De
moeiten en zorgen van het leven. De
moeiten en de zorgen van het leven kunnen je bezighouden. Het je er
overmatig
in verdiepen kan al je vreugde en blijdschap wegnemen. Zeker kunnen de
omstandigheden je bedrukken. We zijn mensen. Zo zeer kan het je echter
beheersen
dat je nachtrust er onder lijdt. Toch
zal blijken dat geen enkele zorg van jouw kant iets verandert aan de
situatie.
Het is zo het is. En het verandert niets. Er kunnen dingen in het leven
zijn
waar mensen geen deel aan hebben. Ziekte en het plotseling overlijden
van een
geliefde. Het bepaalt mensen korter of langer bij het einde van het
leven. Bij
een gemis. Het uitdrijven naar de Heere is de enige weg om hierin rust
te
vinden. De wetenschap dat Hij er van weet troost. Om dan met Hem het
leven
verder te gaan. Er
kunnen ook de omstandigheden zijn die ons zijn aangedaan door mensen.
Het
verdriet en die pijn kunnen evenzo je alle vreugde ontnemen. Niemand
begrijpt
je. Alleen jij voelt het zo. Het kan zelfs zijn dat je boos bent op en
teleurgesteld in mensen. Ook dat kan maken dat je niet meer weet hoe je
de weg
veder ooit nog met vreugde zal kunnen gaan. Het
Woord leert ons echter ook hierin de weg. Het zegt eenvoudig dat wij op
prinsen
geen vertrouwen moeten stellen. Het van mensen niet moeten verwachten.
En dat
we onze hoop en onze verwachting ook in dergelijke omstandigheden
alleen op de
Heere moeten vestigen. En wie Hem zo aanroept in de nood, die vindt
Zijn gunst
oneindig groot. Dan
wil de Heere wel eens een geheel andere weg wijzen. Wegen die je zelf
nooit
voor mogelijk had gehouden. Niet dat het eenvoudige besluiten zijn om
uiteindelijk die weg te gaan. Maar in weer leren te tellen die de Heere
geeft.
Mensen kunnen verdriet, pijn en moeite ons deel willen doen zijn. Maar
de Heere
leert anders. Afzien van mensen. En het van de Heere in alle opzichten
te
verwachten. Ja, in alle omstandigheden. Alles
wat wij van de Heere leren kost een tijd van bezinning. Van het voor
het eerst
of opnieuw gaan naar de Heere. Van het vragen om licht over Zijn wil.
En in die
weg leert de Heere je Zijn persoonlijke bemoeienis met je. Dan zie je
ook hoe
alles in het leven, ja zelfs in de gehele wereldgeschiedenis mee moet
werken
tot jouw onderwijs. De
Heere leert: Ik zal voor u strijden en gij zult stille zijn. Kom achter
Mij
aan. Ik wijs je de weg. Ook nu. Met
lijdzaamheid de weg gaan die de Heere wijst. Gewillig en geduldig het
kruis
dragen wat ons in een persoonlijk leven is ten deel gevallen. Daarbij
zien hoe
er bij alle dingen in het leven die ons zouden kunnen bedrukken de vele
zegeningen van de Heere zijn. Die ons helpen ons kruis vrolijk te
dragen. In
een opzien naar de Heere. Met de voortdurende bede: leer mij Uw weg o
Heere. De
zegen van de Heere maakt rijk. Hij voegt er geen smart toe. Hij maakt
altijd
weer dat het kan. Zo in het leven te staan dat we vrucht dragen voor de
Heere.
Zo wordt Zijn lof altijd weer vergroot. De
Heere kent de Zijnen. Ze worden van Hem gekend. Niets en niemand staat
uiteindelijk dat leven met de Heere in de weg. Er kan jaloersheid zijn
op hen
die zich weten gedragen door de liefde van de Heere. Op hen die
schijnbaar meer
en groter genade hebben ontvangen. Jaloersheid is geen vrucht van
genade.
Heilige jaloersheid is iets anders. Het wil leren. Wil afleren. Als
uiteindelijk de persoonlijke genade maar groter wordt. Er wordt dan ook
voortdurend gebeden en gezucht: Leer mij Uw weg o Heere......leer mij
Uw weg. Is
in mij een schadelijke weg. Leidt mij op de eeuwige. Het
schijnt soms dat geen twee meer samen kunnen gaan in dit leven. Het
schijnt dat
er overal en altijd ruzie en tweedracht moet zijn. Maar zij die weten
van een
samen op weg gaan met de Heere mogen in hun relatie groeien in de
genade en
kennis van de Heere. Ze staan open voor elkaar. Ze luisteren naar
elkaar. Ze
moeten door het contact wat ze met elkaar hebben erkennen meer genade
te
ontvangen. Er is geen jaloersheid. Maar liefde. En niets en niemand kan
uiteindelijk dat wat uit God is verbreken. Een drievoudig snoer zal
immers niet
gemakkelijk verbroken worden. |
|