Uw
liefdedienst....... Het
is zo eenvoudig gezegd. Uw liefdedienst. Bereid te zijn tot de dienst
van de
Heere. Heere wat wilt U dat ik doen zal. Maar
wat is een onvoorwaardelijke liefdedienst voor de Heere in de praktijk.
Nogmaals, het is zo eenvoudig gezegd. Ja, eerlijk gezegd denken we daar
geschikt voor te zijn.......de Heere kan ons vast wel gebruiken. In
Zijn
dienst. Zo denken we......en daarom zo bereid. Een
liefdedienst. Uw liefdedienst. Je leven in dienst van de Heere. Goede
voornemens. Doch wat komt er in de praktijk van terecht. Om jezelf
helemaal weg
te cijferen. En je leven totaal in dienst van de Heere te stellen. Ja,
blijvend
te stellen. Om dag en nacht alert te zijn de stem van de Heere te
horen, te
zoeken die te verstaan. En te doen wat Hij van je vraagt. In tijden van
stilte
niet te vertwijfelen. Af te haken. Maar er zeker van te zijn dat de
Heere je
voorbereidt voor een andere en nieuwe taak. Je weet dan dat op Zijn tijd en wijze hierin zeker duidelijkheid
zal
komen. En hoe het tegen schijnt te lopen. Toch op Zijn goedheid hopen.
Blijvend
tot Zijn dienst bereid. Het
kan alles zo teer liggen. Er is de wens en de begeerte voor de Heere te
leven.
Doch wat komt er vaak toch weinig van terecht. Het leven van alle dag
houdt je
bezig en beheerst je zo. En eerlijk gezegd stelt die liefdedienst vaak
teleur.
Je dacht eer te krijgen. Maar het wordt smaad.
Als je niet oppast denk je aan die begeerte tot de
liefdedienst niet
meer. Soms is er nog een moment dat je
onrustig wordt. Maar al snel zijn er zo weer de dingen in je leven die
dit
moment wegvagen. Je gaat je eigen gang. En van de liefdedienst voor de
Heere is
weinig of niets meer over. Heere,
wat wilt Gij dat ik doen zal. Dat behoort in een leven met de Heere de
boventoon te voeren. Niet eens. Niet af en toe. Maar het zal als het
goed is de
verzuchting van elke morgen en elke avond zijn. Heere, wat wilt Gij dat
ik doen
zal. Wijs mij Uw weg. Door Uw Woord en door Uw Geest. Wegen
die de Heere wijst zijn tot eer van Hem. Daarbij is altijd een
geestelijke
groei van Zijn kinderen die de Heere op het oog heeft. Een groeien in
genade
door de genade die de Heere schenkt in de weg van volgen. De weg gaan
die de
Heere heeft gewezen. Niet dikwijls denken mensen dat zij een weg gaan
omdat de
Heere hen zo goed kan gebruiken. Omdat ze toch zeker denken het wel te
kunnen.
Maar evengoed niet zelden moeten ze erachter komen dat de Heere zegt:
zonder
Mij kunt gij niets doen. Dit geldt niet alleen de gewone man. Ook
mensen die in
hoogheid zijn gezeten moeten dit leren. De Heere staat naar opwas in
genade. En
niemand, maar dan ook niemand is hier ooit in uitgeleerd. Dat moet men
alleen
willen zien. En geloven. Want genade die de Heere bewijst is niet
zonder
gevaar. Denkend iets te zijn met wat is ontvangen. Denkend meer te
hebben
ontvangen dan de ander. Menend dat de Heere hen roept de ander de les
te lezen.
Niet wetend, of vergetend dat genade klein maakt en ootmoedig. Want wie
en wat
ben ik dat U omkijkt naar een dode hond als ik ben. Zo
wijst de Heere nooit een gemakkelijke weg. Dan zouden we er immers
niets van
leren. En uiteindelijk geen genade voor nodig hebben. Want dan weten we
het
wel. En kunnen we het wel. Een liefdedienst voor de Heere houdt aan de
ene kant
in dat we bereid zijn voor de Heere te leven. Maar aan de andere kant
ook weten
dat de weg achter de Heere een kruisweg is. Een weg van verdrukking.
Van
verdriet en pijn. Van niet weten waar de weg heengaat. Nogmaals,
dat geldt elk van Gods kinderen. Van klein tot groot. Van jong tot oud.
Niemand
uitgezonderd. De Heere onderwijst. Hij roept. Hij is getrouw. Hij wijst
mensen
Zijn weg. Doch in dit alles zal blijvend genade verheerlijkt worden. Er
is een
tegenop zien van het volgen. Er is een nodig hebben van de Heere in het
gaan
van die weg. En uiteindelijk de verwondering dat de Heere Zijn Woord
heeft
waargemaakt. |
|