De
nederigheid gaat voor de
eer. Het
zit zo in mensen: de
hoogste plaats en de grootste eer. Alles wordt in het werk gesteld om
die te
verkrijgen en te behouden. Er wordt niet meer gezien wat men heeft
gekregen.
Men is niet tevreden met dat wat de Heere als genoeg heeft beschikt. Er
wordt
naar meer gezocht. Uiteindelijk worden grenzen van eigen kennen en
kunnen
overschreden. Dit alles om te winnen en te overwinnen. En dit om de eer
die
daarbij hoort. Het
heersen en overheersen
is hier direct en nauw aan verbonden. De gedachte om anderen te
bespelen. Hen
op de één of andere manier te manipuleren.
Misschien bewust of onbewust. Dit
alles heeft te maken met
een gebrek aan zelfkennis. En zelfkennis is iets wat de Heilige Geest
werkt in
het leven van al Gods kinderen. Het doen zien wie je bent. Het doen
zien hoe je
je gedraagt. Dit alles gaat gepaard met schuld en berouw. Met de
gedachte dat
je een groot beest bent bij de Heere. Wanneer deze gang in het
geestelijk leven
mensen niet vreemd is, men weet dat dit geen hoge bomen van mensen
maakt. Het
maakt dat er ootmoed en nederigheid in het leven wordt geboren. Iets
wat mensen
van zichzelf niet hebben. Aard en karakter van mensen zijn
verschillend. Bij de
één is de hoogmoed dieper geworteld dan bij de
ander. Doch van huis uit is een
mens hoogmoedig. Het was ook dat wat de gevallen engelen kenmerkte. Het
willen
zijn als God. Hoog en verheven. Het voor het zeggen willen hebben. Voor
eens en
altijd. Het niet je laten gezeggen. Maar zelf bepalen wie je bent en
hoe je
leeft. Geen God en geen wet. De
Heere gaat met Zijn volk
Zijn wegen. En in die wegen staat voorop dat zonder heiligmaking geen
zaligheid
is. Er moet gesneden worden in het leven van hen die geroepen zijn naar
Zijn
voornemen. Alles wat buiten God en zo buiten Christus is moet eraf.
Voor de één
is die weg zwaarder dan voor de ander. Maar niemand ontkomt aan de pijn
van het
afsnijdende leven. Lang kan er weerstand zijn. De Heere gebruikt dan
zware
wegen. Hier wordt een half toeroepen. Daar nog een stopteken. En
uiteindelijk
ontkomen Gods kinderen niet aan een weg die doodloopt. Om dan zich af
te vragen
wat de Heere toch heeft te zeggen. Luisteren
naar de Heere
houdt een weg van bukken en buigen voor Hem in. Een weg van nederig te
zijn
voor Hem. Het is niet langer een zoeken naar mensen die ons behagen.
Het is een
weg van uiteindelijk rust en vrede in het leven. Een weg van komen
onder de
Heere. Het met Hem eens te worden. In te zien dat de weg die zo
moeilijk en zo
onbegaanbaar leek enkel Zijn liefde bleek te zijn om je daar te brengen
waar de
Heere mensen wil hebben. In de diepte en op de knieën en aan
Zijn voeten. Met
de bede: Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal. De
trouw van de Heere is zo
groot dat Hij wat Hij begint niet zal loslaten. Hij zal het werk
afmaken. Hij
zal mensen net zo lang oefenen en bewerken tot ze beantwoorden aan het
beeld
van God. Zijn Naam ter eer. En de ziel tot eeuwige zaligheid. Het beeld
terug wat
ze in het Paradijs kwijt zijn geraakt. Wanneer er meer onderwijs zou
zijn in
dit gegeven, mensen zouden meer letten op de stem van de Heere. Meer
opmerkzaam
zijn op dat wat Hij te zeggen heeft. Uiteindelijk
wordt geleerd
dat de nederigheid voor de eer gaat. Het is niet belangrijk of mensen
ons eren.
We moeten dat niet zoeken. Het gaat erom dat we gehoorzaam zijn aan dat
wat de
Heere van ons vraagt. Wat Hij van ons wil. We hebben gehoor te geven
aan Zijn
stem. Ons te buigen voor Zijn wil. Dat is het allerbelangrijkste in het
leven.
Zoekt eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid. En alle
andere dingen
zullen u worden toegeworpen. Dat is dan niet een uitzien naar eer. Naar
overwinnen. Daar is geen recht meer op als mensen zichzelf zien in de
spiegel
van Gods wet. Het is dan enkel het wonder wanneer wordt opgemerkt dat
de Heere
Zijn beloftes ook in jouw leven waarmaakt. |
|