Liefde
en lijden.
We spreken
er zo gemakkelijk over. De liefde.
En als we de liefde niet kennen, zijn we een klinkend metaal. Het is zo
Bijbels. Als we de liefde niet kennen zijn we uit God niet geboren.
Doch
we moeten het niet vergeten: de liefde
die uit God is, verbindt automatisch met het lijden. Immers is de
liefde uit
God onlosmakelijk verbonden met het licht. En het licht verdraagt het
donker
niet. Omgekeerd is het hetzelfde. Het donker wil van het licht niet
weten. Want
het kent het licht niet.
En
zo komen we dan bij het lijden. Het licht wil
stralen, maar daar is geen plaats voor. Nee, het wordt niet gevonden.
Deuren
die dichtgaan en het licht buitensluiten. Zo is er de wil te dienen,
het
verlangen te geven, maar het alles wordt als het ware dood gemaakt. Er
is geen
plaats voor het licht. Men wil niet gediend worden. Met weet het zelf
wel.
Zo
komen we bij de Heere Jezus. Hij kwam om
het Licht in de wereld te zijn. Hij kwam om te dienen. Zich te geven.
Maar het
donker begreep Hem niet. Eenvoudig omdat ze het Licht niet kenden in
hun hart. Ze
wilden niet van Hem weten. En terwijl Hij maar één ding wilde. Terwijl
Zijn
komen in de wereld maar één ding voor ogen had. Behouden. En dat in een
weg van
het geven vanuit Zijn liefde. Eenvoudig omdat Hij liefde was.
Het
was slechts liefde. Ja, liefde alleen.
Maar wat stond er tegenover. Haat. Leugen. Laster. Verdachtmakingen.
Hij schold
niet als men Hem schold. En ieder weet wat het einde was. De kruisdood.
Daar
hing Hij. De Koning der Koningen. De Vredevorst. Met, zelfs aan het
kruis,
woorden van zorg. En geen mens die het voor Hem opnam.
Hij
ging de weg van lijden. Terwijl Hij
liefde was. Toch kon het donker Hem niet houden. Hij stond op uit het
graf.
Rees op ten Hemel. En nog bidt Hij. Nog heeft Hij het niet opgegeven.
En wacht
tot Hij genadig kan zijn. Vanuit Zijn liefde.
Wat
een les kunnen Gods kinderen hieruit
trekken. Wanneer ze in verdriet en moedeloosheid zitten vanwege het
onbegrip
wat hen ten deel is gevallen. Wanneer ze mogelijk twijfelen aan alles.
Twijfelen aan allen. Twijfelen aan de woorden die ze spraken en de
daden die ze
deden vanuit de liefde. Twijfel die ze hebben over hun leven. Want hoe
kan het
zijn dat ze zo terneer gedrukt zijn.
Moed
mogen ze vatten uit het leven en sterven
van de Heere Jezus, wat is opgetekend in het Woord. De woorden van
liefde die Hij
sprak. Waar onlosmakelijk het lijden aan was verbonden. Het lijden,
omdat het
donker het Licht niet verstond.
En
alleen om het licht wat hierdoor opgaat in
het hart is het mogelijk de weg verder te vervolgen. Is er steeds meer
de band
aan Hem, Die ze zo liefhebben. Omdat ze in het leven ervaren
voetstappen te
mogen zetten op de Via Dolorasa. De weg van het lijden. De weg van de
smart.
Zeker,
het valt niet mee. De weg is soms
zwaar. Lijkt soms te zwaar. Maar te mogen zien hoe het enkel genade is
iets te
ervaren van licht en donker. Van liefde en lijden. Van strijd.
Zeker,
anderen zien ze op rozen gaan. Ze zien
hen hun weg vervolgen. Terwijl ze zelf met verdriet in het hart
wachten. Ja,
wachten…..tot de Heere hen de weg helder en duidelijk weer wijst.
|