Ons
kruis. Hier
beneden is het niet.
Het is naar het Woord. Al direct in het eerste Bijbelboek wordt de
oorzaak van
al het verdriet en al de pijn aangewezen. Door
de zonde ligt alles verbroken. Pijn en
verdriet zijn het deel van de mensheid geworden. Er is geen leven in
het
Paradijs meer voor ons. Integendeel. We waren op aarde om Gods lof te
verkondigen. Maar ons wacht de dood. En wanneer er geen wonder in het
leven
gebeurt zal dit de eeuwige dood zijn. Het
leven van ieder mens is
een reis. Een woestijnreis. Elk huis heeft zo zijn kruis. Hetzij groot,
hetzij
klein. Elk kruis hebben we aan onszelf te danken. Waren er geen zonden.
Dan
waren er ook geen wonden. Ieder heeft genoeg aan zijn eigen kruis. En
kan dat
kruis ook bij name noemen. De één draagt het kruis gelaten. Bij een
ander wordt
het leven met het kruis door opstand getekend. Maar het kruis is er.
Daar kan
niemand wanneer hij eerlijk is omheen. Nergens is het volmaakt. Om de
eenvoudige reden dat het hier geen hemel op aarde, maar een gebroken
wereld is. Er
is een volk op deze aarde
wat het kruis in hoger licht leert zien. Zij worden bepaald bij Paulus.
Hij had
ook een kruis te dragen. Het woog hem zo zwaar. Het was voor hem een
doorn in
zijn vlees. Maar Hij had in zijn leven wat geleerd. Hij wist waar hij
met zijn
nood terecht kon. Zo riep hij de Heere aan. Heel ernstig klonk zijn
vraag. Om
het kruis van hem te nemen. Dan zou het voor hem een stuk gemakkelijker
in het
leven worden. Tot driemaal klonk zijn bede. Doch het antwoord van de
Heere was
duidelijk. De Heere zou het niet doen. De Heere nam de doorn niet uit
zijn
vlees. Het kruis wat hij mee moest dragen zou blijvend zijn. Want, het
was tot
zijn behoud. Als hij dat kruis niet zou hebben, dan zou hij een
onmogelijk mens
zijn geworden. Dan zou hoogmoed en eigengereidheid zijn deel zijn
geweest. Het
kruis hield hem dicht bij de Heere. Nu had hij de Heere dagelijks
nodig. Om Hem
te vragen om hulp en kracht. Om zijn werk te kunnen doen. Ondanks die
doorn in
zijn vlees. Er
is een volk op deze aarde
wat hun kruis in handen van de Heere weet te leggen. Zij gaan leren dat
de
Heere hen met het dragen van hun kruis wat wil leren. Hij zet hen op de
leerschool van het lijden. Om hen zo te oefenen in het allerheiligst
geloof.
Het kruis wat zij moeten dragen mag hen tot zegen worden. Ja, tot een
eeuwige
zegen. Er
is een volk op deze aarde
wat leert danken voor het kruis wat op hun schouders drukt. Het kruis
wat hen
een aanhankelijk leven geeft. Het houdt hen klein. Het houdt hen zo aan
de
grond. Het maakt dat ze niet zonder de Heere leven kunnen. Om altijd
maar weer
de Heere nodig te hebben in de omstandigheden van het leven. De
omstandigheden
die zo zwaar kunnen drukken. Het leert hen voortdurend vragen door en
van Hem
geholpen te worden. Zij zijn er achter gekomen dat de Heere een
bedoeling heeft
met hun kruis. Hij wil hen door dit kruis wat leren. Hij leert hen
bukken. Hij
leert hen bidden. Hij leert hen bij alles Hem nodig te hebben. Want
zonder Hem
zouden ze bezwijken onder hun kruis. De
Heere weet van elk kruis
wat Zijn kinderen dragen. Hij leert hen hun nood Hem te klagen. Hij
maakt dat
het kan. Dat het toch kan. Omdat ze geloven dat Hij hen niet onder hun
kruis
zal doen bezwijken. Hij wijst hen de weg. Hij ondersteunt. Hij sterkt.
Hij
geeft moed en krachten, die hopend op Hem wachten. Dan wordt het zo
waar dat
geleerd wordt het kruis vrolijk te dragen. Hoe zwaar het ook is. In de
wetenschap dat er Eén is Die van hun kruis weet. Die een zwaarder kruis
heeft
gedragen. Het kruis wat hen tot zegen is geworden. Op de leerschool van
het
lijden in het dragen van hun kruis hebben ze zoveel genade ontvangen.
En nog
dagelijks ervaren ze Zijn nabijheid. Zijn uitreddingen als het lijkt
alsof het
niet meer gaat. Zeker,
het leven zou een
stuk gemakkelijker zijn wanneer men geen kruis mee had te torsen. Het
zou
mogelijk een genieten zijn van dag tot dag. Men zou in hogere sferen
belanden
en denken hier al in de hemel te zijn. Maar bovenal de Heere niet meer
nodig te
hebben. Doch de Heere is veel wijzer dan mensen. Hij zoekt wegen om
mensen tot
Hem te brengen. Bij Hem, de grote Medicijnmeester. De Redder in nood. En
zo gebruikt Hij de nood
waarin mensen verkeren...... |
|