Heere zal uitkomst geven. Wanneer
het donker wordt is
het tijd voor de binnenkamer. In de eerste plaats om jezelf toe te
spreken dat
niemand jaloers wordt op mensen die met de neus op de grond lopen.
Mensen die
getuigen van geen enkele hoop of verwachting. Het is zaak je goed te
realiseren
dat mensen je niet kunnen helpen. Dat het alleen van de Heere is te
verwachten.
Dat Hij onderwijst ook in deze tijd van donkerheid. Maar op Zijn tijd
en wijze.
Doch daar gebruikt Hij zo nodig geheel andere mensen voor dan die je
had
gedacht. Al Gods kinderen komen er weer rijker uit. Met meer onderwijs.
Een
gelouterd geloof en meer vertrouwen voor de toekomst. Zij die het meest
de
donkerheid kennen krijgen het meest te zien van het licht. Zij kunnen
als het
ware het licht van het donker het best onderscheiden. Zij zijn ook
aangewezen
de mensen die te maken krijgen met dit dubbelleven van op en neer, van
licht en
donker, te onderwijzen. Niet
zelden worden mensen
die in het donker lopen depressief. Wat
meest het gevolg is van geen weerstand te hebben tegen de aanvechtingen
van de
duivel. Ook nog gevoed
te worden in
kringen waar het leven van met de neus op de grond lopen wordt
gepromoot. Waar de
onderwijzers zichzelf als het ware zelf op een troon hebben gezet.
Zichzelf .
Maar van het ware geestelijke leven weten ze echt niets. Anders zouden
ze
herkennen waarover die mensen het hebben als ze spreken over licht en
donker.
Dan zouden ze hen als hierboven de weg wijzen. Hen bemoedigen in plaats
van nog
verder in het donker te storten. Ze hebben waarschijnlijk zelf nooit
het
onderwijs in deze gekregen. Of in elk geval een tekort aan onderwijs.
Ze hebben
geen inzicht in het ware leven met de Heere. Het zou beter zijn dat ze
hun mond
hielden. Dat ze zich eens afvroegen wat het licht is wat ze
verspreiden.
Misschien zien ze dat ze geen licht maar een pikdonkere nacht
aanreiken. |
|